Gedenkteken voor de vermoorde Lt Jacques Huart

In Gedinne, deelgemeente Patignies, staat een gedenkteken voor Luitenant Jacques Huart. Het opschrift op het gedenkteken luid als volgt:

‘C’est ici que fut retrouvé le 23 novembre 1942 le corps du Lieutenant radio parachutiste Jacques Huart lâchement assassiné en service commandé. Passants souvenez-vous.’

(Hier werd op 23 november 1942 het lichaam van Luitenant radio parachutist Jacques Huart gevonden, laffelijk vermoord in bevolen dienst. Passanten, herdenk hem.)

Het hoe en waarom van dit gedenkteken was niet duidelijk: vermoord? Door wie, waarom?

Op het internet was bijna niets over Jacques Huart te vinden. Tot we op een artikel stoten in Revue du Cercle d’études historiques de Gedinne (CEHG), nummer 18A van juni 2014, waarin José Culot uitgebreid het verhaal van Jacques Huart neerschreef. Nochtans was er voordien ook een boekje over hem verschenen: ‘Le parachutiste égorgé’ door Jean Temmerman, in eigen beheer uitgegeven in 1989. Maar ook nu blijven heel wat vragen onbeantwoord. Het onderstaande is een zeer ingekorte versie van het zestig bladzijden tellende artikel uit Revue du CEHG. Geïnteresseerden kunnen we de lectuur van het artikel aanbevelen; het tijdschrift is op het ogenblik dat we dit schrijven (2020) nog beschikbaar bij de vereniging.

Jacques Huart werd geboren in Hoedeng Aimeries op 12 juni 1909. Hij huwde met Odette Meunier op 4 april 1931. Gezien zijn leeftijd zou hij normaal gezien in 1939-1940 gemobiliseerd zijn; hij zou zelfs krijgsgevangen gemaakt zijn. Maar ook hierover bestaat twijfel, het zou om zijn broer Jean Huart kunnen gaan. Hoe en wanneer hij uit bezet Europa ontsnapte, is ook niet duidelijk. In november 1941 zou hij zich bij de Belgische Sûreté (de Staatsveiligheid) aangeboden hebben. Hij volgt een opleiding als parachutist en radio-operator. In de loop van september 1942 ontvangt hij zijn opdracht, codenaam Black: hij moet zich ter beschikking stellen van het Tempo netwerk dat zich in de grensregio van de provincie Namen bezighield met inlichtingen verzamelen en een ontsnappingslijn richting Zwitserland had opgezet.

In de nacht van 23 op 24 september 1942 werd hij in Sovet (bij Ciney) uit een vliegtuig geparachuteerd boven bezet België. Samen met hen sprongen ook Jean Schatert en zijn radio operator Adolphe Gustin voor de organisatie Banter, en Paul Henry de la Lindi voor organisatie Batman. Deze laatste was zeker de bekendste. Geen enkele van deze vier zou de oorlog overleven. Het mee gedropte radio- en ander materiaal werd korte tijd in bewaring gebracht op het kasteel van Baron d’Huart waarna iedereen zich op weg begaf naar de hem toegewezen regio. Nadat ze zich georganiseerd hadden, haalden ze hun materiaal op om de toegewezen opdracht uit te voeren. Voor Jacques Huart betrof het dus het doorzenden via radio van inlichtingenrapporten naar Groot-Brittannië.

Hij klopt aan bij onderpastoor Lefebvre van Gedinne maar hij wordt er eigenlijk niet verwacht en na enkele arrestaties in de voorbije maanden heerst er een klimaat van wantrouwen. Nochtans krijgt hij er onderdak en kan er zijn radio installeren maar de situatie is verre van ideaal. Op 30 september 1942 stuurt hij zijn eerste bericht naar Groot-Brittannië. Na enkele dagen verhuist hij naar het Domein Massinet van de familie Delseaux bij het stationswijk van Gedinne, daarna verblijft hij korte tijd in de rijkswachtkazerne maar de plaatselijke commandant wil liever geen clandestiene personen en zenders in zijn kazerne. Hij verblijft daarna in Hotel Motor in Louette Saint Pierre, tegenwoordig deelgemeente van Gedinne, maar bleef uitzenden vanuit het Domein Massinet. Maar waarschijnlijk wisselde hij regelmatig van locatie om opsporing van zijn zender te bemoeilijken.

In de periode dat hij in het hotel verblijft, ontmoet hij er minstens tweemaal zijn echtgenote die ook actief was in het verzet en in de loop van 1943 aangehouden zou worden. Ze kwam in het concentratiekamp van Ravensbruck terecht en overleefde nauwelijks tot aan de bevrijding. Na de bevrijding van het kamp werd ze door het Zweedse Rode Kruis naar Zweden gebracht waar ze overleed op 5 mei 1945. Hij komt er ook een kennis van voor de oorlog tegen, Lucie Petit, die in Louette Saint Pierre woonde. Met haar maakt hij regelmatig avondlijke wandelingen om een glas of een tas koffie te gaan drinken. Dat levert hem dan weer de banbliksems van onderpastoor Lefebvre op die dit gedrag afkeurt. Het versterkt alleen maar het wantrouwen tegenover Jacques Huart. En blijkbaar was het feit dat een clandestiene Belgische radio-operator in het dorp verbleef ook al bij heel wat mensen in het dorp bekend.

Op zaterdagavond 21 november 1942 vraagt hij aan de hoteluitbaatster of hij ’s anderdaags een fiets mag lenen omdat hij een afspraak heeft met een Brits officier die gekwetst ergens in de bossen van Haut-Fays verblijft. Hij verlaat het hotel op zondagmorgen, neemt een maaltijd bij iemand in Rienne waar hij ook verteld over zijn afspraak. Hij verlaat deze persoon omstreeks 16u00 en gaat nog langs bij iemand anders waar hij ook al hetzelfde verteld. Hij vertrekt er om 16u45 en op zijn weg komt hij nog twee jongedames uit Rienne tegen. Daarna loopt het spoor dood. Hij komt niet opdagen op de plaats waar hij met enkele personen afgesproken had om de Britse vliegenier te helpen. Rond middernacht vind iemand zijn hoed langs de weg, ’s anderendaags rond 9u00 vinden anderen zijn fiets ergens in een gracht. In de namiddag van 23 november wordt zijn lichaam dan gevonden ergens aan een bosrand; hij was de keel overgesneden. Zijn opdracht had welgeteld 60 dagen geduurd.

De rijkswacht werd verwittigd en zij schakelden op hun beurt het parket in die een onderzoek startten. Wanneer blijkt dat het om een clandestiene persoon gaat, wordt het onderzoek op een laag pitje gezet om de Duitsers niet te alarmeren en zo andere personen in gevaar te brengen. Na de bevrijding nemen ze het onderzoek weer op. Uit de verklaringen van getuigen distilleerde men de volgende hypothesen: een stommiteit van het verzet: Huart zou uit de weg geruimd zijn omdat ze dachten dat hij niet discreet genoeg was en zo het netwerk in gevaar kon brengen; tussenkomst van de Britse contraspionage met hetzelfde motief als hierboven; een passionele moord: zijn echtgenote zou een relatie gehad hebben met de dokter uit La Louvière die contacten onderhield met de Gestapo; een moord met diefstal: Huart beschikte bij zijn aankomst over aanzienlijke geldsommen om in zijn levensonderhoud te voorzien waarvan hij op het ogenblik van zijn dood nog een mooie som overhad voor de volgende maanden; en als laatste vermoord door de Duitse bezetters.

Maar in 1951 wordt het onderzoek afgesloten zonder enige concrete aanwijzing van de dader(s) of het motief.

Op 19 augustus 1946 ontvangt hij postuum de Queen’s Commendation for Brave Conduct, op 24 februari 1951 de Medaille Oorlogsvrijwilliger 40-45.

Op 4 juli 1947 werd aan de bosrand te Patignies waar zijn lichaam gevonden werd, het gedenkteken ingehuldigd door o.a. pastoor Lefebvre.

Beelden: © Paul Van Caesbroeck | © Luc Wittemans 15/07/2020
Datum gebeurtenis:
23/11/1942
Datum registratie:
11/11/2008
Locatie:
Gedenkteken voor de vermoorde Lt Jacques Huart
Adres:
Komende vanuit het noorden, volg de Rue de Bouillon N95, tussen Patignies en Malvoisin; voorbij het containerparc (links) en de Rue de la Barrière (rechts) tot aan de Rue des Virées waar een wegwijzer naar links het monument aangeeft. Opgelet: je kruist de Rue des Virées een eerste keer enkele honderden meters voor het containerparc/Rue de la Barrière
Lengtegraad:
4°58’41.2″E
Breedtegraad:
50°00’39.2″N

FEEDBACK

Ce site utilise des cookies pour optimiser votre expérience utilisateur. En continuant à surfer sur Internet, vous acceptez notre politique de confidentialité et d’utilisation de cookies. Accepter Lire Plus

'Ce Accepter Lire Plus