Wij waren erbij. De FATAC, 1964-1967.

201601_FAT1_FVH

Melsbroek, 3 januari 2016. Het initiatief voor de publicatie van het boek ‘Wij waren erbij. De FATAC, 1964-1967’ werd in 2009 genomen door Axel Vermeesch, hoofdredacteur van Dakota News. Samen met Jan Baras, Marc Carlier, Robert Feuillen en Jean-Marie Jacquemart (vier oudgedienden van de Force Aérienne Tactique Congolaise FATAC,) Michel Neyt (oudgediende van de Ommegang) en Michel Huart (een expert van de Congolese luchtvaartgeschiedenis) werd een bloedige periode uit de Congolese geschiedenis verteld door de ogen van zij die het hebben beleefd.

Cover van het boek. 

De publicatie is het resultaat van maar liefst veertig werkvergaderingen die de redactie onder leiding van Axel Vermeesch hield tussen november 2010 en eind 2015. Een goede basis voor dit werk vormden onder meer eerder verschenen FATAC-artikels van Jean-Pierre Sonck en het boek ‘Dans Stanleyville’ van Patrick Nothomb. Over de rol van de militairen van de Landmacht verschenen al enkele boeken, maar het is het eerste grondige werk over de rol van de militairen van de Belgische Luchtmacht in de Force Aérienne Tactique Congolaise (FATAC.)

Het boek start bij de onafhankelijkheid van Belgisch Congo op 30 juni 1960 en schetst de pijnlijke geboorte van de nieuwe staat. Begin 1963 is Congo op politiek, administratief en militair vlak een zeer onstabiel land. Enkele individuen maakten zich met de steun van de Sovjet-Unie en communistisch China meester van grote stukken van het grondgebied. Het Armée National Congolaise (ANC,) de opvolger van de Force Publique, kon onvoldoende weerstand bieden en steeds grotere delen van het grondgebied vielen in handen van de rebellen. De Amerikaanse CIA was toen al actief onder de dekmantel van de luchtvaartmaatschappij Caribbean Aeromarine Corporation, vanaf september 1964 onder de naam van de in Liechtenstein opgerichte Anstalt WIGMO (Western International Ground Maintenance Organisation.)

Op vraag van de Congolese minister Adoula ging de Belgische minister van buitenlandse zaken Paul-Henri Spaak in maart 1964 naar Leopoldstad en sloot een samenwerkingsakkoord.  België leverde een contingent militairen om het Congolese leger te ondersteunen. Ook de Amerikanen besloten om de Congolezen nog actiever tegen de communistische invloed te beschermen. De Belgische Luchtmacht stuurde personeel naar Leopoldstad en Kamina om de ontvangst en onderhoud van de door de Verenigde Staten ter beschikking van het ANC gestelde toestellen voor te bereiden. De aanwerving van Belgische militairen voor de operaties in Congo verliep niet erg vlotjes, ongeruste echtgenotes schreven daarover zelfs een brief aan koningin Elisabeth.

De VS leverden tien transportvliegtuigen DC-3/C-47 en zes helikopters Vertol-Piasecki CH21-B. De Force Aérienne Tactique Congolaise (FATAC) werd geboren. Begin juni 1964 vertrok een eerste detachement van de Belgische Luchtmacht vanuit België. Eind juni was het hele detachement van 120 man actief vanop de oude Belgische basis Kamina, kortweg BAKA genaamd. De mecanicien Hubert Sermon ontwierp ter plaatse het ludieke kenteken van FATAC.

In het derde hoofdstuk van het boek wordt even stilgestaan bij de bouw van BAKA, een basis die werd opgericht als veilige haven als het in Europa tot een atoomoorlog zou gekomen zijn. Het is bijna onwaarschijnlijk om te lezen hoe de Belgen in de onmetelijke wildernis een basis uit de grond stampten van maar liefst 50.000 ha (de vliegbasis Kleine-Brogel is 450 ha groot)! BAKA was in mei 1955 volledig operationeel. Na de onlusten in 1960 vestigden Zweedse UNO-troepen zich op de basis en ze bleven er tot juni 1964, daarna werd BAKA vernield en geplunderd. Begin juni 1964 installeerde FATAC zich in de vernielde installaties van BAKA. Onze Belgische militairen deden wonderen om de basis terug operationeel te maken. Ieder hoofdstuk in dit boek is gevuld met waardevolle persoonlijke getuigenissen van hen die het mee hebben beleefd. Spijtig genoeg missen de foto’s een duidelijke bronvermelding. Een schoonheidsfoutje is de blanco bladzijde (na blz. 117) maar de lezers kunnen gerust zijn, ze missen geen tekst of foto’s.

Uiteraard heeft het boek het voortdurend over de FATAC en de steun aan de landtroepen. Eind oktober 1964 is bijvoorbeeld de zeer mobiele 5de Gemechaniseerde Brigade actief. Zij bestaat uit Belgische militairen, huurlingen, Katangese eenheden en eenheden van het ANC. Dit samenraapsel van mensen en middelen deed Kolonel Vandewalle zeggen: ‘Ik voer hier precies het bevel over de Ommegang,’ een verwijzing naar de Brusselse folkloristische stoet. Duizenden blanken en Congolezen danken hun leven aan FATAC, Ommegang en de diverse luchtlandingsoperaties. Het boek beschrijft zeer gedetailleerd enkele dramatische momenten in de Congolese geschiedenis, zoals deze van 24 november 1964 toen Amerikanen en Belgen in Stanleystad gegijzeld werden door Simbas in het Hotel Victoria. Sommige verhalen in dit boek overtreffen het script van een succesfilm, zoals de redding door Belgische CH-21 crews van CIA-agent Richard Holm. De man kon zijn redders in 2007 in het Huis der Vleugels in Brussel ontmoeten.

De auteurs (zonder Michel Huart): Axel Vermeesch, Marc Carlier, Jan Baras, Robert Feuillen, Michel Neyt en Jean-Marie Jacquemart. (Archief Dakota) 

Op 27 juni 1965 vertrokken gezagvoerder Frans Allaeys, copiloot Robert Jacobs en boordtechnicus Raymond Bordon met de CH-21 FG-378 voor een evacuatieopdracht vanuit Stanleystad. Het weer was slecht en van het toestel en de bemanning werd niks meer vernomen, ondanks intensieve zoekacties. Pas in november 2010 zou het wrak worden teruggevonden tijdens de expeditie Buta ’65. Poly Stevens verdient nog altijd veel lof voor zijn rol in de zoekactie. De auteurs van het boek vatten goed samen welke lessen uit de operatie Buta 65 worden getrokken, nl. dat alles in het werk wordt gesteld om familie te steunen als militairen gekwetst of gedood worden en dat ze op een waardige manier gerepatrieerd en herdacht worden.

Vele levens werden gespaard door de onverschrokken inzet van Belgische bemanningen en technici. In het thuisland werd daar bijzonder weinig ruchtbaarheid aan gegeven, de politici spraken niet graag over de politiek in de vroegere kolonie of over de fouten die er gemaakt werden tijdens het al te snelle onafhankelijkheidsproces. Er heerste een soort van zwijgplicht over de rol van de Belgische defensie bij de pacificatie van de ex-kolonie. Die zwijgplicht wordt met dit boek doorbroken door een groot aantal militairen aan het woord te laten die direct betrokken waren bij de operaties. We noemen maar enkele van de bevoorrechte getuigen die aan het woord komen: Raymond Baccaert (piloot,) Jan Baras (navigator,) Alain Blume (piloot,) Robert Feuillen (boordradio,) Léon Hadermann (piloot,) Emile Janssens (boordmecanicien,) Paul Van Boxstael (piloot) en Kamiel Wyckaert (navigator.)

Ook de verdedigingseenheden van de FATAC komen ruimschoots aan bod. In hoofdstuk acht wordt gedetailleerd ingegaan op het einde van de FATAC. Het is goed gedocumenteerde tekst, ondermeer door de dagboekfragmenten van mannen die het allemaal zelf hebben meegemaakt. Ook kritiek op de Belgische autoriteiten werd in dit boek niet geschuwd, ondermeer aan het adres van minister van buitenlandse zaken Pierre Harmel.

In de bijlagen vinden we ondermeer een korte historiek van de FATAC-vliegtuigen en helikopters en de getuigenis van JM. Jacquemart over de vliegtuigen en hun onderhoud tijdens de FATAC-periode. Er is ook een zo nauwkeurig mogelijke lijst opgenomen van alle militairen die dienden in de FATAC. Het boek is opgedragen aan hen die hun leven lieten in bevolen dienst bij de FATAC en gedurende Operaties Ommegang, Rode Draak, Zwarte Draak en Ops Sud.

De meeste hoofdrolspelers van toen zijn ondertussen overleden. Nadat FATAC van het toneel verdween, namen dictators als Mobutu en Kabila het roer in handen. In een land met zoveel mogelijkheden blijft de gewone bevolking de dupe van een triest politiek spel.

Het boek is een uitgave van VZW Dakota Historisch Centrum van de 15 Wing Luchttransport (www.dakota15wing.be) en VZW Belgische Vereniging van Veteranen en Compagnons van de Ommegang (www.compagnons-ommegang.com). Axel Vermeesch van VZW Dakota nam de eindredactie voor zijn rekening, het resultaat van het teamwerk is een proficiat waard. De 215 bladzijden (A4) zijn geïllustreerd met 220 afbeeldingen waarvan er ongeveer vijfentwintig werden afgedrukt in kleur. Drukwerk van Print House Defense. D/2015/13.620/1.

Kostprijs: 20 euro plus 8 euro verzendkosten, te storten op rekeningnummer BE11 4381 0641 2148.

Graag duidelijk uw adres vermelden en of u een Frans of Nederlands exemplaar wenst te ontvangen.

Meer info via secretariaat@dakota15wing.be.

Best kan je de verzendingskosten vermijden door het boek af te halen bij www.dakota15wing.be (maandag- of donderdagnamiddag) en tegelijk een bezoek te brengen aan dit goed gedocumenteerde Historisch Centrum.

Frans Van Humbeek

Frans Van Humbeek

Frans Van Humbeek

is hoofdredacteur van Hangar Flying. Hij is freelance luchtvaartjournalist en auteur van verschillende luchtvaartboeken. Frans probeert zowat alle facetten van de Belgische luchtvaart op te volgen, maar zijn passie gaat vooral uit naar het luchtvaarterfgoed en de geschiedenis van de Belgische vliegvelden. Binnen het redactieteam van Hangar Flying zorgt hij ook voor de updates van www.aviationheritage.eu.

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer