Baisy-Thy, 1 juni 2010. Ik had gezworen om ooit te kunnen vliegen. De liefde voor het vliegen was mij met de paplepel ingelepeld want mijn vader vloog bij de 15de Wing. Dit is het verhaal van mijn eerste solo.
Vliegtuigjes plakken
Als kind was ik reeds hevig gepassioneerd door de luchtvaart en door alles was vleugels heeft. De piloten, de mensen die zo de techniek van het vliegen beheersen, hun kennis en fysiek vermogen, hun passie en verantwoordelijkheid, voor niets anders heb ik zo’n ontzag en bewondering. Ik bouwde maquettes, ik had er waarschijnlijk meer dan honderd op m’n kamer staan en hangen, tot ergernis van mijn moeder. Ik kocht honderden magazines, verslond ettelijke boeken over de luchtvaart, kortom, er was geen enkel vliegtuig dat geheimen voor me had. Ik droomde ervan om lijnpiloot te worden, doch door een samenloop van omstandigheden heb ik die kans nooit kunnen aangrijpen.
Arseen De Bom (vader van de auteur) in “zijn” Dakota van de 15de Wing. Van 1948 tot 1957 was hij gekazerneerd in Melsbroek. |
Ik had gezworen om ooit te kunnen vliegen. In november 2009 is mijn ultieme jongensdroom dan toch werkelijkheid geworden. Ik heb dit verhaal geschreven ter ere van mijn vader Arseen De Bom (°17 juni 1930, †12 maart 1990) die piloot was bij de 15de Wing. Hij was gekazerneerd in Melsbroek en vloog met Flying Boxcar en Dakota. Hij was zeer gepassioneerd door de luchtvaart maar moest spijtig genoeg zijn vliegeniersloopbaan onderbreken.
De vader van Chris had gekozen voor het grotere werk. Dropping met C-119 boven Soest in 1952. |
Vertek in Baisy-Thy
Ik vlieg even terug in de tijd. Samen met mijn vrouw rij ik op 1 november 2009 naar het vliegveld van Baisy-Thy (www.ulm.be). Het is een prachtige zonnige najaarsdag. Ik hoop dat ik vandaag zal “gelost” worden met mijn nieuwe toestel. De Fk9 is een drie-asser, een prachtig vliegtuig om te besturen. Onderweg is de spanning al te snijden.
Aangekomen op het vliegveld blijkt dat ik niet met mijn vertrouwde instructeur Christoph vlieg, maar met mijn goede vriend en instructeur Jan Van Hoef. Jan dient eerst mijn vliegvergunning te controleren alsook mijn medische toelating tot vliegen. Alles blijkt in orde.
Ik doe de pre-flight van mijn toestel. Ik zie geen mankementen. Tank vol, instappen dan maar. Jan dient te weten hoever ik sta met de opleiding, waarbij ik hem vertel dat Christoph me de laatste vlucht zei dat ik praktisch klaar was om “gelost” te worden.
We doen onze harnas stevig aan, zetten de hoofdtelefoons op, stel de hoogtemeter van m’n toestel in op de plaatselijke luchtdruk en samen overlopen we de cockpitcheck. Alles in orde.
Dus kontakten aan en engine-start… de schroef zet zich in beweging en de motor slaat zonder aarzelen aan, ik laat de motor eerst een vijftal minuutjes stationair draaien tot die op temperatuur gekomen is (opstijgen met een koude motor is levensgevaarlijk!), de motor loopt zowat als een Breitling-uurwerk. Kippenvel!
Langzaam beginnen we te taxiën, aan het begin van de starbaan gekomen trek ik de rem aan, voer het motorvermogen op tot 3.000 tpm en test ik eerst de magneto’s van de motor -die werken perfect- waarna ik het gas terug reduceer, de remmen los en langzaam de startbaan opdraai, waarbij ik m’n toestel mooi uitlijn in de as, nog een goedkeurende blik naar elkaar… ready ??!!! Go!
Ik duw de gashendel helemaal tot het maximum, waarmee de wijzer van de motortoerenteller zich zonder aarzeling in één ruk naar 8.000 gooit. Mijn toestel zet zich in beweging en we scheuren over de startbaan, snel… sneller… take-off! There we go…dag moeder Aarde!
Ik stijg tot 100 m en minder het motorvermogen tot 5.500 tpm. We draaien een paar keer het circuit van het vliegveld rond, daarna besluiten we terug te dalen en eerst een low-pass te maken, mooi horizontaal, over de gehele baan zonder de grond te raken. Vlekkeloos. Er is weinig zijwind. Terug opstijgen en dan een paar touch and go’s… hier en daar wat mondelinge correcties van Jan… goed zo! We landen.
De Fk9 Mk IV OO-F22 waarmee onze gastauteur zijn eerste solo vloog. |
Eindelijk alleen
Zo dan! zegt Jan… prima gevlogen maar nu is het aan jou… alleen! Ik moet even slikken.
Jan geeft nog enkele aanwijzingen en instructies en stapt uit, waarna ik de cockpit sluit. Hier zit ik dan… alleen, mijn hart bonst tot in mijn keel… de duim omhoog naar elkaar… én engine-start.
Alle mogelijke informatie die ik in mijn opleiding heb gekregen giert door mijn hoofd als ik de startbaan opdraai… “kalm blijven, concentratie, snelheid aanhouden, rekening houden met de zijwind, hoogte houden… niet te hevig inclineren in de bochten…”, waar ben ik aan begonnen!? Vrouwlief is al aan de rand van de baan komen staan en is er niet gerust in. Ik ook niet. Maar er is géén weg terug, de Fk9 heeft er zin in. Ik ook, alhoewel.
De driebladige, langzaam draaiende schroef wacht om aangespoord te worden. Ik werp een blik op de instrumenten en stel de vleugelkleppen in op stand 1. De stuurknuppel heb ik lichtjes in de hand, voeten stevig op het voetenstuur. Zullen we? Volgas!
Terwijl het toestel aan snelheid wint, zie ik in mijn rechterooghoek een flits van Jan die zich ook aan de rand van de baan heeft opgesteld (als magere troost!) Ik nader nu gauw het eind van de startbaan en trek de stuurknuppel lichtjes naar me toe, en hop… daar ga ik. Op het moment dat de wielen contact met de grond verliezen, dien ik stevig met het voetenstuur te corrigeren. Het motorblok heeft namelijk zoveel kracht en koppel dat de staart van het vliegtuig zich anders schuin trekt. Eens op kruishoogte trek ik de vleugelkleppen weer in, waarmee ik voel dat mijn toestel met een kleine ruk draagkracht verliest.
De eenvoudige cockpit van de OO-F22. |
Ik ga de eerste bocht reeds in terwijl ik nog aan hoogte win. Aan mijn rechterkant zie ik beneden het vliegveld en twee kleine stipjes die me volgen, vrouwlief en Jan. Ik kijk om me heen in het luchtruim of er soms andere toestellen in de omgeving zijn. Niets, helemaal alleen in de lucht, heerlijk genieten van het uitzicht. Geconcentreerd blijven Chris! Een blik op mijn snelheidsmeter geeft aan dat ik wat traag vlieg, gevaarlijk voor een stall. Ik voer het vermogen wat op, alles is veilig nu.
Tijd om in base leg te gaan. Ik reduceer het motorvermogen zodat ik snel hoogte verlies. Niet te traag… niet te snel, langzaam dalen en mooi naar het midden van de landingsbaan sturen, ver kijken. Mooi aangekomen aan de drempel van de baan low pass, Terug volgas, weer klimmen en zo draai ik weer het circuit rond. Nogmaals herhalen en een paar keer touch and go, … rimpelloos!
Nog een laatste maal vlieg ik het circuit rond en besluit te beginnen aan de voorbereiding voor de final approach. Ik ga terug in base leg en trek de vleugelkleppen terug uit om de draagkracht van het toestel te verhogen. Nu mooi de glijhoek berekenen. Mijn toestel schommelt een beetje, waarbij ik met losse hand wat bijstuur en perfect daal. Ik zie de landingsbaan steeds naderbij komen, ik passeer nu reeds op geringe hoogte de baandrempel, langzaam zakken, beetje voetenstuur, licht de neus van het toestel wat optrekken en mooi afronden… ik raak zacht met de wielen de landingsbaan, gas volledig weg en ik ga in de remmen, rustig, niet te bruusk of we gaan schuiven… en full stop! yiiihaaaa!!!… gil ik… gelukt!!!
Instructeur Jan Van Hoef (links) en zijn vlijtige leerling Chris De Bom. |
Proficiat Chris!
Ik draai de baan af en taxi rustig naar de staanplaatsen. De motor hijgt als een vermoeid renpaard. All systems off, waarbij de schroef bruusk tot stilstand komt.
Ik zie lachende gezichten om me heen die naar mijn toestel stappen, maak m’n harnas los en ik hijs me uit de cockpit … felicitaties alom! Nu merk ik pas dat mijn handen en benen trillen als een riet, m’n vliegpet is aan de rand doorweekt, mijn T-shirt kan je zowaar uitwringen…adrealine-boost! Jongens wat een voldoening! Nu kan ik een pintje gebruiken om de doorstane emoties door te spoelen. Ik ben doorgaans een zeer bescheiden man, maar nu voel ik mij apetrots vanbinnen.
Aan mijn eerst solo heb ik een paar slapeloze nachten overgehouden. In mijn dromen heb ik die vlucht nog zeker tienmaal nagevlogen. Het kan vreemd klinken, maar daarboven in de lucht dacht ik even in de cockpitruit de weerspiegeling te zien van mijn vaders gezicht. Vloog ik dan toch niet helemaal alleen? Dank je pa, ooit vliegen wij nog samen “zij aan zij” in formatie.
Tekst en foto’s: Chris “Falcon” De Bom