Brussel, 19 februari 2013. De carrière van Fernand, Gaston en Maxime Brunfaut speelt zich vooral af tussen het begin van het interbellum en de golden sixties. De drie architecten werden gedreven door een sterk socialistisch engagement. In de tentoonstelling ‘Brunfaut’s progressive architecture’ wordt het belang van het bouwkundig erfgoed belicht dat door de Brunfauts wordt nagelaten. Hangar Flying had vooral aandacht voor hun impact op de luchtvaartinfrastructuur. De samenwerking van Maxime Brunfaut met Sabena kwam tot uiting in de bouw van de coöperatieve wijk Germinal in Evere, de Air Terminus in Brussel en de Aérogare 58 in Zaventem.
Trio Bunfaut
De Brunfauts waren openlijk geëngageerde en progressieve architecten en hebben het architecturale landschap van de jaren twintig tot zestig sterk beïnvloed. Fernand en Maxime waren leerlingen van de meester in de Art Nouveau, Victor Horta. Als kinderen van hun tijd geloofden ze in een zonnige toekomst. Ze vertaalden deze visie in een zeer vooruitstrevende architectuur. Kort na de Eerste Wereldoorlog introduceerden de Brunfauts – die zowel theoretici, ideologen als architecten waren– de modernistische architectuur in de Belgische steden. Als overtuigde socialisten, interesseerden ze zich via de architectuur voor het urbanisme en politieke actie. Zo trachtten ze de stad te verbeteren en het leven van de arbeiders en hun familie. Het communisme bood de Brunfauts een inspirerende voedingsbodem.
Enkele foto’s en documenten in de Brunfaut-tentoonstelling in het Atomium zijn gewijd aan de luchtvaartarchitectuur. (Foto Frans Van Humbeek) |
Het orderboekje van de Brunfauts was indrukwekkend. Ik geef slechts enkele voorbeelden: het volkshuis van Willebroek, gebouwen voor de kranten Vooruit in Gent en Le Peuple in Brussel, volkswijken, telefoon- en elektriciteitscentrales, zwembaden, sanatoria, hospitalen, de Noord-Zuidverbinding in Brussel, enz. Hoe ze dat in een tijdperk zonder grafische computerprogramma’s hebben klaargespeeld, blijft voor mij ook na het bezoeken van de schitterende tentoonstelling een groot raadsel.
Fernand Brunfaut (1886-1972) ontwierp tijdens de jaren twintig ondermeer volkshuizen en ziekenhuizen. Van begin jaren dertig ging hij samenwerken met zijn zoon Maxime (1909- 2003) die toen zijn architectuurstudies had afgerond. Vader Brunfaut ging zich dan nog meer politiek engageren. Hij werd ondermeer gemeenteraadslid in Brussel en vice-voorzitter van de Kamer. Naar hem is de wet Brunfaut genoemd, die aan de basis lag van een fonds voor sociale woningbouw.
Vanaf 1939 werkte Maxime samen met Victor Horta aan het Centraal Station in Brussel. Na het overlijden van Horta zou Maxime het stationsgebouw alleen afwerken. Gaston Brunfaut (1894-1974) was de jongere broer van Fernand Brunfaut. Gaston was vooral criticus en theoreticus, de visionair die ondermeer lid was van de denktank die het gebouw van de Verenigde Naties moest vorm geven. Maar hij ontwierp ook prachtige gebouwen zoals het Instituut Bordet-Héger dat hij samen tekende met Stanislas Jasinski, de architect van het luchthavengebouw van Deurne.
Germinal
Voor de socialisten stond de sociale huisvesting altijd hoog op de agenda, ook voor de Brunfauts. Maxime ontwierp verschillende sociale wijken maar enkel het ontwerp voor de wijk Germinal in Evere werd ook uitgevoerd. Het idee was een initiatief van personeelsleden van Sabena die toen dichter bij de werkplek wilden wonen, toen de luchthavens van Haren-Evere en Melsbroek. In 1949 werd het huurderscomité Germinal opgericht. Het ontwerp had het over 71 eensgezinswoningen, 188 appartementen en zelfs een school. In 1955 wordt de Leopold III-laan aangelegd, de snelle verbinding tussen Brussel en Melsbroek, dwars door het luchthaventerrein van Haren-Evere. In 1956 wordt het definitief plan voor de wijk Germinal uitgevoerd, ingepland nabij de Leopold III-laan en de huidige Constant Permekelaan.
Wijk Germinal, anno 2013. (Archief Frans Van Humbeek) |
Anno 2013 is de huurderscoöperatieve Germinal nog altijd actief in Evere. De geest van Brunfaut waart nog rond in de wijk. Collectieve flatgebouwen en individuele huizenblokken staan tussen het groen, met wandelpaden, gezellige pleintjes en zitbanken. Alleen de Sabena-werknemers zijn er niet meer. Hun plaats lijkt ingenomen te zijn door een kansarmer publiek. Veiligheidsfirma’s bewaken de scholen. Vuilnis ligt overal. Enkele bewoners die ik aanspreek zijn zeer vriendelijk maar kennen de geschiedenis van Germinal absoluut niet. Een monumentje herdenkt de dood van Salvador Allende (1973), ‘gestorven ter verdediging van de democratie en de waarden eigen aan een rechtvaardige en humane maatschappij.’ Niets herinnert hier aan de Belgische luchtvaart.
De huurderscoöperatieve Germinal voert grondige herstellingswerken uit, er wordt zeker aandacht besteed aan de toekomst van deze vroegere Sabena-wijk.
Air Terminus
Sabena had na de Tweede Wereldoorlog een stadskantoor in de Brusselse Koningsstraat nr. 145. In de onmiddellijke omgeving stond een houten stadsterminal vanwaar bussen met passagiers naar de luchthavens van Haren en Melsbroek vertrokken.
Die tijdelijke terminal stond op een terrein dat voor de bouw van de Noord-Zuidverbinding moest vrijgemaakt worden. Sabena koos ervoor om zich te gaan vestigen nabij het Centraal Station, op één locatie die gemakkelijk verbinding bood met de spoorweg en waar (toen nog) gemakkelijk bussen konden parkeren. Korter bij het Centraal Station kon Sabena zich niet vestigen want drie vierde van de Air Terminus zou op de tunnels van de Noord-Zuidverbinding worden gebouwd.
Sabena en het immobiliënkantoor van de Putteriewijk dienden samen twee bouwaanvragen in. Op het moment dat de bouwvergunning werd afgeleverd (28 augustus 1952) waren de werken al begonnen (1 juli 1952.) De bouwfirma Blaton-Aubert en Sabena werden samen eigenaar van het gebouw.
De Air Terminus in aanbouw, 24 maart 1953. Links de Keizerinlaan, rechts (tussen de Air Terminus en het Centraal Station) de Putteriestraat. (Foto SN/15171Pr, archief Frans Van Humbeek) |
Op dezelfde plaats werd deze foto genomen, maar nu in februari 2013. Rechts de hoofdingang van het Centraal Station, ook duidelijk herkenbaar op de eerste foto. (Foto Frans Van Humbeek) |
De gevel van de Air Terminus aan de Keizerinlaan (links) en de gevel voor het Centraal Station (rechts). (Archief Frans Van Humbeek) |
De gevels zijn bekleed met Portlandsteen, een prachtige steensoort die ook gebruikt wordt voor de headstones van de Commonwealth War Graves. De kant die naar de Kardinaal Mercierstraat is gericht lijkt het sterkst op een kantoorgebouw. De personeelsingang is er afgezonderd van de toegang tot de hal voor vertrekkende reizigers. De vertrekhal was 45 meter lang, 15 meter breed en 6 meter hoog.
Aan de kant van het Centraal Station (Putteriestraat) zien we een uitspringende gevel met verder plaats voor de bussen met passagiers die vlakbij de aankomsthal parkeren. De aankomsthal die grenst aan de vertrekhal was 35 meter lang en 10 meter breed. Roltrappen en liften brachten de passagiers naar het Centraal Station. Het spoorwegperron was ondergronds bereikbaar via de Air Terminus. Naast de grote vertrek- en aankomsthallen waren er loketten, diensten voor de bagageverwerking, een restaurant, enz.
De gevel die naar het stadscentrum is gericht (Keizerinlaan) is erg open, daar bevonden zich de uitstalramen van Sabena.
De Air Terminus in aanbouw, april 1953. Links de Kardinaal Mercierstraat, vooraan de Keizerinlaan. (Foto SN/17181Pr, archief Frans Van Humbeek) |
Dezelfde locatie, maar nu bijna zestig jaar later. (Foto Frans Van Humbeek) |
Gevel van de Air Terminus, kant Kardinaal Mercierstraat. (Archief Frans Van Humbeek) |
Op 15 februari 1954 kon de Sabena-passagiersdienst haar activiteiten starten in de Air Terminus. Een maand later konden de passagiers er ook de bus of de trein nemen naar Brussel Nationaal. Op 4 april 1954 vond de officiële opening plaats van de Air Terminus.
Maxime Brunfaut was er van in den beginne van overtuigd dat een stadscentrum vooral snel en comfortabel moest verbonden worden met luchthavens die steeds verder van het stadscentrum werden aangelegd. De integratie die hij tot stand bracht tussen stadsterminal, openbaar vervoer en internationale luchthaven, kon niet perfecter functioneren. Op 15 mei 1955 opende koning Boudewijn de nieuwe spoorverbinding tussen het Centraal Station en de luchthaven van Melsbroek. Op amper 17 minuten konden reizigers van de Air Terminus naar de luchthaven worden gebracht. In de Air Terminus moesten ze zich 50 minuten voor het vertrek van Europese lijnen aanbieden en 75 minuten vooraf voor de intercontinentale vluchten.
Mededeling over de ingebruikname van de Air Terminus, verschenen in de dienstregelingen en tarieven van Sabena, februari-maart-april 1954. (Archief Frans Van Humbeek) |
Het verhaal van de ondergrondse verbinding werd mij bevestigd door luchtvaarthistoricus Guy Cassiman: “In 1957 ging onze huwelijksreis naar Zwitserland, natuurlijk met het vliegtuig. We woonden in Charleroi maar na het huwelijksfeest was het veel gemakkelijker om de trein te nemen naar Brussel dan met het openbaar vervoer een plaats als Melsbroek te bereiken. We registreerden ons in de Air Terminus voor de vlucht naar Zurich en ook onze bagage werd er geaccepteerd en doorgezonden. We namen de lift naar een ondergrondse galerij die toegang verschafte tot een Sabena-platform in het Centraal Station. Naderhand heb ik de Air Terminus nog veel bezocht, de persdienst was daar ondermeer gevestigd. Voor de Air Terminus had Sabena een stadskantoor in de Koningsstraat 145 in Brussel, in de buurt van de Kruidtuin. Omdat het daar veel te moeilijk geworden was om bijvoorbeeld bussen te laten stoppen, opende Sabena in de onmiddellijke buurt van haar hoofdkantoor een tweede stadsterminus. Die laagbouw bevond zich ongeveer op de plaats van het latere PS-hoofdkantoor.“
Na de bouw van de Aérogare 58 in Zaventem verloor de stadsterminal stilaan haar functie. De ondergrondse spoorverbinding werd buiten gebruik gesteld en de Air Terminus huisvest dan alleen nog maar administratieve diensten van de maatschappij. In 1994 verlaat Sabena het gebouw en het wordt volledig overgenomen door Blaton die het laat renoveren tot een kantoorgebouw. Vooral de binneninrichting van de Air Terminus is grondig gewijzigd en gemoderniseerd.
Een paar dagen na mijn bezoek aan de Brunfaut-tentoonstelling in Brussel bezoek ik de Air Terminus. Niks doet nog vermoeden dat dit ooit het chique Sabena-hoofdkantoor was. Of toch? Ik meld mij aan bij Redworks, in de Putteriestraat 20. Een zeer vriendelijke dame laat mij toe om een kijkje te nemen in de vroegere aankomsthal. Die is verregaand gerenoveerd, enkel het uitzicht naar het Centraal Station is gebleven.
Zicht vanuit de vroegere aankomsthal naar het Centraal Station, anno 2013. (Foto Frans Van Humbeek) |
Cogerimo, een familiebedrijf dat actief is in de vastgoedsector en partner van bouwbedrijf Blaton, verhuurt ondermeer kantoorruimte in de vroegere Air Terminus. Ze huizen in de Putteriestraat 22. Ik ga er binnen in de vroegere vertrekhal, een ruimte die nog altijd de sfeer ademt van de fifties. Aan het onthaal zijn ze iets minder charmant en ik moet het pand verlaten zonder foto. Ik heb wel de schitterende marmeren bekleding en de vloeren gezien. Ik vermoed dat de vloer nog altijd de natuursteen is uit Vaurion (Massangis, Frankrijk). De muren en palen zijn bekleed met Italiaans marmer van Bianco del Mare. De hoofdtoegang in de Kardinaal Mercierstraat geraak ik niet binnen, die is volledig afgesloten. In de vroegere burelen van de toeristische dienst van Congo (hoek Putteriestraat en Kardinaal Mercierstraat), heeft de horecazaak Wings Tavern nu een onderkomen gevonden.
Aérogare 58
Een uitgebreid artikel over de Aérogare 58 (Terminal 1958) van Brussel Nationaal (nu Brussels Airport) verscheen al eerder in Hangar Flying (zie www.hangarflying.eu/nl/node/93).
Belangrijk om te vermelden is wel dat het administratief deel van de Aérogare 58 grondig wordt gemoderniseerd en uitgebreid. Op de site van de oude terminal zullen vastgoedontwikkelaars CODIC en IMMOBEL samen het Gateway-project ontwikkelen.
Het project omvat de volledige herontwikkeling van het vroegere administratief gedeelte van de Terminal 1958. Dat deel van het luchthavengebouw maakte vroeger als kantoorgebouw niet echt deel uit van de luchthaventerminal, en ook in zijn nieuwe bestemming krijgt het geen publieke functie. Er komen moderne kantoren met directe aansluiting tot de nieuwe terminal van Brussels Airport. Het is uiteraard zo dat het ontwerp van 1958 niet meer voldeed aan de huidige eisen van bureautica en brandveiligheid. Aan de prachtige vertrekhal wordt echter niet geraakt.
Juli 2008, bmi Regional Embraer ERJ-145 G-RJXR voor de Aérogare 58. Centraal het torengebouw, links het administratief deel dat wordt gerenoveerd en rechts de oude vertrekhal. (Foto Giovanni Verbeeck) |
De herontwikkeling voorziet niet alleen een grondige renovatie van de huidige structuur maar ook de toevoeging van een bijkomende vleugel om van de U-vorm een gesloten efficiënt geheel te maken rond een indrukwekkend atrium. Het project Gateway moet een mooi voorbeeld worden van een duurzame verbouwing met respect voor het origineel ontwerp van Brunfaut. Het is de eerste stap in de ontwikkeling van een Airport Village, te vergelijken met bijvoorbeeld de luchthaven van Munchen. Kantoren, tentoonstellingsruimte en vergaderzalen –in Munchen vooral in het kader van de auto-industrie– zijn perfect geïntegreerd rond een aangenaam binnenplein.
Artist impression van het Gateway-project door de architecten Jaspers-Eyers. (The Brussels Airport Company) |
Deloitte heeft een huurovereenkomst van lange duur ondertekend voor de ingebruikname van het zogenoemde Gateway-gebouw. Deloitte is met meer dan 2.600 medewerkers en 11 kantoren in België de grootste organisatie op het gebied van audit, accounting, belastingadvies, consulting en financial advisory services.
Arnaud Feist, CEO van The Brussels Airport Company : “We zijn zeer tevreden dat we voor dit innoverende project kunnen samenwerken met professionele en gerenommeerde partners als CODIC, IMMOBEL en DELOITTE. Deze renovatie is een mooi voorbeeld van een duurzame reconversie van een historisch gebouw en zorgt er voor dat een van de iconen van de luchthaven zijn oude glans terugkrijgt. Met dit project bewijst de luchthaven haar potentieel voor dergelijke commerciële ontwikkelingen.”
De Brunfauts drukten een halve eeuw lang hun stempel op het Belgische architecturale landschap. Vandaag zijn er heel wat van hun modernistische gebouwen bedreigd, ondermeer het redactiegebouw van de krant Le Peuple, dat gerenoveerd werd maar weer leeg staat. Gelukkig mogen we zeggen dat de luchtvaartprojecten van Brunfaut –Germinal, Air Terminus en Aérogare 58– vrij goed de tand des tijds hebben doorstaan omdat hun eigenaars toch vrij zorgvuldig zijn omgesprongen met deze modernistische ontwerpen.
Nog tot 9 juni in het Atomium, ‘Brunfaut’s progressive architecture.’ De drietalige catalogus is een uitgave van CFC Editions en is te koop in de winkel van het Atomium (18 euro.) Meer info www.atomium.be/brunfaut. Ook de mooie affiche van de tentoonstelling is daar te koop.
Bij de Brussselse uitgeverij Plaizier verschenen ook een paar mooie postkaarten over de air Terminus en de Terminal van 1958. Meer info www.plaizier.be
Frans Van Humbeek