Avernas-le-Bauduin, 24 en 25 augustus 2013. Na maandenlange voorbereiding en coördinatie vinden dat weekend op het ULM-terrein de Historic Days plaats om het dertigjarig bestaan van de Aéroclub de Hesbaye te vieren met een fly-in. De aanwezigheid van vele bezoekende vliegtuigen werd reeds door hun piloten bevestigd. De meteo is niet zo vrolijk en gooit wat roet in het eten. Ondanks het af en toe miezeren op zaterdag gaat de show toch door. Zondag is het weer gunstiger en soms zelfs zonnig. De bezoekers komen dan in grote aantallen naar het vliegterrein.
De ‘oude’ runway werd van grote pleisters voorzien om aan te duiden dat dit deel niet meer in gebruik is. |
Nieuwe runway
Als positieve reactie op de bedreiging van windmolenparken die op minstens vier vliegvelden in België betrekking hebben, bekwam Avernas de officiële homologatie voor een nieuwe runway. Sinds 9 augustus is een stuk akker in het verlengde van de (oude) piste 23/05, net over de Route de Wamont, omgebouwd tot een landingsbaan en in gebruik. Met een lengte van 300 m is deze iets langer dan de vorige.
De Aéroclub de Hesbaye heeft intussen ook de beroepsprocedure tegen de bouwvergunning van negen windmolens binnen zijn gevarenzone gewonnen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Het is een gevecht dat plaatsvindt tussen advocaten, op papier en in de rechtszalen, onder de benaming ‘groene energie en openbaar nut’.
Filip Lowette is aan het woord als secretaris en woordvoerder van de Aéroclub de Hesbaye : “We kunnen hier uren over praten. Simpel samengevat werd de bouwvergunning voor die windmolens afgewezen. Intussen gaat een beroep tegen de milieubeslissing van minister Schauvliege zijn gang. De windmolens kunnen, ondanks het bekomen van een eerste milieuvergunning, momenteel niet gebouwd worden, daar deze toelating geschorst en ingetrokken werd. Intussen werd een nieuwe vergunning bekomen. Deze laatste wordt door ons betwist en zal door de Raad van State in beoordeling genomen worden. Dat neemt wat tijd in beslag en het zal waarschijnlijk meer dan een jaar duren voor daar een uitspraak over kan komen. En eerlijk gezegd, wij hebben er goeie hoop op.”
“Het zijn keer na keer kleine overwinningen geweest die voor ons belangrijk waren. Tot nu toe hebben we elke veldslag gewonnen zonder al te veel gewonden. De voornaamste verliezen in die strijd waren enkele ego’s en heel wat Euro’s. Vooral langs onze kant, want hen kunnen die uitgaven niet schelen. Zij denken in miljoenen en gebruiken daarbij meerdere advocatenbureaus.”
“Soms lijken de aangehaalde argumenten simpelweg uit het niets gerukt om het dossier wat extra gewicht te geven. Dan denken wij: “Wat heeft dit met Avernas-le-Bauduin te maken ?!”. Zo werden een aantal precedenten die voornamelijk betrekking hadden op de specifieke ligging van het vliegveld van Grimbergen binnen de CTR van de nationale luchthaven als argumenten gebruikt . Doorborende vlakken in het luchtruim kregen hierbij een dimensie binnen het dossier. Terwijl dat in Avernas niet het geval is en het hier ook om een andere vorm van luchtsport gaat, namelijk ULM. De legale normen zijn in ons geval totaal verschillend. De circulaire GDF-04-U is van toepassing, zoals wettelijk bepaald door het DGLV.”
“Mede dankzij deze circulaire werd een zes pagina’s tellende argumentatie vanuit de windmolenlobby door de rechter afgeschoten. Vrouwe Justitia pende een beslissing neer in niet meer dan één paragraaf van zes regeltjes. Wij zijn blij om het verkregen resultaat. Het blijft een strijd, dus: we zien wel. Onze advocaten gebruiken creatieve en bruikbare oplossingen om gegronde argumenten te pleiten. We blijven proberen!”
Een bewogen traject
Dertig jaar geleden werd de Aéroclub de Hesbaye boven het doopvont gehouden door Daniël Matagne en Arthur Moureau. In juli 1983 werden de eerste vluchten uitgevoerd vanop een terrein in Les Waleffes, op vijftien kilometer van de huidige locatie. De geschiedenis en het bewogen traject van de ULM-club werden in 2011 uitvoerig beschreven door Frans Van Humbeek. U kan het hier lezen.
Met deze nieuwe runway werd voor de vierde maal een gazonpiste aangelegd door de club. Aan ervaring op dit gebied hebben ze dus geen gebrek…
Een greep uit het aanbod
Een zeer zeldzame Chotia Gipsy is ongetwijfeld één van de opmerkelijke toestellen op het programma. De OO-635 werd in 1983 door Daniël Matagne volgens een plan gebouwd, later verkocht en meerdere malen doorverkocht. Daniël kon het toestel uiteindelijk terugkopen, echter in vrij slechte staat. Na volledige restauratie ziet het er nu als nieuw uit. De structuur bestaat uit hout en aluminium, vele meters stalen kabels en spandoek. Een tweetakt Rotax 277 ééncylinder zorgt voor 26 pk. Deze brengt het charmante vliegertje tot een maximum snelheid van 90 km/u. De kruissnelheid bedraagt ongeveer 60 km/u, terwijl het bij 36 km/u overtrekt. Arthur Moureau zorgt voor de vluchtdemonstraties op Avernas-le-Bauduin. Een begeleider lijkt noodzakelijk tijdens het taxiën. De OO-635 beschikt niet over remmen, misschien heeft het toestel ook een neiging om op de neus te gaan staan? De Gipsy geeft echt het gevoel van hoe het in de beginjaren was.
In de static show valt een beter gekende ULM van dezelfde ontwerper John Chotia te zien: de Weedhopper, die in de V.S. reeds in 1978 op de markt kwam. De Weedhopper werd wereldwijd één van de ULM’s die de sport bekend maakte en commercieel succes kende. In die categorie zaten ook toestellen als de Quicksilver en de Rotec Rally. In België werd de Dynali Chickinox een groot succes. Ook de Fulmar, Microbel, Butterfly, Sirocco en andere werden in ons land gemaakt. Twee Microbel-exemplaren zijn tijdens dit evenement zichtbaar. De eerste is hier gebaseerd en wordt door Hugo Maes regelmatig in de lucht gebracht. De andere kwam op bezoek vanuit Liernu.
Omringd door fluo kegels op het grasveld valt ook een intrigerende hoogdekker éénzitter met pusher propellor op. Een buitenbeentje? Het gaat om de Cabis II, een in ons land ontworpen en gebouwde ULM. Filip Lowette geeft wat verduidelijking: “Dit toestel is het oorspronkelijke prototype dat door de gebroeders Cappuyns ontworpen en gebouwd werd en in 1986 voor het eerst vloog. Dit is het enige exemplaar ter wereld en is nog in vliegwaardige staat. Het was waarschijnlijk de eerste keer dat in België een 3-asser ULM, voornamelijk in composiet ontworpen, gemaakt werd. Raar genoeg is er nooit een vervolg aan gekomen, ondanks dat het bij mijn weten om een project ging dat voor commercialisatie bestemd was. De benaming Cabis II doet vermoeden dat er ooit een Cabis I geweest is.”
De Cabis II (OO-745) is ook vrij makkelijk te demonteren voor vervoer. Een Rotax 477 luchtgekoelde motor met 436 cc cylinderinhoud en 40 pk is de krachtbron om het toestel aan een kruissnelheid van 140 km/u voort te bewegen. De Cappuyns zijn via hun bedrijf Capco Aviation ook invoerders van de in Italië geproduceerde Tecnam P92 Echo ULM’s en vliegtuigen, waaronder de tweemotorige P2006T die vorige maand uitvoerig door Hangar Flying besproken werd.
Een vrij ongekend Belgisch ULM-ontwerp dat voor het eerst in 1986 vloog: de Cappuyns Cabis II. Dit unieke exemplaar stond in de static show. |
Op de stand van de Réseau du Sport de l’air de Belgique (RSAB) ontdekken we hoe je zelf een vliegtuig kan bouwen met de bedoeling ermee in de lucht te gaan als piloot. De gebruikte materialen omvatten voornamelijk houtconstructie, aluminium en/of staal en composites. Meestal gaat het om een beetje van de drie. Alhoewel het maken van zo’n vlieger niet zo bijzonder moeilijk is, vraagt het als klusser toch heel wat voorkennis, ervaring en discipline. Een vrij eenvoudig project dat vanaf een ‘kit’ vertrekt kan op ongeveer driehonderd werkuren in vlucht gebracht worden. Sommige kits vergen niet eens honderd werkuren, maar zijn dan duurder door de vele voorgebouwde elementen.
Wanneer je strikt vanaf plans wil vertrekken, reken dan een minimum van duizend uren, wetende dat tweeduizend een gemiddelde is om een vliegtuig va A tot Z te bouwen en af te werken… Dat is uiteraard afhankelijk van de gebruikte technieken, de complexiteit van de constructie, het gereedschap waarover men beschikt en de ervaring en handvaardigheid van de bouwer.
Marc Vanbrabant bouwde ooit deze Kitten J3 OO-914 die dit weekend door Arthur Moureau prachtig voorgevlogen wordt. Op deze foto zit Arthur in de cockpit. |
Zelfbouwers zijn trouwens sterk vertegenwoordigd dit weekend. Om enkele types te noemen: Mignet HM293 Pou du Ciel, Cabis, Minimax, Gaz’Aile, Minibulle, Kitten J3, Murphy Renegade Spirit, Gipsy, Colomban Luciole, Colomban Cri Cri, Kiebitz enzoverder. Dit toont aan dat er veel interesse blijft bestaan voor die bijzondere activiteit binnen de luchtsport. In de hangars worden vier “amateurconstructies” in verschillende stadia van afwerking getoond.
Op de stand van de Réseau du Sport de l’Air Belgique asbl (RSAB) geeft Paul Lepage op enthousiaste wijze uitleg over de club-constructie van de MB 02 Mini Bulle waarvan de bouw goed vordert. Dit toestel werd in Frankrijk ontworpen door Ir. Michel Barry: één van zijn welgekende creaties. |
De door Fransman Serge Pennec ontworpen Gaz’Aile houtconstructie van bouwer Alain Gathoye uit Visé kwam onlangs op TV (RTBF, in de uitzending Télétourisme van 22 augustus j.l.). Vooral de de eerste zeven minuten zijn voor ons interessant, hiermee werd het zelfbouwgebeuren in België in de schijnwerpers gezet, al gebeurde het op een min of meer grappige wijze. Toch is het positieve publiciteit. Alain bouwt daarbij een diesel automotor in en voorziet de mogelijkheid tot verre navigaties met zijn toestel.
Jean-Marie Ravoisin toont de vrijwel afgewerkte romp van de derde Minimax die hij bouwt. Daarin zitten enkele verbeteringen ten opzichte van de vorige toestellen die hij maakte en waarmee hij vloog, zoals een bredere cockpit om wat meer lichaamscomfort te bieden. De man brengt bovendien enkele goed uitgedachte moderniseringen en gewichtsbesparingen aan door het gebruik van koolstof- en kevlarvezels, Klegecell en honeycomb. Een tweecylinder Zenoah G50 van 45 pk, uitgerust met een elektrische starter, staat al gemonteerd. In dit project zal hij de vleugels van zijn vorige Minimax gebruiken.
Patrick Dupont is de bouwer van een Kiebitz P5 (OO-F88). Deze tandem tweezitter ULM dubbeldekker werd vanaf plannen gebouwd die door de Duitse ontwerper Michael Platzer getekend werden. De naakte romp van zo’n type toestel wordt in de brede deuropening van de Noordoost-hangar tentoongesteld. Het gaat om een mooie metaalconstructie met vele klinknagels.
Er is een alternatieve manier om je droomvliegtuig in de lucht te brengen: Guy Hoffmann bouwde zijn dubbeldekker Murphy Renegade Spirit 54-KS niet zelf, maar gaf dit in opdracht aan ervaren mensen. Zijn toestel dateert uit 1985. Guy zorgt dit weekend voor een aantal mooie demonstraties.
Het charmante koppel Toon en Thea Jacobs is door de Hangar Flying lezers reeds bekend van hun vele vliegtuigconstructies. Tijdens de Avernas Historic Days tonen zij hun Colomban MC15 Cri-Cri PH-THE die nu met Electravia elektromotoren uitgerust is en prima vliegt zonder benzineverbruik. Ondanks de bijzonder kleine afmetingen en het lage gewicht van het toestel is dit geen ULM, maar een PPL sportvliegtuig dat hier dus enkel als ‘static’ tentoongesteld staat.
Het echtpaar Toon en Thea Jacobs bouwden samen de Colomban MC15 Cri Cri. Het toestel vliegt sinds 1994. Nu heeft Toon zijn toestel met Electravia-elektromotoren uitgerust. |
De West-Vlaamse motorfabrikant UL Power Aero Engines zorgde in Avernas voor een eigen stand. Met direct drive motoren gaande van een 2.6 liter, viercylinder boxer van 97 pk (die in volledig geïnstalleerde versie zes kilo lichter is dan de Rotax 912 100 pk) tot de zes cylinder UL520iS die 200 pk levert, vind ik het bedrijf noemenswaardig.
Deze in eigen beheer ontworpen motoren worden volledig in huis geproduceerd en geassembleerd, alhoewel een aantal elektronische componenten uit het buitenland komen. Zo worden een aantal aluminium onderdelen – waaronder het motorblok – via volledig geautomatiseerde draai- en freesbanken uit de massa gehaald, zonder het klassieke metaalgietwerk. Daarbij bekomen zij een hogere precisie en kwaliteit. Alle mechanische delen worden zelf ontwikkeld.
Ook de motorontwerpen zijn innovatief. Buiten een gunstige fuel-efficiency biedt de volledig elektronische benzine-injectie twee voordelen: namelijk dat carburator icing onbestaand wordt en dat de correcties voor density altitude niet meer van toepassing zijn voor de piloot: de motor past zich automatisch aan de omstandigheden aan. UL Power verkocht reeds een driehonderdtal motoren, voornamelijk buiten Europa.
Een andere opmerkelijke deelnemer is de Guépard 2 XJ01 éénzits autogyro met een Rotax 582 tweetakter van 65 pk, waarvan dit weekend twee exemplaren op het grasveldje staan. Het gaat om een Belgisch ontwerp dat in kit te verkrijgen is. Tot hier toe werden zeven exemplaren verkocht. Ontwerper Joël Tilquin streefde naar een zo groot mogelijke stabiliteit en gezonde, veilige vliegeigenschappen. Het design werd volledig via CAD ontworpen en berekend. Dat gebeurde in nauwe samenwerking met Xavier Averso, die 35 jaar ervaring heeft in het ontwerpen en bouwen van dat soort luchtvaarttuigen én in het vliegen ervan. Die man testte ook uitvoerig het Guépard 2-prototype dat volledig aan de verwachtingen bleek te voldoen. De enige modificatie die nodig was tussen het oorspronkelijke ontwerp en de nu verkrijgbare versie is een koelradiator met grotere afmetingen. Op aerodynamisch gebied was alles zoals gehoopt en bracht het een evolutie.
Hoge staartvlakken uit koolstofvezels hebben horizontale vinnen van het ‘Florida’-type en liggen netjes in het centrum van de propellerstroom. De zetel is uit doorschijnende kunststof gemaakt en is tegelijkertijd de benzinetank. Op die manier varieert de ligging van het zwaartepunt amper tijdens het vliegen, zodat dit steeds zo dicht mogelijk bij de propelleras ligt, wat zorgt voor extra stabiliteit. Ook typisch Belgisch: er wordt gebruik gemaakt van het landingsgestel van de Microbel dat perfecte demping biedt.
De tweebladige Stella-rotor en controlekop werden door Joël ontworpen, alhoewel deze niet onder zijn naam gecommercialiseerd worden. Dit geheel geniet in Frankrijk al een tijd van faam en naam, het wordt door meerdere gyrocopterfabrikanten gebruikt.
Tijdens de flight-presentaties observeer ik de Guépard 2 die door bouwer en eigenaar Raphaël Winkin gevlogen wordt. Met stilstaande rotor taxiet de piloot tot het holding point en brengt dan via een riemkoppeling de rotor in beweging tot het gewenste toerental bereikt is. Dat duurt ongeveer een minuut. Wanneer de omwenteling stabiel is, wordt de rotor ontkoppeld en brengt hij de motor op volle toeren. Het toestel stijgt relatief kort op, maar niet korter dan sommige ULM’s. De stijgsnelheid lijkt vrij groot. Het geluid van de gyro in vlucht doet meer denken aan een DPM dan aan een helikopter. Het typische ‘chop chop’-geluid is enkel te horen wanneer de rotor extra belast wordt, zoals tijdens de scherpere bochten. Op veilige hoogte wordt getoond hoe traag het toestel kan vliegen, ongeveer twintig km/u, vanop de grond lijkt het toestel bijna stil te staan. Hierbij treedt een gering hoogteverlies op en lijkt alles stabiel tijdens dit manoeuvre. Daarna maakt Raphaël een indrukwekkend korte landing en staat na ongeveer twintig meter volledig stil. Mooi!
De term Short Takeoff and Landing (STOL) wordt even later duidelijk gedemonstreerd door de Zenair OO-D22 en Alisport Yuma OO-E62 hoogdekkers. Verder zorgen twee Zenair CH601UL laagdekkers die in formatie vliegen voor een goed uitgevoerde show waaraan duidelijk de nodige training voorafging. Pleincommandant en instructeur Christophe Theunis demonstreert de elegante Fly Synthesis Wallaby. Samen met collega Philippe Hendrickx is hij één van de bezielers die de Avernas Flight School beheren en ook de Delta Trike Aviation Combo FC importeren.
Het evenement krijgt door de deelneming van twee sympathisanten uit de “grotere” sportvliegerij wat extra glans: de North American T-28 Trojan van Kris Vandenbergh maakt enkele fly-by’s zodat we het prachtige geluid van zijn stermotor kunnen beluisteren en ook de snelle Glasair II van G. Reynaerts is een bezoeker die niet landt maar toch enig genot brengt.
De FK12 Comet OO-F67 met ‘single rear Race Canopy‘ van Artur Moureau. In deze tweezitter is de voorste cockpit door een plaat afgesloten. |
Buiten de reeds aangehaalde Murphy Renegade Spirit van Guy Hoffmann, zijn twee prachtige FK12 Comet dubbeldekkers de showstelers. De ene is geel en biedt twee zitplaatsen, de andere is een éénzitter en heeft een oranjegeel tintje. Beide hebben een rookinstallatie die voor wat extra spektakel zorgt, mits een oliegeurtje…
De snellere ULM’s kregen nog geen aandacht. De allersnelste ULM is hier ter plaatse en kan probleemloos van de relatief korte graspiste opstijgen en er opnieuw landen. Deze in Tsjechië gemaakte VL3 Evolution is volledig uit koolstofvezels gebouwd en heeft een kruissnelheid van 270 km/u. Op volle tanks kan men tot 2400 km aan een stuk vliegen.
De evolutie in het ULM-gebeuren is intussen enorm. Het eenvoudige vliegplezier lijkt met de jaren voor een stuk vervangen door een drang naar performance en glass cockpits. Dat gaat ook gepaard met een minder aantrekkelijk prijskaartje. Wat blijft er in 2013 nog over van de oorspronkelijke spirit die ULM in de jaren tachtig van vorige eeuw op gang bracht? Er zit blijkbaar opnieuw een gat in de markt?!
Tijdens dit bezoek aan het vliegveldje dat exact op de taalgrens zit, valt me op hoe goed Vlamingen en Franstaligen hier samenleven en in de praktijk tot positieve, constructieve dingen kunnen komen.
Huiswaarts…
Tot en met zondagavond is het een mooi vliegfeest waar heel wat prachtige passie zichtbaar en voelbaar is… We krijgen een ongewoon uitgebreid assortiment aan ULM’s over een periode van ongeveer dertig jaar te zien. Aan een gezellige sfeer en contacten is hier bovendien geen gebrek. Dankzij een massa vrijwilligerswerk door de leden wordt elk klein aspect in goede banen geleid. Een evenement dat vlot en zonder incidenten verloopt is altijd mooi meegenomen.
Met om en bij de zeventig deelnemende toestellen, waarvan 55 op zondag en een duizendtal bezoekers over het weekend zijn de organisatoren blij en beschouwen zij hun evenement als een succes dat met beter weer misschien dubbel zoveel volk had kunnen aantrekken.
Dit Lite Flite Dragonfly sleeptoestel van Australische makelij wordt gebruikt door Avia Airsport, een afdeling van de Koninklijke Sportieve en Culturele kring van Defensie die op weekends en feestdagen opereert vanaf de militiaire basis te Beauvechain (EBBE) om er deltazwevers en Aériane Swifts mee in de lucht te brengen. |
Postscriptum in memoriam
Amper vier dagen na de Historic Days gebeurde een tragisch ongeval op de piste van Avernas-le-Bauduin. Na met volle teugen genoten te hebben van de dertigste verjaardag van de vliegclub die hij ooit met zijn dierbare vriend Daniël oprichtte, verloor Arthur Moureau het leven tijdens een crash aan boord van zijn FK12 Comet OO-F67. De man overleed terwijl hij bezig was met één van de meest geliefde activiteiten in zijn leven, op één van de plaatsen waar hij zo graag vertoefde. Met vliegpassie tot en met het laatste moment…
Zijn rouwbrief begint met deze woorden: “Il ne faut pas pleurer pour ce qui n’est plus, il faut sourire pour ce qui a été”. Vrij vertaald: “Wees niet treurig om wat verdwenen is, glimlach om wat bestaan heeft”. Laat ons uit respect en in stilte over deze woorden nadenken…
Tekst en foto’s: Manu Godfroid