Belgian Virtual Tigers, geen spel maar simulatie

TBRbvt01.jpg

Brugge, 30 maart 2014. Voor echte piloten is het simulatorvliegen niet meer weg te denken. Maar ook bij luchtvaartliefhebbers zitten er heel wat flightsim fanaten. Dat je daar bijzonder ver kan in gaan bewijzen de piloten van de Belgian Virtual Tigers (BVT,) een Vlaams virtueel squadron dat al enkele jaren actief is op Falcon 4 BMS. Om zichzelf aan het grote publiek voor te stellen hielden de virtuele piloten een demonstratiedag in Brugge.

“Velen kennen ons wel van op airshows waar we af en toe een demonstratie verzorgen,” zegt Mathias ‘Eagle-Eye’ Jacobs-Anseeuw, Flight Ops Officer van de Belgian Virtual Tigers. “Maar voor velen is het een grote stap om zich spontaan aan te melden om lid te worden. Hier in Brugge willen we iedereen verwelkomen die ons aan ‘het werk’ wil zien, vragen stellen of gewoon zelf eens het virtuele luchtruim willen verkennen.”

De Belgian Virtual Tigers zij aan zij op de demonstratie in Brugge. In het rood Mathias ‘Eagle-Eye’ Jacobs-Anseeuw, in het blauw Ghislain ‘Doc’ Noël en uiterst rechts Commanding Officer Jens ‘Gunz’ Vanhoof. Verder herkennen we achteraan nog Hugo ‘Boots’ De Smet en Mario ‘Lowflyer’ Maes.

Maar wij willen weten wat er achter die virtuele piloten zit. Commanding Officer Jens ‘Gunz’ Vanhoof legt uit: “Wij zijn een bende F-16-enthousiastelingen die samen virtueel vliegen. De jongste is 24 jaar, de oudste is er 63. De Belgian Virtual Tigers bestaan dit jaar 15 jaar. Wij zijn gebaseerd op het echte 31 Tiger Squadron uit Kleine Brogel, waar ik trouwens aan de slag ben als missionplanner. ”

Waar er in de begindagen in 1999 nog militair en civiel werd gevlogen op diverse software systemen, zijn de virtuele tijgers nu vooral actief in Falcon 4 BMS 4.32 (www.benchmarksims.org) en in mindere mate IVAO (www.ivao.aero).

Probation pilot
In principe kan iedereen lid worden van de BVT’s: “Je komt binnen als probation pilot met weinig kennis. Met een uitgebalanceerd vliegprogramma kan je echter uitgroeien naar een element met veel verantwoordelijkheid. Dat gaat van 2-ship-lead naar 4-ship-lead tot COMAO Lead waar je 10 tot zelfs 20 of 30 andere piloten gaat aansturen. Wij vliegen heel tactisch: offensieve en defensieve technieken, Standard Instrument Departures (SID), bijtanken in de lucht, enz. Een keer per maand komen we samen in Edegem, waar we dan beetje dieper ingaan op de materie. Natuurlijk houden we het op een unclassified niveau en volgens de beperkingen van de game. Je ziet: het is niet enkel vliegen maar ook studeren. Het vergt veel van nieuwelingen: een pak cursussen doorgronden om bijvoorbeeld een bombardementsmissie uit te kunnen voeren. Virtueel hé!”

Alles wordt gesimuleerd bij de Belgian Virtual Tigers, ook het bijtanken in de lucht.

Ghislain ‘Doc’ Noël droomde ooit om F-16 piloot te worden, maar werd afgekeurd wegens een zeer lichte vorm van kleurenblindheid: “De vraag die we altijd moeten beantwoorden is: Kun jij nu met jouw kennis met een echte F-16 vliegen?” Geen idee, maar we kunnen zeker met een echte simulator vliegen. Maar aan boord zelf? Opstarten en opstijgen zal wel lukken. Maar wij missen het echte gevoel op onze bureaustoel. Geen g-krachten noch turbulentie. En als we een fout maken riskeren we ook nooit ons leven, hé? We hebben een deel van de theorie misschien onder de knie, maar noem ons geen F-16 piloten. We zijn in principe slechts een computerclubje, niet?”

Ook in de virtuele wereld doet de Electronic Flight Bag haar intrede natuurlijk.

Uitgebreide briefing
Bij elke zending die we vliegen is er een Desired Learning Objective (DLO), inclusief een briefing en debriefing. Hierin overlopen we alles tot zelfs navigatie en communicatie. We moeten natuurlijk rekening houden met de beperkingen van de simulator, maar het komt toch aardig in de buurt van het echte werk. Gunz kan beide werelden zien… en het verschilt toch niet veel lacht hij: “Komen de mannen terug van een vlucht is het tetteren over de zending, achteraf in de bar opnieuw. Hier bij ons net hetzelfde… Na de vlucht samen een pint pakken en blijven babbelen over hoe de afgelopen vlucht was.”

“Wat het ook leuk maakt is dat we niet de enige zijn die met Falcon BMS vliegen. Wereldwijd zijn er naar schatting een 180.000 gebruikers en zo vliegen we soms samen met Deense en Italiaanse virtuele squadrons. Dat maakt het nog een dimensie realistischer. We hebben zelfs ooit een mini-‘Desert Storm’ gevlogen met 75 piloten aan de Blue-side. Het is een dunne lijn tussen virtueel en echt.”

Cockpit nabouwen
“Ik moet toch toegeven dat het een verslaving wordt,” lacht Doc. “en je kan er veel geld aan uitgeven. Er zijn zelfs leden die een echte cockpit nabouwen, inclusief schietstoel. Maar dat is geen vereiste natuurlijk. Het minimum is een recente computer met een goede grafische kaart, koptelefoon plus microfoon, IR-tracker en een goede joystick/throttle. Maar al snel ga je investeren in een tweede scherm en een extra toetsenbord, een duurdere joystick met Force Control. Zoals in de echte F-16 kan je een force sensing stick gebruiken, dus een stick die niet meer dan enkele millimeter beweegt en op basis van de hoeveelheid druk die hij registreert meer/minder input geeft aan de stuurvlakken. Dat laatste maakt de F-16 net zo geschikt om als sim te vliegen. In feite is de F-16 ook een computer waar ze vleugels hebben aangehangen.”

Extra schermen en klavieren zijn bijna een must voor wie verder wil gaan in het virtueel tactisch vliegen.
Aan de koptelefoon ook een IR-tracker waarmee de computer de beweging van het hoofd volgt en de piloot kan rondkijken in het spel.

Tussen echt en virtueel
Of de echte piloten op hun virtuele tegenhanger neerkijken willen we weten: “Ze zijn eerder verbaasd,” zegt Gunz. “De virtuele wereld staat heel dicht op de realiteit. Tijdens het voorbereiden van de Fighter Weapons Instructor Training-cursus (FWIT) was één van de piloten opzoekingen aan het doen en kwam zo op één van onze Youtube-filmpjes. Hij was onder de indruk hoe dicht het de realiteit benaderde. Ook de Operational Conversion Unit (OCU) van Kleine Brogel gebruikt in beperkte mate de software voor cockpittraining. In de ontwikkeling van de simulator zitten ook enkele echte piloten uit diverse luchtmachten wereldwijd.”

Beter mijn job uitvoeren
“Bij het squadron weten ze dat ik virtueel vlieg,” gaat Gunz verder. “Het is zelfs zo dat ik door het virtueel vliegen beter mijn job als missionplanner kan uitvoeren. Brandstofverbruik is voor mij geen abstract begrip, ik kan het linken aan het echte leven. Ze zouden er ook niets op tegen hebben dat wij met de Virtual Tigers eens een demonstratie zouden geven aan hen.”

Om maar te illustreren hoe levensecht de simulator is: “Ik had mijn drie schermen aangesloten en vloog in een verduisterde kamer, op den duur ging ik echt op in de beweging en begon misselijk te worden”.

“Nieuwe piloten zijn zeker welkom. Naast de computer is vooral de wil om te vliegen belangrijk. We proberen minstens twee keer per week online te vliegen: op woensdag en zaterdag. Vroeger was het: een ‘bruggeke’ gaan bombarderen, brugje plat en terug naar de basis. Nu is het echt een briefing van een half uur tot drie kwartier. Waarin we de ganse vlucht briefen naar de rest van de piloten. Het leuke is dat door die briefings iedereen mee is met hetzelfde beeld. Allemaal samen vertrekken en iedereen weet zijn positie. Wat dus mooie formaties oplevert. Het was ooit anders: opstijgen en totaal aan je lot overgelaten worden.”

Checkruns
“Nieuwe leden worden zeker niet scheef bekeken,” gaat Doc verder. “We stellen een leerprogramma op, doen oefenvluchten en checkruns (=examenvluchten). Zo word je dus meegenomen om te leren. De sim is immers zodanig ingewikkeld geworden dat je niet anders kan dan het te leren van de ervaren gebruikers. De steile leercurve kan sommige mensen misschien afschrikken in het begin, maar het blijft een simulator en geen spel hé? Zelf duurde het drie maand voor ik deftig kon landen,” lacht hij.

“Iedereen kan het op z’n eigen tempo aanleren,” vult Gunz aan. “We verlangen dat je progressie laat zien. We zullen heus niemand opeens weigeren omdat het niet wil lukken. Naast online elkaar helpen zijn we zelfs al uitleg gaan geven bij iemand thuis. Er is dus meer dan alleen virtuele interactie tussen leden.”

Een goede HOTAS joystick/throttle zoals hier bij ‘Eagle-Eye’ is bijna de standaarduitrusting voor de virtuele piloten.

Beruchte combat flight simulator
Het softwareprogramma dat ze gebruiken is gebaseerd op Falcon 4.0, de beruchte combat flight simulator video game uitgebracht op 12 december 1998. Het spel is ooit gebaseerd op een realistische simulatie van de Block 50/52 F -16 Fighting Falcon straaljager in een full scale moderne oorlog op het Koreaanse schiereiland. Daarnaast zijn er ook extra theaters beschikbaar (Aegan area, Balkans, Guam, Israel en buurlanden). In de geschiedenis van de computerspelen is de simulator ondertussen één van de langst lopende game series met dezelfde basiscode.

“Het leuke nu is dat het de gebruikers zelf zijn die het spel uitbreiden,” zegt Doc. “Dat gaat van nieuwe beschildering van de gebruikte vliegtuigen tot een compleet nieuw theater om in te vliegen. Anderen werken dan weer aan de code om het zo realistisch mogelijk te maken. We weten dat er ook minstens een Belg en een Fransman betrokken zijn bij het verder ontwikkelen van de software, naast een pak Grieken en Israeli’s.”

Naast alle cursussen werken de virtuele tijgers ook alle achtergrondinformatie rond de mogelijke bewapening van de tegenstanders uit. Net echt dus!

De Virtual Tigers eens aan het werk zien? Op YouTube kan je diverse video’s kijken zoals formatievliegen: www.youtube.com/watch?v=AiQRNT-9G08 of enkele virtuele missies die ze vlogen www.youtube.com/watch?v=xS_bxSumZps en www.youtube.com/watch?v=Y20HYy7ucOU

De Tigers kan je contacteren via hun Facebook pagina: www.facebook.com/BelgianVirtualTigers

Tekst en foto’s: Tom Brinckman

Picture of Tom Brinckman

Tom Brinckman

Is de Hangar Flying webmaster en afkomstig uit Sint-Michiels Brugge. Hij is actief als grafisch medewerker en freelance (pers)fotograaf. Op jonge leeftijd raakte hij gefascineerd door militaire en kleine luchtvaart. Die luchtvaartpassie combineerde hij samen met fotografie. Als fotograaf en reporter gaat hij op zoek naar sterke beelden en verhalen uit de Belgische luchtvaart. Je kan hem ook vaak op airshows in binnen - en buitenland vinden... of met de neus in een goed (luchtvaart)boek.

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer