Zaventem, 7 mei 2014. Eind vorig jaar kondigden we op onze website de grootse expansieplannen vanuit Brussel van het Spaanse Vueling al aan (die impressie, met de belangrijkste wapenfeiten van de maatschappij, kan je hier bekijken), met de start van het zomerseizoen op Brussels Airport zijn de nieuwe diensten dan ook stap per stap werkelijkheid geworden. Vueling verhoogde het aantal rotaties op bestaande bestemmingen en voegde een waaier van nieuwe steden toe aan het aanbod vanuit Zaventem. Brussels Airport werd ook een basestation voor de Spaanse prijsvechter, met minstens één toestel dat ’s nachts in België blijft slapen. Is dit een eerste stap naar een derde hub voor Vueling, naast Barcelona en (sinds kort) Rome-Fiumicino? Ik vloog deze maand alvast mee naar Palma de Majorca, één van die nieuwe bestemmingen.
Majorca en the Belgian connection
Ah, Majorca, de oerbestemming voor de Belgische zonnekloppers… Zelf is het bijna twintig jaar geleden, toen ik om 8u ’s morgens samen met mijn grootouders van een 737 van Sobelair stapte, dat ik nog op dit eiland geweest ben. Ik kan me voorstellen dat het voor vele Belgische, maar ook Duitse, Engelse… gezinnen vaak een van de eerste reisbestemmingen moet geweest zijn: een weekje (of twee) luieren aan het strand om dan zo rood als een kreeft terug te vliegen naar het druilerige Noord-Europa. Twintig jaar geleden, dat was de tijd van de typische pakketreizen: je koos in een van die dikke vakantiebrochures op basis van een vijftal lageresolutiefotootjes een hotel dat je voorkeur wegdraagt, ging dan zo snel mogelijk naar je reisagent (vroegboekkorting!) en hoopte dan maar dat je gekozen hotel nog niet volzet was. Je kon dus thuis best al maar een tweede keuze gemaakt hebben, en een derde, als alternatief voor je droomvakantie.
Was de dag dan eindelijk aangebroken, werd meteen alles voor je geregeld: de tranfer naar Zaventem om 4u ’s ochtends, waar je je dan moest aanmelden bij de ‘hostesse’ om je strandbal en -tas in ontvangst te nemen om vervolgens in de lange check-inrij te gaan staan (“rokers- of niet-rokersplaats aan boord?”). Aan boord van het Sobelair- of Air Belgiumtoestel kreeg je dan ontbijt op een plastieken traytje, en met wat geluk wou de vriendelijke passagier naast jou zijn sandwich met kaas wel ruilen voor de jouwe met ham, of vice versa. Tijdens het vliegen gaf de captain een kaart door met de vluchtroute, de vlieghoogte en het weer op bestemming. Ook cockpitbezoekjes waren toen nog niet uit den boze, voor kinderen weliswaar… Eens veilig geland op de luchthaven van bestemming stond de bus naar je hotel al klaar en een uurtje later kon je dan genieten van twee weken zorgeloze rust, de reizigers die een hotel uit een hogere prijscategorie gekozen hadden, konden vaak nog aanschuiven aan het ontbijt. Maar is er ondertussen dan zoveel veranderd? Nee, helemaal niet, eens ik in Palma een voet buiten de luchthaven zet, zie ik een leger toeristenbussen aanschuiven voor de terminal, wachtend op een volgende lading pakketreizigers.
Want inderdaad, de pakketreizen blijven erg gewild, zeker bij families met kinderen die ongestoord van hun rust willen genieten en de vakantieplanning op iemand anders willen afschuiven. En je kan ze (misschien) geen ongelijk geven, want soms durft het al wel eens mis te lopen… Wat er wel veranderd is: de kleurrijke chartermaatschappijtjes met een handvol vliegtuigen van weleer zijn ondertussen grotendeels vervangen door internationale concerns zoals TUI (waarvan het Belgische Jetair een dochter is) of Thomas Cook. In de wereld van de charters zien we dezelfde trend als bij de lijndiensten, alleen de sterksten overleven en slokken de kleintjes op.
De digitale revolutie in de reiswereld (denk: low-costmaatschappijen, internet, booking.com, tripadvisor.com, om maar enkele begrippen op te sommen) heeft er wèl voor gezorgd dat je als reiziger nu de keuze hebt hoe je je vakantie wenst te plannen en te beleven. Moest je twintig jaar geleden geprobeerd hebben om met Iberia of Sabena (de klassieke chartermaatschappijen boden toen vaak geen “flight only”-optie aan) op zonvakantie te gaan was je niet alleen een smak geld kwijt, maar hoe ging je dan eigenlijk een hotel boeken ter plekke? Met pen en papier, of per fax? En welk hotel dan, überhaupt… Vandaag kan je dat allemaal zelf bepalen en waarschijnlijk aan een fractie van de kost van vroeger; je kan immers zelf vergelijken welke luchtvaartmaatschappij, autoverhuurder, welk hotel etc. het goedkoopst is en/of het meest aan je eisen voldoet. De prijzen van dit alles, zeker buiten de schoolvakanties, zijn nog nooit zo laag geweest. De vraag of dit een goede zaak is, laat ik in het midden.
En soms loopt het dus mis…
Daar sta ik dan, om 4u ’s ochtends, als laatste in de rij in een overvolle terminal. Slechts één check-inbalie is geopend voor onze vlucht. Het check-insysteem waarmee Vueling werkt is down, maar gelukkig kan de agente ook met het systeem van partner Iberia aan de slag, waardoor de passagiers met mondjesmaat geaccepteerd kunnen worden. Uiteindelijk vertrekken we in Brussel met een kwartier vertraging, peanuts in de luchtvaartwereld, de bloktijden van de vluchtsectoren zijn zo ruim bemeten dat een minimale vertraging tijdens de vlucht goedgemaakt kan worden. We zullen dan ook mooi op schematijd aankomen op Majorca.
Hip, strak, trendy… het zijn enkele gedachten die het corporate image van Vueling kunnen oproepen. Aan boord vinden we lederen slimline zitjes van het gerenommeerde Recaro. |
Wat me meteen opvalt, is het type passagiers dat we vandaag aan boord hebben. Geen hippe, jonge reizigers die bij het imago van Vueling te verwachten zijn, maar eerder dezelfde pluimage als op die Sobelairvlucht twintig jaar geleden. Families met (erg jonge) kinderen, bejaarde koppels en -vriendengroepen. Ze hebben duidelijk hun weg naar het internet én naar Vueling gevonden. De man op zitplaats 6A, achter me, vliegt voor de eerste keer; zijn vrienden hebben een ticket voor hem geboekt. Niet met Jetairfly of Thomas Cook, wel met Vueling, dat was goedkoper.
Aangekomen in Palma laat ik het leger toeristenbussen aan me voorbijgaan en ga ik mijn huurwagen ophalen. Ondertussen staat mijn telefoon roodgloeiend van de gemiste oproepen. Blijkbaar heeft booking.com me trachten te contacteren, er zou een probleem zijn met mijn hotelreservatie. Aan de andere kant (in Engeland) geen antwoord, maar ze hebben me blijkbaar ook een mailtje gestuurd: “je hotel is overboekt, maar we hebben al iets anders voor je geregeld…”. Zoek het allemaal maar uit zonder ‘hostesse’.
Majorca dus. Voor ieder wat wils hier: zonnekloppers en massatoerisme en sangria, fish and chips en Bratwurst und Sauerkraut maar eveneens ook pittoreske dorpjes, slingerende bergweggetjes met fantastische uitzichten en schattige, kleinschalige hotelletjes. Als je geluk hebt en je hotel niet “overboekt” is, weliswaar. Hier begint de vakantie dan, op naar een overboekt hotelletje waar een ongelovige receptioniste mijn reservatie bekijkt en stamelt: “…but the hotel is closed!?” Blijkbaar was ik de enige gast en was het economisch niet verantwoord om het hotel alleen voor mij open te houden. De eigenaars, moeder en dochter overigens, en Nederlanders, zo blijkt later, geven me spontaan een rondleiding door hun trots wanneer ik hen vertel dat ik speciaal dit hotel geboekt had om niet in het massatoerisme te verzeilen. Ze drukken me op het hart dat ik mijn alternatieve accommodatie erg zal weten te waarderen, maar dat het net wat minder kleinschalig is. Een kwartier later sta ik in mijn suite in een poepsjiek viersterren toeristenhotel aan een belachelijke prijs. De volgende ochtend: geen jamón serrano of queso manchego bij het ontbijt, wel spek en bonen, en cola uit de fontein. En voor de all-inclusivegasten ’s avonds ongetwijfeld: fish and chips en Bratwurst und Sauerkraut!
Aanrader: huur een wagen en verken de Sierra de Tramontana in het noorden van het eiland. In een van de valleien vind je het gezellige provinciestadje Sóller, bekend om zijn sinaasappels. Je kan via een kortere weg terug naar Palma, door de toltunnel doorheen het gebergte of je neemt de trein over de bergen. Sinds 1912 is er een verbinding met de hoofdstad en hoewel dit treintracé uitgegroeid is tot een toeristische attractie zijn het tot op vandaag voornamelijk locals die voor deze vorm van transport kiezen (meer info hier). |
Vueling als innovator
Bij de persvoorstelling van de nieuwe routes van en naar Brussel in november 2013 hechtte CEO Alex Cruz bijzondere aandacht aan het innovatieve karakter van Vueling. Naast de differentiatie van de maatschappij ten opzichte van de concurrentie op basis van het aangeboden product, maakte Vueling in 2010 nog een belangrijke evolutie door, sinds dan bieden ze immers ook connectievluchten aan via de hub in Barcelona, niet evident voor een prijsvechter. Bij een groot aantal concurrenten kan je alleen een point-to-point ticket kopen. Je kan dan wel overstappen naar een andere bestemming maar je bagage wordt niet automatisch doorgestuurd naar de eindbestemming en je aansluiting is geenszins gegarandeerd. Indien je eerste vlucht vertraging oploopt, word je bijna verplicht om een nieuw (goedkoop) ticket te kopen wil je je reis kunnen verderzetten. Op dit vlak biedt Vueling alle voordelen van de klassieke maatschappijen: gegarandeerde aansluitingen en een oplossing indien je je connectievlucht mist. Via de hubs in Barcelona en Rome worden het aantal aangevlogen steden vanuit Brussel dan ook fors uitgebreid, hoewel de ticketprijzen met tussenstop merkbaar hoger ligger dan die voor de rechtstreekse bestemmingen.
Voor beide vluchtsectoren, van en naar Brussel, stond er een Airbus 320 met zogenaamde sharklets, of een 320E (Enhanced) in luchtvaartjargon, klaar. Nagenoeg alle fabrieksnieuwe Airbus 320’s worden afgeleverd met dit nieuwe type winglet; qua looks lijkt de vleugel nu sterk op wat we zien bij de 737NG. Verder beschikken de toestellen over een aantal kleine aerodynamische veranderingen en ook aanpassingen aan de motoren. Het is de overgangsversie naar de nieuwe A320neo, met volledig vernieuwde motortechnologie en andere verbeteringen die een brandstofbesparing van zo’n 15% wil realiseren. De eerste afleveringen van de neo’s zijn voorzien voor eind 2015. Het vliegtuig waarmee we vandaag vliegen is zo’n 4% zuiniger dan een standaard A320, afhankelijk van de duur van de vlucht. Vueling beschikt op het moment van schrijven over een vloot van 80 Airbustoestellen: 4 A319’s en 76 A320’s, met nog een aantal orders voor de laatste.
Waaraan Vueling zelf veel waarde hecht, zijn haar IT-toepassingen. Net zoals de meeste luchtvaartmaatschappij introduceerden de Spanjaarden een aantal jaar geleden een applicatie voor tablet en smartphone, maar naar eigen zeggen waren ze de eerste om via een app, naast het raadplegen van vluchtinformatie, toe te laten om tickets aan te kopen. Dit jaar, in maart, lanceerden ze in samenwerking met elektronicagigant Sony de eerste draagbare boardkaart, exclusief voor de Sony SmartWatch2. Het intelligente horloge is de ideale reispartner voor de passagier van de digitale revolutie: via een touchscreen heeft de gebruiker toegang tot een scala aan toepassingen, vergelijkbaar met een smartphone. Via de SmartWatch kunnen reizigers alle statusupdates van hun vlucht raadplegen in real time, de boarding pass is beschikbaar op het horloge in de vorm van een 2D-barcode. Volgens Samuel Lacarta, IT manager bij Vueling, stelt de maatschappij alles in het werk om de vliegervaring van hun klanten verder te optimaliseren. Dat dit bij de jonge, innovatieve maatschappij op het vlak van IT-toepassingen te zoeken valt, verwondert me niet.
De ene low-cost is de andere niet
Ook luchtvaartmaatschappij Vueling heeft sinds haar oprichting in 2004 een heuse metamorfose ondergaan, zonder echter van modus operandi te wisselen. Noem het misschien organische groei? Toen ze tien jaar geleden startten met vluchten naar Brussel leek het misschien wel de dertiende Spaanse chartermaatschappij in het dozijn die een gat in de markt dacht gevonden te hebben, maar soms groeien die kleine nieuwkomers ook uit tot een echt succesverhaal. Vueling is er zo een. Met jaar op jaar sterke winstcijfers en een doorgedreven vlootexpansie blijkt dat het plaatje klopt voor de Spanjaarden uit Barcelona. Een smet op het blazoen is wel dat de de facto overname van de maatschappij door de IAG Group (lees: Iberia en British Airways) in 2013, met een controle van 90% van de aandelen, volgens experts louter zou dienen om de schier bodemloze put bij de Spaanse nationale luchtvaartmaatschappij Iberia te dichten. Deze discussie hier voeren zou ons echter te ver leiden.
Wat buiten kijf staat is dat Vueling een nichemarkt gevonden heeft die het simpele low-costverhaal overstijgt en tegelijkertijd draait als een bus. Zo bieden de Spanjaarden tickets aan die, toegegeven, door de band genomen duurder zijn dan de die-hard prijsvechter Ryanair, je krijgt er echter heel wat meer voor in de plaats. Zo heb je als passagier immers de keuze volgens welke formule je zou willen vliegen. Trafiefplan ‘Basic’ is sterk vergelijkbaar met wat de stereotype low-costmaatschappijen je aanbienden: enkel je ticket en Vueling frequent-flyerpunten. Het ‘Optima’-tarief is inclusief één ruimbagage, stoelselectie, keuze uit Vueling- of Iberiapunten en – opvallend – de mogelijkheid om bij aankomst op de luchthaven ervoor te kiezen om een vroegere vlucht te nemen. For a few dollars more is het tweede tariefplan veruit het interessantste. Als laatste optie is er ook nog het ‘Excellence’-tarief dat alle mogelijke opties voor de reiziger omvat zoals een zitrij zonder middenzitje, een volledig flexibel ticket en priority check-in en -boarding op een groot aantal luchthavens. Interessant? Vueling claimt dat doorheen het hele netwerk zo’n 40% van de passagiers zakelijk reizen. Welke formule je ook kiest, maaltijden aan boord zijn nooit inbegrepen in de ticketprijs, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand daar nog wat om geeft vandaag? Als je toch honger of dorst hebt is er de – ondertussen overbekende – buy-on-boardformule. En wat blijkt? Op het moment dat je alle opties aangevinkt hebt en je kredietkaart afgeschreven wordt, zal je vaak goedkoper uitkomen met een iets duurdere formule bij Vueling dan wanneer je from scratch zou beginnen bij een van de concurrenten (ja, ik heb de test gedaan…). Air Berlin, de Duitse low-cost van de One Worldgroep die ontegensprekelijk de scepter zwaait op Palma de Majorca, werkt volgens een vergelijkbaar principe als Vueling: verschillende tarieftypes, connectiemogelijkheden (via bijvoorbeeld hun hub in Palma) en gratis boordservice.
Misschien een laatste bedenking: in het voorbeeld hierboven spreken we nu wel over Duitse, Spaanse of Ierse lagekostenmaatschappijen, maar eigenlijk staat low-cost boven de landsgrenzen. Met de liberalisering van de vliegmarkt gaan en staan de carriers waar ze zelf willen, en weinig passagiers liggen wakker van de nationaliteit van de maatschappij waarbij ze geboekt hebben, een evolutie die samenhangt met de digitalisering van de samenleving. Voor een groot aantal passagiers primeert immers voornamelijk de prijs die ze voor hun ticketje betalen. Ook de maatschappijen spelen hierop handig in, maar alles heeft een keerzijde… Als Ryanair kort na de aankondiging van Vuelings nieuwe routes vanop Zaventem zelf de stap zet om met een kloon van het vluchtschema van de Spanjaarden (en een aantal klassieke luchtvaartmaatschappijen) van start te gaan vanop Brussels Airport, dan weet je dat de concurrentie in de sector moordend is.
Tekst en foto’s: Giovanni Verbeeck