Grimbergen, 8 november 2019. Op het Recreatief Vliegveld Grimbergen werd hulde gebracht aan de 132 (Norwegian) Wing en tegelijk vierde de Noorse gemeenschap de 75ste verjaardag van de Koninklijke Noorse Luchtmacht. We blikken even terug op de viering, maar ook op enkele initiatieven van onder meer de leden van Scramble, de vereniging van familieleden van oud-piloten van de Noorse Luchtmacht. Scramble en Hangar Flying zijn organisaties die nauw samen werken.
De Royal Norwegian Air Force (RNoAF) werd opgericht toen de 132 (Norwegian) Wing RAF op het Grimbergse vliegveld was gestationeerd. Op 6 november 1944 had Lord Hugh Trenchard, de vader van de Royal Air Force en toen al een beroemdheid in Groot-Brittannië, het Grimbergse vliegveld bezocht. Twee dagen na zijn bezoek werden in Londen de Norwegian Army Air Force en de Navy Air Force bij elkaar gevoegd als de Norwegian Air Force. Het spreekt vanzelf dat de Noorse gemeenschap dus veel belang hecht aan het jaarlijks eerbetoon aan het Noors monument van Grimbergen.
Ceremonie
De officiële ceremonie startte bij de aankomst van vice-admiraal Ketil Olsen (de Noorse militaire vertegenwoordiger bij de NAVO) en ambassadeur Per Strand Sjaastad (de Noorse ambassadeur in België.) De Britse, Nederlandse en Belgische defensie hadden vertegenwoordigers gestuurd. Brigadier Arild Heiestad sprak in naam van generaal-majoor Tonje Skinnarland, commandant van de Royal Norwegian Air Force. Kari Veiteberg, bisschop van Oslo, ging ons voor in een herdenkingsceremonie. Daarna volgde de kranslegging, een minuut stilte en de nationale volksliederen van België en Noorwegen.
Verjonging
Op vraag van de vorige Noorse ambassadeur in België, Ingrid Schulerud, probeerden we dit jaar vooral jongeren te betrekken bij de hulde.
Een opgemerkte speech was deze van Jacob Stousland, de kleinzoon van 2nd Lt Carl Jacob Stousland, piloot bij de 132 Wing die in 1944 op Grimbergen was gebaseerd. Jacob is ook de zoon van Carl Stousland, de architect die het Noorse monument heeft ontworpen. Jacob riep de aanwezigen op om de persoonlijke oorlogsverhalen van bijvoorbeeld grootouders te blijven vertellen aan de jonge generaties. Kennis van het verleden inspireert de jongeren om de juiste beslissingen te nemen voor de toekomst.
Een klas studenten van de Norwegian School of Brussels in Waterloo, de Noorse school bij de SHAPE en een klas van het GO! Atheneum Grimbergen werkten samen een project uit rond de Tweede Wereldoorlog. Dankzij de medewerking van de gemeente Grimbergen en diverse partners werd een fijn dagprogramma afgewerkt.
Jeugd betrekken bij een dergelijke hulde is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Alles moet passen in schoolplannen, bovendien brachten we ook twee verschillende culturen en taalgroepen bij elkaar. En er is ook de doorheen de jaren gewijzigde schoolomgeving. Dertig jaar geleden hadden de meeste kinderen in de Grimbergse klassen nog een sterke aangeboren band met de gemeente, het waren doorgaans studenten waarvan ouders Nederlands spraken en een groot deel van hun leven in de gemeente hadden gewoond. Nu is de band van leerlingen met de gemeente veel losser, de studentengroep is veel internationaler en daardoor is de kennis van lokale geschiedenis wat afgenomen. Samen met de leerkrachten hebben we de meisjes en jongens proberen onder te dompelen in zowel het grote verhaal van de Tweede Wereldoorlog als het lokale oorlogsverhaal van het Grimbergse vliegveld en de Noorse smaldelen. In het leslokaal van Vliegclub Grimbergen kregen ze eerst een presentatie over de Tweede Wereldoorlog in Grimbergen. Carl Stousland van Scramble deed daarna het erg persoonlijke verhaal van zijn vader die tijdens WO II oorlogspiloot was op Grimbergen. Van kolonel Erik Coldevin (Norwegian Military Mission to NATO) kregen ze uit de eerste hand informatie over de werking van de NAVO. Na deze drie presentaties namen ze deel aan de ceremonie aan het monument.
Achteraf presenteerden de Noorse en Belgische studenten hun eigen WOII-project. Stig Morten Eggesvik, hoofdonderwijzer van de Norwegian School of Brussels en zijn collega van SHAPE lieten hun het verhaal brengen van de Tweede Wereldoorlog in Noorwegen, van bezetting tot bevrijding. Floor Guldentops, de lerares geschiedenis van het Grimbergse atheneum, en haar collega’s hadden met hun studenten een originele benadering van de oorlogsgeschiedenis bedacht. Ze waren getuigenissen gaan sprokkelen in een Grimbergs bejaardentehuis, verhalen uit eerste hand van mensen die de wereldoorlog hadden meegemaakt. Knap werk van beide scholen. Stig sprak de hoop uit dat beide scholen ook in de toekomst nog samenwerkingsprojecten zouden uitrollen.
Na de voorstelling had Grimbergen gidsen ter beschikking gesteld van de studenten. Die brachten hen onder meer naar de ruïnes van het Prinsenkasteel, een kasteel dat gebruikt werd door de Duitse bezetter en werd gebrandschat op de dag van de bevrijding van de gemeente (3 september 1944).
Fly By
We waren zeer vereerd dat piloot Kris Van den Bergh het officiële gedeelte van de ceremonie wou afsluiten met een fly by met zijn Vickers Armstrong Spitfire Mk.XVI SL721 GE-S (OO-XVI). Deze Spitfire heeft net het einde van de Tweede Wereldoorlog gemist. In 1945 belandde het toestel in een Brits onderhoudsdepot om snel het persoonlijke vliegtuig te worden van Air Vice-Marshal Sir James M. Robb. Zowat alles aan deze Spitfire is nog authentiek en dat is toch wel vrij uitzonderlijk. Honderden Belgische piloten hebben het genoegen gehad om na WOII in Spitfire-squadrons terecht te komen. Tijdens de overvlucht vielen natuurlijk de mooie elliptische vleugels op (de meeste toestellen hebben ‘clipped wings’) en het indrukwekkend geluid van de Rolls-Royce Merlin 266. In het magazine van de Vieilles Tiges van de Belgische luchtvaart (nr 2, 2018) verscheen een uitgebreid artikel van Peter Célis over deze Spitfire: www.vieillestiges.be/files/vtb-magazines/2-2018.pdf
De rompcode GE-S verwijst naar Jozef ‘Jef’ Moureau (www.youtube.com/watch?v=F1ghBfJARiI) die met zijn Spitfire van 349 (Belgian) Sqn RAF op 6 juni 1944 over de stranden van Normandië vloog. De rompcode werd samen met de invasiestrepen aangebracht over de vorige schildering. Die was door een Canadese verzamelaar gekozen als een Spitfire van het 421 (Red Indian) Squadron van de 127 (Canadian) Wing, die trouwens enkele weken op de pas aangelegde Advanced Landing Ground B-90 Petit Brogel gestationeerd was in maart 1945.
Dank Kris voor uw indrukwekkend eerbetoon tijdens de hulde!
Na de vlucht van Kris werd de aanwezigen een receptie aangeboden in het café op het vliegveld.
PL258, een vliegend monument voor 132 Wing
Na de viering was het natuurlijk fijn om te praten met onze vrienden uit het Noorden. Scramble was vooral trots om hun Spitfire-restauratieproject voor te stellen, een samenwerking met de Norwegian Spitfire Foundation (NSF, www.norwegianspitfire.no). De Noor Lars Ness (zelf in Grimbergen aanwezig in 2016) is een internationaal gerespecteerde warbird piloot, commandant bij Scandinavian Airlines en medeoprichter en voorzitter van NSF. De vereniging heeft haar zetel op het vliegveld van Kjeller bij Oslo. Sinds eind 2018 is een project gestart om Spitfire Mk.IX PL258 FN-K te herbouwen, een toestel dat in 1944 op Grimbergen was gebaseerd bij het 331 Sqn.
NSF had al langer het idee om een Spitfire te restaureren maar een gepast exemplaar vinden was niet zo simpel. Eén van de Spitfires die op 29 december 1944 in Nederland een noodlanding moest maken was de PL258 met aan de stuurknuppel 2nd Lt Carl J. Stousland, de vader van Carl Stousland jr., de ontwerper van het Spitfire-monument van Grimbergen. 2nd Lt Carl J. Stousland had een botsing in vlucht met Sgt Ole Tilset. Hij verloor zijn schroef en zijn cockpitkap was geblokkeerd, Carl moest een noodlanding maken in het nog door de Duitsers bezette Tubbergen in Nederland. De piloot kon zich uit de cockpit bevrijden en slaagde er dank zij het lokale verzet in om uit de handen van de Duitsers te blijven en na 79 dagen de geallieerde stellingen te bereiken.
Vele jaren na de crash landing hadden vader en zoon Stousland de plaats van de noodlanding bezocht en daar nog een motorbedekking gevonden van de PL258. Het stuk metaal (mét identificatienummer) deed dienst als hondenhok. Later zijn ook Cato Guhnfeldt (auteur van de zevendelige Spitfire Saga) en Lars Ness naar Nederland gegaan. De Noren kochten de onderdelen die later zullen geregistreerd worden als G-NSFS. Het Norwegian Defence Museum leende NSF voor dit project al een Rolls Royce Merlin 66. De vliegtuigonderdelen zullen bij de Aircraft Restoration Company in Duxford gebruikt worden om er een ‘nieuwe’ Spitfire rond te bouwen. Een van de grootste uitdagingen is natuurlijk het vinden van kapitaalkrachtige sponsors. De kans is reëel dat een vliegtuig dat ooit vloog in een Noors smaldeel op Grimbergen, binnen enkele jaren opnieuw het luchtruim zal kiezen. De Spitfire moet de huidige en toekomende generaties blijven herinneren aan de piloten en technici die vochten tegen het Naziregime.
Spitfire Experience
Zeven van onze Noorse collega’s hebben niet gewacht tot de PL258 terug de lucht in kon, maar verkozen om een vlucht te maken met Spitfire 5R-H PV202 van de Aerial Collective (www.aerialcollective.co.uk/aircraft/spitfire-flights/) vanop Duxford, de plaats waar ook hun PL258 zou herbouwd worden (www.aircraftrestorationcompany.com/). Tussen de zeven deelnemers waren er vier burgerlijke piloten en één was ex F-16 piloot. Het spreekt vanzelf dat met zoveel luchtvaartervaring de deelnemers ook zelf de stick konden hanteren. De vlucht ging door op 9 mei 2019 en iedereen keek er wel écht naar uit om in een toestel te zitten waar hun vaders mee gevlogen hadden in de 132 Wing. Hun ervaring met een Spitfire staat online op https://youtu.be/cstCy2_pZ_c
Dank
Heel wat organisaties en een pak vrijwilligers hebben ook dit jaar het evenement op het Grimbergse vliegveld ondersteund: burgemeester Chris Selleslagh en het gemeentebestuur, het team vrijwilligers van het Grimbergse vliegveld en het team van Hangar Flying, de Belgische veteranen, de Lokale Politie Grimbergen, de Koninklijke Harmonie van Financiën, de Vereniging Vlaamse MotorVliegclubs, studenten en leraars van de Noorse en Belgische school, leden van Scramble en oud gedienden van Scandinavian Airlines, de gepassioneerde verzamelaars van oude legervoertuigen, enz. Onze oprechte dank aan iedereen, ook aan hen die we misschien vergeten te vernoemen.
Bekijk hier ook het uitgebreide fotoverslag van onze fotograaf.
Frans Van Humbeek
Foto’s: Tom Brinckman