Koksijde, 8 juli 2021. In Koksijde staan de laatste twee Alouette III helikopters zij aan zij klaar voor hun laatste vlucht. De geplande opendeurdag in het teken van het afscheid werd afgelast omwille van Covid. In de plaats kwam er een klein media-evenement om de helikopters en de bemanning uit te wuiven. De wijze waarop er nu afscheid is genomen, past volledig in de stijl van de navy flight: onder de radar, letterlijk en figuurlijk. We blikken terug op ruim 50 jaar operationele inzet van de Alouette ten dienste van de vloot.
In 1971 ontvangt de marine drie lichte helikopters van het type Alouette III SA316B. De eerste twee toestellen, OT-ZPA (M-1) en OT-ZPB (M-2), kwamen aan op de basis van Koksijde op 18 maart 1971, gevolgd door de OT-ZPC (M-3) op 29 april 1971. De keuze voor de Alouette III werd vooral genomen in functie van het geringe gewicht en de beperkte afmetingen. Dit liet het toe om het landingsplatform van het logistieke steunschip Godetia te gebruiken, want de ervaring leerde dat een helikopter onmisbaar is voor de verbindingen en medische evacuaties op zee. De komst van de Alouette betekende ook de komst van technisch personeel van de Zeemacht op de luchtmachtbasis van Koksijde.
Helikopters bij de Marine
Voor de komst van de Alouette III bestond de Heliflight van de Zeemacht uit twee HSS-1’s. Die maakten deel uit van de Search and Rescue flight die in 1961 werd opgericht in Koksijde, waar nog drie andere HSS-1’s actief waren. In 1963 werden vijf S-58C’s van Sabena overgenomen. De twee helikopters die aan de zeemacht werden toegewezen (OT-ZKG en OT-ZKH) dragen een wit anker op de kokarde. Ze worden gebruikt voor mijnenopsporing, redding en bewaking op zee. In de NAVO-verplichtingen van ons land op het vlak van mijnenbestrijdingcapaciteit zijn er twee mijnenveeghelikopters terug te vinden. De helikopters worden gebruikt in verschillende experimenten om deze methode te beproeven, maar de tests met dit type helikopter blijken niet overtuigend te zijn.
Het prototype van de Alouette III maakte de eerste vlucht op 28 februari 1959 als een doorontwikkeling van de Alouette II, dat andere succesverhaal van de Franse constructeur Sud Aviation. Ook bij motorenbouwer Turbomeca zaten ze niet stil en ontwikkelde men de turbine Artouste III B van 550 pk. Het gaf de helikopter een kruissnelheid van 190 km/u met een bereik van drie uur op zeeniveau en de mogelijkheid om bijna 700 kg aan vracht mee te nemen.
Specifieke wensenlijst
Terwijl Sud Aviation opging in de de Société Nationale Industrielle Aérospatiale (SNIAS of kortweg Aérospatiale) werd er verder gewerkt aan de ontwikkeling van de Alouette III. Zo ontstond de Alouette III SA 316B, met een verbeterde hoofd- en staartrotor voor meer hefvermogen. Ook de Franse marine definieerde op haar beurt een specifieke wensenlijst voor haar toestellen: opblaasbare noodvlotters om in het geval van een landing op het water de helikopter drijvende te houden, een reddingslier met een capaciteit van 175 kg en een hydraulische harpoen onder de romp wat de helikopter toelaat vast te haken aan het rooster op het helidek van een marineschip. Het was die Franse expertise die de Belgische Zeemacht overstag liet gaan en deed kiezen voor de Alouette III.
De Alouette III bleef tenslotte in productie tot in 1985. In totaal werden 1.437 machines geproduceerd, daarbij zijn de 440 in licentie gebouwde exemplaren niet meegerekend. Niet minder dan 190 operatoren verdeeld over 92 landen maakten (en maken) gebruik van de helikopter.
Deinend landingsdek
De Alouette mag dan wel klein zijn, maar de helikopter is uiterst wendbaar als je bedenkt dat landen op een schip een lastige dobber is. Zoals alles aan boord van een oorlogsbodem is ook het helikopterplatform net groot genoeg. Er zijn tal van obstakels zoals antennes die juist niet in de weg zitten. De grootste moeilijkheid vormt het bijna altijd deinende landingsdek. Het vraagt heel wat expertise en ervaring om dit telkens tot een goed einde te brengen.
De piloten zijn allemaal dekofficieren van de Zeemacht die een opleiding volgden bij de Luchtmacht op Marchetti en vervolgens de basis helikopteropleiding Alouette II in Brasschaat. De vervolmaking en ‘navalisatie’ kregen ze in Frankrijk bij de Ecole de spécalisation d’hélicoptères embarqués (EHSE)/ Escadrille 22S. Daar kregen ze 80 vlieguren aan opleiding. De training mocht dan wel voltooid zijn, ze moeten dus nog een aanzienlijk aantal uren praktijktraining doorstaan om als een volwaardige helikopterpiloot te worden beschouwd. De opleiding van piloten vereist een doorgedreven scholing met minimaal 750 vlieguren, waarvan 500 op Alouette III en 150 deklandingen.
A960 Godetia & A961 Zinnia
Het commando- en logistiek ondersteuningsschip A960 Godetia was het eerste naoorlogse schip dat volledig in België werd ontworpen en gebouwd. De kiel werd gelegd op 15 februari 1965 en op 7 december van datzelfde jaar te water gelaten op de Boelwerf in Temse. In eerste instantie werd het gebouwd als visserijwachtschip. In 1968 ondergaat het schip een reconversie om definitief te worden ingericht als logistiek vaartuig met de toevoeging van een helikopterdek, al zal het pas in 1979 worden uitgerust met een vaste hangar. Het schip werd een levensduur van dertig jaar voorspeld, wat er uiteindelijk 55 werden.
De A961 Zinnia, het tweede logistiek steunschip werd in 1966-1967 gebouwd op de Cockerill scheepswerf in Hoboken. Ook dit schip werd volledig in eigen land ontworpen en gebouwd. In tegenstelling tot de Godetia beschikt de Zinnia wel over een helikopterdek van bij de bouw. De hangaar was inschuifbaar. Het schip werd in 1993 uit de vaart genomen en uiteindelijk in 2007 gesloopt.
Takenpakket
De belangrijkste missies voor deze helikopters zijn het bevoorraden van de mijnenbestrijdingsvloot van de zeemacht met behulp van een sling onder de romp. De zogenaamde vertical replenishment of ‘vertrep’ in het internationale marinejargon. Denk maar aan het overbrengen van voedselvoorraden en reserveonderdelen, maar ook het transporteren van personeel en verbindingsopdrachten tussen eenheden op zee onderling of met het hoofdkwartier aan wal. Andere opdrachten waarvoor de Heliflight kon ingezet worden: het lokaliseren van schepen, tijdens visserijwacht of patrouille- en embargo-opdrachten, het evacueren van gewonden of zieken naar ziekenhuizen aan de wal of deelname aan missies ter bestrijding van verontreiniging. Een minder bekende opdracht van de flight is dat ze soms de stand-by dienst in Koksijde overnamen voor de Search and Rescue (SAR) wanneer geen helikopter beschikbaar was door bijvoorbeeld een technisch probleem.
Waar de inzet van de Alouette’s initieel beperkt bleef tot de logistieke schepen A960 Godetia en A961 Zinnia, werd het werkterrein van de Heliflight uitgebreid naar de escortecapaciteit met de komst van de twee M-fregatten Leopold 1 en Louise-Marie in respectievelijk 2007 en 2008. De flight telde ongeveer 20 mensen en konden maximum 34 weken per jaar inschepen. Met drie piloten en drie crew goed voor elf à twaalf weken per crew op zee.
Allerlaatste vlucht
Voor luitenant-ter-zee Luc Vantieghem is het de allerlaatste vlucht: “Mijn vliegcarrière van 25 jaar bij de Heliflight zit erop als ik straks de Alouette aan de grond zet in Landen. Om over te stappen naar een ander type moet je minstens zes jaar ‘renderen’, anders is het economische niet verantwoord om een conversie te volgen. Maar ik ben marineofficier en keer dus terug naar mijn roots. Gezien mijn achtergrond, ligt mijn volgende opdracht bij de cel Maritime Tactical Unmanned Aerial System (MTUAS), de toekomstige onbemande drones van de marine. Zo blijf ik toch een stuk actief in de vliegende wereld enerzijds en de marine anderzijds.”
Voor die laatste vlucht tussen Koksijde en het War Heritage Institute (WHI) depot in Landen heeft Luc een symbolische navigatievlucht uitgestippeld: “Ik was mee aan boord van de laatste reis van de Godetia. Daarom ga ik alle officieren groeten die de laatste reis van de Godetia hebben meegevaren. De helikopter is nu eenmaal onlosmakelijk verbonden met het schip. Trouwens, toen de Godetia op 28 juni 2021 voor de laatste keer is binnengevaren in Zeebrugge hebben we met de twee helikopters nog een symbolische groet gebracht.”
Kameraadschap
“Of die laatste vlucht iets doet? Het voelt wat onwennig aan, maar emotioneel is het nog niet. Misschien vanavond wel als we met de collega’s nog een pintje zullen drinken. Want vooral de kameraadschap zullen we missen. We zijn een kleine bende van twintig mensen. Met die twintig hebben we ook alles gedaan hé. Alles van onderhoud, alles van techniek en het vliegen. Zeker als we inscheepten met vijf man aan boord. Daar ontstonden heel wat anekdotes en avonturen aan boord. Maar er is een tijd van komen en een tijd van gaan.”
“Het is logisch dat een helikopter van vijftig jaar oud verdwijnt. De hoofdreden is natuurlijk het uit de vaart nemen van de Godetia. Het kleine helikopterplatform, waarvoor onze Alouette in dienst werd genomen, is er niet meer. Een tweede reden is het geplande twaalfjaarlijkse onderhoud. Dat wordt niet meer ondersteund door Airbus Helicopters, dus dat zou al naar een onderaannemer gaan. Ook de reserveonderdelen worden schaars. Zo gaat de kostprijs automatisch omhoog. Er vliegen ook nog amper helikopters. De Nederlanders zijn ermee gestopt in 2016, de Portugezen hebben het toestel ook al afgestoten en de Fransen en Oostenrijkers gaan binnenkort stoppen en ze vervangen hun toestellen door recent materiaal.”
De mechaniekers
Ook de mechaniekers zijn het volmondig eens als we hen vragen wat ze het meest gaan missen: “Alles! Het is een unieke combinatie: het vliegen, het werken aan de bak zelf en de operaties op zee. Als je inscheept ben je met een kleine hechte groep op elkaar aangewezen: een piloot, twee mechaniekers, een hulpmechanieker en een elektricien. Officieel behoor je niet tot de bemanning van het schip omdat we zijn ingescheept. Ze noemen ons vaak de mannen van het schoon leven, maar ze moeten ondertussen wel toegeven dat ze ons gaan missen.”
“Een flight engineer vliegt altijd mee. We zijn dan wel geen volwaardige piloot, toch staan we hem bij met navigeren en radio’s verzetten. Daarnaast zijn we ook doorgunner, verzorgden we beeldopbouw op zee en bedienden we de cargosling. Maar ook op de grond werken we mee. Van een inspectie op een van de bakken tot het volledig uit elkaar gooien, weer opbouwen en meegaan op testvlucht. Op NH-90 werken de cabin operators niet meer aan de helikopter maar houden ze enkel nog kleine inspecties voor en tijdens de vluchten.”
Van Marine naar Luchtcomponent
Het stuurplan defensie van 2003 draagt de Heliflight op 1 juli 2004 over van de Marine naar de Luchtcomponent. In dezelfde beweging ging ook het personeel van het Licht Vliegwezen van de landmacht over naar de Luchtcomponent. De Marine slaagt er wel in om de dekofficieren hun donkerblauwe marine-uniform te laten behouden in plaats van het lichtblauwe luchtmachtuniform. In het stuurplan van 2003 is ook de investering voor de SAR en helikoptercapaciteit aangekondigd. In 2007 werden zo acht NH-90’s aangekocht, waarvan vier NFH versies. Het project heeft echter te kampen met problemen waardoor diverse landen moeten wachten op hun helikopters. Dit is ook de reden waarom na het uitfaseren van de Lynx bij de Nederlandse marine vaak een beroep wordt gedaan op de Alouette III voor inscheping aan boord van een Nederlands marineschip. De lange aanloop zorgt er ook voor dat pas op 18 april 2016 de eerste Belgische NH-90-deklanding wordt gemaakt op de Louise-Marie.
Het lot
Op 11 augustus 2020 bleef de M3 definitief aan de grond na 10.712 vlieguren. Deze helikopter werd op 17 juni 2021 overgebracht naar de Campus Saffraanberg (Sint-Truiden) waar het fungeert als didactisch materieel bij de opleiding van toekomstige technici voor Defensie. De overige twee gaan deel uit maken van de museumcollectie. M2 zal binnenkort te bezichtigen zijn in Beauvechain bij het 1st Wing Heritage Centre, na bijna 10.500 vlieguren. M1 mocht als laatste de motor stilleggen in het depot van het War Heritage Museum in Landen na ongeveer 10.600 vlieguren. Het liedje van het typische Artouste-motorgeluid van onze bluebirds is na vijftig jaar uitgezongen.
Heliflight als HeliHulp
De flight werd ook opgetrommeld om een korte tijd de helikopter van de Civiele Bescherming te vervangen aan het AZ Sint-Jan in Brugge. De SA319B die werd ingezet voor de Helihulp was van 8 juli tot 2 augustus 1976 onbeschikbaar en zodoende werd de Zeemacht ingezet. Met de privatisering van de markt is het verhaal van de Helihulp afgelopen. De OO-PCB van de civiele Bescherming is na het uit dienst nemen in 1986 een tijd lang gestockeerd geweest op Basis Koksijde. In 1989 werd het gewisseld ten voordele van wisselstukken voor de vloot Alouette III van de Marine.
Enkele opmerkelijke operaties:
Green Apple
De eerste buitenlandse operatie aan boord van de Zinnia vanaf 21 februari 1979. Tijdens Green Apple wordt vanaf het schip logistieke steun verleend aan de paracommando’s. Officieel is operatie Green Apple er om de Zaïrese krijgsmacht bij te staan in de opleiding, maar eigenlijk wordt er gevreesd voor onlusten in Burundi, Zaïre en Kinshasa. Op 30 maart is de zending afgelopen, op 13 april 1979 is de Zinnia weer thuis.
Operatie Octopus
Operatie Octopus (1987-1988) ofwel de Eerste Golfoorlog. De Heliflight werd aan boord van de Zinnia ingescheept in het kader van de bescherming van het koopvaardijverkeer in de oorlog tussen Iran en Irak. Samen met twee Belgische mijnenvegers werden ze ingezet om de internationale wateren mijnenvrij te houden in de Perzische Golf. Tijdens deze operatie ging het in de nacht van 25 juli 1988 even verkeerd toen de M1 het wateroppervlak raakte. De bemanning slaagde erin om zonder schade te landen, maar ernstige corrosieproblemen leidden tot het repatriëren van het toestel met een C-130 voor de nodige herstellingen.
Operatie Southern Breeze
Op 17 augustus 1990 vertrekt een mijnenbestrijdingsflottielje uit de haven van Zeebrugge. Naast de mijnenjagers Iris en Myosotis zet ook het steunschip Zinnia koers naar de Perzische Golf. Operatie Southern Breeze komt er naar aanleiding van de Iraakse inval in Koeweit. De schepen bestrijden mijnen voor de kusten van Dubai, Qatar en Bahrein. Eens de dreiging is geweken krijgt het flottielje ook de toestemming van de regering om de kust voor Koeweit mijnenvrij te maken. De Irakezen geven dan wel de posities van hun mijnenvelden aan de coalitie, maar het gevaar blijft reëel. De schepen beschikken nog niet over GPS en doen daarom beroep op de Alouette III om dagelijks bij zonsopgang en zonsondergang verkenningsvluchten uit te voeren. De heli heeft wel een GPS en voert ‘buoy pointing’-vluchten uit waarbij de positie van de boeien nauwkeurig wordt bepaald en de mijnenjagers hun navigatiesysteem kunnen oplijnen. Met succes, want de Belgische mijnenjagers vernietigen uiteindelijk 279 mijnen. Op 17 juli 1991 keren de Zinnia, Iris en Myosotis terug.
Equator Kiss / Restore Hope
Belgische blauwhelmen gaan naar Somalië. De brigade Paracommando krijgt de logistieke steun van de Zeemacht die de Zinnia uitstuurt. Voor het afmeren in de Somalische haven Kismayo moet het schip beroep doen op de Alouette om de toegang tot de haven te verkennen. Die merken op dat er verschillende boeien ontbreken, zodus moet de Zinnia op de eigen radar een nadering uitvoeren. Doordat de missie onder UN-vlag valt, krijgt de Alouette III ook een witte kleur aangemeten. Terwijl de Zinnia de grondtroepen ondersteunt (drinkwater leveren, broodbakken en medische bijstand), is de helikopter inzetbaar voor MEDEVAC-operaties en voorziet dringende bevoorrading van verafgelegen post van de Belgische troepen. Ook evacuatie van slachtoffers neemt de Alouette voor haar rekening. Zo ook op 3 oktober wanneer sergeant-vlieger Jurgen Fraussen (www.hangarflying.eu/erfgoedsites/graf-van-1ste-sgt-vlieger-jurgen-fraussen/) wordt neergeschoten tijdens een verkenningsmissie met zijn Alouette II.
Counter Drugs Caraïben
Een beproefde methode van drugssmokkelaars is het gebruik van snelle speedboten om de Caraïbische Zee over te steken. Door de snelheid van deze tuigen is het cruciaal dat de marine over een helikopter beschikt. Voor dit doel werd de Alouette III bewapend met een MAG-mitraillette. Door onvoldoende helikoptercapaciteit bij de Koninklijke Marine vraagt Nederland de Heliflight om die taak op zich te nemen. Na een zestal missies werd met behulp van de helikopter 3.140 kg cocaïne gevonden en 6.700 kg Marihuana.
Pedro
Begin dit jaar maakte het fregat Leopold 1 deel uit van het escorte van het Franse vliegdekschip Charles de Gaulle en was de M-1 en crew ingescheept. De belangrijkste taak van de Leopold I was het escorteren en beveiligen van het vliegdekschip doorheen het Suezkanaal, rondom de Hoorn van Afrika en in de Straat van Hormuz. In het kader van deze opdracht werd de M-1 vooral ingezet als PEDRO (SAR-heli). De helikopter die stand-by hangt op ongeveer honderd meter van het vliegdekschip, aan bakboordzijde, om toezicht te houden op de gevechtsvliegtuigen die worden gekatapulteerd of op het punt staan te landen. Aan boord van de Pedro is er steeds een reddingsduiker, klaar om een piloot te redden in geval van een crash of bail-out.
Laatste operationele zending
De laatste operationele opdracht van de Godetia en de Alouette bracht had deze tandem op de Noordzee en de Baltische Zee als hoofd over de SNMCMG1, de 1ste mijnenbestrijdingsvloot van de NAVO. Tijdens die opdracht zorgde de Godetia voor de bevelvoering en de bevoorrading van de internationale vloot. Die bestaat uit mijnenjagers uit Duitsland, Estland, Nederland, Polen, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en België. De Marine nam het schip op 25 juni in Zeebrugge uit de vaart.
Een beknopt overzicht van alle missies
Missie | Schip | Periode | ||
---|---|---|---|---|
GREEN APPLE (ZAIRE) | BNS ZINNIA | 20 februari 1979 | — | 13 april 1979 |
OCTOPUS (1e GOLFOORLOG) | BNS ZINNIA | 21 september 1987 | — | 19 november 1988 |
SOUTHERN BREEZE (2e GOLFOORLOG) | BNS ZINNIA | 29 december 1990 | — | 21 juli 1991 |
RESTORE HOPE (SOMALIE) | BNS ZINNIA | 1 januari 1993 | — | 31 december 1993 |
AARDBEVING SUMATRA | HNLMS VAN NES | 7 juni 2000 | — | 9 juni 2000 |
CARRIBEAN TRIANGLE | HNLMS DE RUYTER | 29 januari 2001 | — | 11 april 2001 |
WEST EAGLE 2002 (anti-drugs) | HNLMS ABRABHAM VAN DER HULST | 10 februari 2002 | — | 5 juli 2002 |
WEST EAGLE 2002 (anti-drugs) | HNLMS VAN SPEYK | 25 augustus 2002 | — | 22 december 2002 |
WEST EAGLE 2004 (anti-drugs) | HNLMS VAN GALEN | 7 januari 2004 | — | 10 mei 2004 |
FALLA WATRA (humanitarian) | HNLMS ROTTERDAM | 18 mei 2006 | — | 25 mei 2006 |
UNIFIL | (embargo) | BNS LEOPOLD 1 | 20 augustus 2008 | — | 18 december 2008 |
UNIFIL II (embargo) | BNS LEOPOLD 1 | 16 februari 2009 | — | 16 juni 2009 |
ATALANTA | (anti-piracy) | BNS LOUISE-MARIE | 17 augustus 2009 | — | 23 december 2009 |
ATALANTA II (anti-piracy) | BNS LOUISE-MARIE | 4 oktober 2010 | — | 7 februari 2011 |
WEST EAGLE 2012 (anti-drugs) | HNLMS TROMP | 20 mei 2012 | — | 9 september 2012 |
WEST EAGLE 2012 (anti-drugs) | HNLMS VAN AMSTEL | 7 september 2012 | — | 5 december 2012 |
ATALANTA III (anti-piracy) | BNS LOUISE-MARIE | 7 november 2012 | — | 27 februari 2013 |
WEST EAGLE 2013 (anti-drugs) | HNLMS FRIESLAND | 28 januari 2013 | — | 31 mei 2013 |
ATALANTA IV (anti-piracy) | BNS LEOPOLD 1 | 17 augustus 2014 | — | 14 december 2014 |
MCB15 | BNS LEOPOLD 1 | 16 april 2015 | — | 9 april 2015 |
SUPPORTIVE TRIDENT (humanitair) | BNS GODETIA | 11 mei 2015 | — | 10 juli 2015 |
COOPERATIVE VENTURE | BNS LEOPOLD 1 | 5 oktober 2015 | — | 15 november 2015 |
INHERENT RESOLVE | BNS LEOPOLD 1 | 15 november 2015 | — | 23 januari 2016 |
WEST EAGLE 2016 (anti-drugs) | HNLMS DE ZEVEN PROVINCIEN | 10 januari 2016 | — | 20 juni 2016 |
SOPHIA (humanitair) | BNS LOUISE-MARIE | 10 november 2016 | — | 23 december 2016 |
NATO/EU COALITION | BNS LOUISE-MARIE | 12 juni 2017 | — | 28 juli 2017 |
OPS SEA GUARDIAN | BNS LOUISE-MARIE | 13 februari 2018 | — | 4 maart 2018 |
HODOPS NOR | BNS GODETIA | 13 augustus 2018 | — | 24 augustus 2018 |
HODOPS LVA/LIT | BNS GODETIA | 8 oktober 2018 | — | 21 oktober 2018 |
SNMG1 | BNS LEOPOLD1 | 1 augustus 2019 | — | 4 november 2019 |
GAN 20 | BNS LEOPOLD1 | 20 februari 2020 | — | 20 maart 2020 |
GAN 21 | BNS LEOPOLD1 | 10 februari 2021 | — | 13 mei 2021 |
SNMCMG1 | BNS GODETIA | 13 mei 2021 | — | 25 juni 2021 |