Kortrijk, 28 november 2021. Weinig Belgen weten Arkansas te vinden op een kaart van Amerika. Voor cultuurmanager Lieven Bertels werd het de gedroomde plek om z’n FAA pilotenbrevet te halen, en om met volle teugen te genieten van wat general aviation in het Amerikaanse heartland te bieden heeft. Na enkele jaren boven de prachtige natuur van de Ozarks (bekend van de gelijknamige Netflix-serie), is hij nu terug in Kortrijk, en voor Hangar Flying vergelijkt hij vliegen in de VS en hier.
Enkele jaren geleden verhuisde ik naar Noordwest-Arkansas om er voor de familie Walton (Walmart) een nieuw museum en kunstencentrum te gaan bouwen, en al vanaf het eerste bezoek aan de regio nam general aviation een centrale plaats in: bij wijze van kennismaking vloog mijn toekomstige werkgever me in zijn vintage Bell UH-1’Huey’ helikopter over de streek. Bentonville (Arkansas) is een kleine centrumstad van dertien in een dozijn. Wat het bijzonder maakt, is dat de hoofdzetel van het grootste privébedrijf van de wereld, de supermarktketen Walmart, er gevestigd is. De oprichter van Walmart, Sam Walton (°1918-†1992), was zelf een enthousiast privépiloot, en die luchtvaartpassie gaf hij gretig door aan zijn kinderen en kleinkinderen, en aan zijn executive team en zakenrelaties.
De regio, bij het drie-staten-punt tussen Oklahoma, Missouri en Arkansas, doet een beetje denken aan een uitgestrekte versie van de Ardennen, maar dan met eikenwouden, prachtige rivieren als de Buffalo en de White River, en een schier oneindige lijst van gratis toegankelijke kleine en middelgrote luchthavens. We zitten letterlijk in het midden van de Verenigde Staten, zodat elke trip naar een serieuze stad als Memphis, Kansas City, Dallas, New Orleans of Atlanta al snel tussen de vijf en tien uur rijden is. Bovendien ligt Bentonville maar op de spreekwoordelijke boogscheut van Wichita (Kansas), de thuisbasis van Cessna, Beechcraft, Boeing, Lear Jet en veel andere luchtvaartbedrijven. Dit is ideaal om de zaak vanuit de lucht te bekijken, en dus blijft vliegen, zowel zakelijk als recreatief, daar ‘in het midden van het land’ enorm populair.
Alleen al in het metropoolgebied Noord-West Arkansas, een gebied zo groot als Oost- en West-Vlaanderen samen, zijn er vijf luchthavens met controletoren (Class C en Class D), een stuk of acht Class E non-towered airfields, en minstens twaalf private onverharde airstrips, waaronder een aantal mooie back country-bestemmingen waar je ook kan kamperen. Zelf volgde ik het klassieke opleidingsparcours bij Summit Aviation, een door de Federal Aviation Authority (FAA) erkende vliegschool en FBO op ons plaatselijke vliegveld: Louise Thaden Municipal Airfield (ICAO: KVBT). Die mevrouw Thaden, geboren in Bentonville, was in de jaren dertig één van de eerste vrouwelijke race-piloten, en won in 1936 de Bendix Trophy, een hachelijke snelheids- en navigatiewedstrijd tussen New York en Los Angeles. Het vliegveld, dat naar haar genoemd is, doet haar avontuurlijke reputatie alle eer aan.
Met de financiële steun van de grote zakenfamilies in de buurt is Thaden Field inmiddels uitgegroeid tot een vliegeniersparadijsje. Niet alleen is er een hypermoderne FBO en een collectie historische vliegtuigen, maar ook een populair restaurant (Louise), een back-country flying club (OZ1), een natuurpark en de erg succesvolle vliegschool waar zowel fixed wing als helikopter-lessen worden gegeven. De schoolvloot bestaat uit een C152, een zestal C172S (directe injectie) en N-modellen (carburator), met zowel traditionele instrumenten en G5/GTN650 als G1000 in de cockpit, en enkele toestellen met STOL wings en bush-wielen. Daarnaast ook C182, Piper Cubs en Super Cubs, en een American Champion 8KCAB Super Decathlon – een tail dragger acrobatievliegtuig dat gebruikt wordt voor voortgezette spin– en stall- recovery training. Heli-training gebeurt in een Cabri G2 en een Eurocopter AS350 Écureuil.
De PPL-opleiding van de Federal Aviation Authority verschilt op enkele punten van die in Europa: er zijn wat meer overland-vluchten (cross country), de student krijgt meteen ook VFR-nachtprivileges, en de theorie wordt gebundeld in één grote kennistest met 60 vragen. Bovendien heb je in de VS een apart endorsement nodig zowel voor toestellen met meer dan 200 PK als voor toestellen met een uitklappend landingsgestel. Studenten worden ook aangemoedigd om na het behalen van hun private pilot license nog bijkomende spin– en stall-recovery training te volgen, meteen ook de kans om in een Super Decathlon te genieten van enkele rolls en loops, en de wereld eens (veilig) op z’n kop te zien!
Met twaalf toestellen en twintig instructeurs zijn er wel elke week een paar studenten die succesvol hun check ride afwerken, wat meteen ook een mooie aanvoer levert voor de vliegclub OZ1. Die club telt inmiddels 400 vliegende leden, en heeft een eigen club-vloot van Cessna’s, Super Cubs en Cirrus SR20 en SR22, die verhuurd worden aan erg aantrekkelijke prijzen. De club organiseert ook flying excursions naar back country strips in de buurt, bijvoorbeeld om te gaan vliegvissen, jagen, mountainbiken of kamperen, en beheert zelf, met vrijwilligerswerk van de leden, een aantal grass strips. Jaarlijks gaat de club ook naar ’s werelds grootste vliegmeeting AirVenture in OshKosh, en boven onze FBO is er een stijlvolle en gezellige club lounge waar altijd wel een goed vliegeniersverhaal of een weetje te rapen valt (en waar je –only in the USA– ook tweeloops jachtgeweren kan uitchecken voor je kampeertrip.)
Door het relatief droge landklimaat en de afwezigheid van erg hoge bergketens kan je in grote delen van het heartland ‘s zomers en ‘s winters goed VFR vliegen. Bentonville kent koude winters maar heeft gemiddeld 300 dagen zon per jaar, en vliegen over de sneeuw was een absoluut hoogtepunt van m’n opleiding!
Maar ook voor wie niet zelf vliegt, heeft Bentonville op luchtvaartgebied veel te bieden: er is een aparte museum-hangar met wisselende tentoonstellingen van historische vliegtuigen, en er staan heel wat glimmende war birds te blinken in de hangars rond het veld, zodat ik af en toe bijzondere uitnodigingen kreeg. Wie wil er niet een keer meevliegen met formatie- en loops-training van twee Mustang P51s en een unieke Goodyear F2G ‘Super Corsair’ (het enige nog vliegende exemplaar), of in de rechterstoel van een Embraer Phenom 300 zakenjet, of een waterlanding meemaken op een meer in de buurt met een Cessna 208 Caravan amfibie-toestel met vlotters en wielen?!
En voor wie het nog avontuurlijker wil: Thaden Field is ook de thuisbasis van de jonge vliegtuigbouwer Game Composites, de makers van de GB1 GameBird, een lichtgewicht tweezits acrobatisch toestel met vast landingsgestel en een krachtige 300 PK Lycoming motor. Alleen zijn rolkrachten van 6G/-6G niet aan mij besteed, dus ik hou het liever bij een leuke cross country vlucht naar een bluesconcert in de Mississippi Delta, of een bezoek aan de bizons van Oklahoma.
Nu mijn Amerikaanse opdracht erop zit, ben ik sinds deze herfst terug in Kortrijk, met mijn FAA PPL-licentie op zak. Gelukkig zijn er ook in Wevelgem EBKT, zoals elders in Europa, wel wat toestellen met N-registratie te vinden. Recent volgde ik een Cirrus-transitiecursus om met een SR20 het luchtruim in en rond ons landje te verkennen.
Wat een verschil! Het luchtruim is veel ‘drukker’, zelfs (of vooral) voor een VFR-piloot, met zoveel militaire en andere restricties. Er zijn weinig towered airports toegankelijk voor general aviation. En dan die landingsrechten, auw… Als je in het land van Oz gewoon bent om zelfs op Class Charlie airports vaak gratis te mogen oefenen, dag en nacht, dan is het wel even schrikken hier. Wat ook opvalt is dat verplicht ADS-B in België helaas nog geen ingang gevonden heeft in general aviation. De tijd dat ik dus elk toestel rondom mij kon zien op Foreflight of Sky Demon is voorlopig voorbij, wat de veiligheid mijns inziens niet ten goede komt.
Wat ik wél terugvind bij onze Belgische clubs en vliegvelden, is diezelfde piloten-passie. Van dat universele luchtvaart-enthousiasme hoop ik nog lang te mogen genieten… Blue Skies!
Tekst en foto’s: Lieven Bertels