CWGC Dozinghem Military Cemetery

Op Dozinghem Military Cemetery zijn er 3312 begraven; daarvan zijn er 65 Duitse graven en 73 graven uit het begin van de Tweede Wereldoorlog. Er zijn 21 graven van militairen van het Royal Flying Corps, het Australian Flying Corps en de Royal Air Force, in twee van Duitse vliegeniers.

Lieutenant Rennie Alexander AIRTH, 7 Squadron, overleden op 29 juli 1917

Lieutenant Airth zat in een RE8, pilot onbekend, die door luchtafweer geraakt werd bij een artillerie observatieopdracht. De piloot, van wie de naam niet kon teruggevonden worden, bleef ongedeerd.

Air Mechanic 1st Class Ralph Phoebus THIMANN, 9 Squadron, overleden 12 oktober 1917

De omstandigheden van zijn dood zijn onbekend; 9 Squadron was op dat moment gebaseerd te Proven bij Poperinge.

Second Lieutenant Arthur Joan POWNEY, 9 Squadron, overleden 15 september 1917

2Lt Powney kwam bij 9 Squadron terecht op 10 september 1917 als observer in proef. Hij maakte een eerste familiarisatievlucht op diezelfde dag met Lt Young. De volgende dagen vloog hij enkele opdrachten met dezelfde Lt Young.

Op 15 september 1917 vloog hij een opdracht met 2Lt W.G.C. Hackman in RE8 B765. Boven de frontlijn werden ze aangevallen door Duitse jagers. Hackman kon de RE8 nog aan de grond zetten binnen de Britse lijnen maar 2Lt Powney liep een zware wonde op aan de buik en overleed aan zijn verwondingen. Mogelijk werden ze het slachtoffer van Lt Hans-Georg von der Osten van Jasta 11.

Second Lieutenant Lewis Hayes WHITFIELD (piloot) en Lieutenant Andrew JOHNSTON (observer), 21 Squadron, beiden omgekomen op 30 oktober 1917 aan de gevolgen van een ongeval bij het landen met RE8 B5067. Bij de terugkeer van een verkenningsvlucht werden ze gegrepen door een windvlaag waarna hun vliegtuig crashte.

Serjeant Percy RUDD, 21 Squadron, overleden 29 juni 1917.

Overleden aan de gevolgen van een ongeval maar verdere details ontbreken.

Second Lieutenant Frederick Godfrey FLOWER, 21 Squadron, overleden 18 december 1917

Second Lieutenant Charles Wilson CAMERON, 21 Squadron, overleden 18 december 1917

2Lieutenants Flower en Wilson vormden de bemanning van RE8 B5899, bezig met een artillerie observatie rond Ieper. Ze werden neergeschoten door Ltn d R Hans Gottfried von Haebler van Jasta 36 (zijn zesde overwinning) en vielen te Zonnebeke.

Lieutenant Stewart Marcon GOODEVE, 21 Squadron, overleden 20 november 1917

Lieutenant Alexander Charles Nicholas March Phillipps DE LISLE, 21 Squadron, overleden 20 november 1917

Lieutenants Goodeve en De Lisle waren bezig met een artillerie observatie met hun RE8 A4383 toen ze geraakt werden door eigen artillerievuur. Ze vielen bij Sint-Juliaan, tussen Ieper en Langemark-Poelkapelle.

Captain Stuart Le Geyt CUTLER, 21 Squadron, overleden 9 augustus 1917

De omstandigheden van zijn dood zijn onbekend. 21 Squadron was gebaseerd op het vliegveld La Lovie van 19 mei 1917 tot 13 april 1918 en was uitgerust met Royal Aircraft Factory RE8 verkenningsvliegtuigen.

Lieutenant John Elbridge COBB, 21 Squadron, overleden 14 augustus 1917

Op 12 augustus 1917 was 2Lt Cobb de observer in RE8 A4318 met als piloot 2Lt Alfred Ellison Muncaster. Bij het opstijgen liep het mis, er waren problemen met de motor waarna het vliegtuig draagkracht verloor en vanop 200 voet in een spin raakte. 2Lt Cobb overleed twee dagen later aan zijn verwondingen. Ook de piloot, 2Lt Muncaster, was zwaar gewond maar overleefde.

Lieutenant George John BAKEWELL, 21 Squadron, overleden 16 november 1917

2Lt William Augustus Barnett (pilot) en Lt Bakewell (observer) maakten een noodlanding bij Ieper na een gevecht met vijandelijke vliegtuigen in hun RE8 A4652. Bij de noodlanding raakte Lt Bakewell gewond en hij overleed ‘s anderendaags aan zijn verwondingen. De overwinning werd geclaimd door Leutnant Julius Buckler van Jasta 17.

Second Lieutenant Charles Robert EDSON, Australian Flying Corps, 22 Squadron, overleden 17 augustus 1917

De Bristol F2B Fighter van 22 Squadron met Lt W M Turner als pilot en 2Lt Edson als schutter, raakte betrokken bij een luchtgevecht en werd geraakt maar kon nog naar zijn basis terugkeren. Piloot en boordschutter waren allebei gewond maar de boordschutter 2Lt Edson overleed aan zijn verwondingen.

Second Lieutenant Edmund TAYLOR, 23 Squadron, overleden 26 september 1917

Ook de omstandigheden waarin deze piloot omkwam, zijn niet gekend. 23 Squadron was gebaseerd op het vliegveld La Lovie, bij Proven (gelegen aan de Blankelindeweg, ongeveer tegenover de ingang van het domein van het Kasteel van De Lovie) en vloog op dat ogenblik met SPAD VII.

Lieutenant Noel Martin PIZEY, 57 Squadron, overleden 27 juli 1917

Op 27 juli 1917 raakten pilot Lt David S Hall en observer 2Lt Pizey slaags met een Albatros D.V. Ze zouden de Duitse jager gewongen hebben tot een ongecontroleerde duikvlucht (‘driven down out of control’) en deze overwinning werd aan Lt Hall toegekend. Bij het gevecht werd 2Lt Pizey echter gedood.

Lieutenant D D A MACKAY, 70 Squadron, overleden 14 oktober 1918.

Hij werd neergeschoten tijdens een opdracht met zijn Sopwith Camel serial F1940. Hij werd mogelijk het slachtoffer van Leutnant Reinhold Poss van Marine-Feldjagdstaffel I met basis Koolkerke bij Brugge.

Air Mechanic 2nd Class Latham Frankl ROWE, overleden op 14 augustus 1917.

De eenheid waartoe hij behoorde en de omstandigheden van zijn dood zijn onbekend.

Tussen de Royal Flying Corps gesneuvelden begraven op Dozinghem, bevinden zich ook drie leden van Kite Balloon Sections (observatieballons). We kennen de omstandigheden van hun dood slechts voor een van hen.

Air Mechanic 2nd Class Ernest Edward HILL, 47th Kite Balloon Section, overleden op 10 maart 1918

Air Mechanic 2nd Class Ernest John DAVEY, 39th Kite Balloon Section, overleden op 29 oktober 1917

Air Mechanic 3rd Class Harry BOOTH, 39th Kite Balloon Section, overleden op 17 november 1917

AM3 Booth werd gedood, samen met nog acht andere leden van 39th KBS, toen hun grondstation onder vuur genomen werd door Duitse artillerie. De andere slachtoffers werden echter begraven op New Irish Farm Cemetery in de Briekestraat te Ieper.

Er werden ook twee bemanningsleden van de Duitse luchtstrijdkrachten begraven op Dozinghem Military Cemetery.

Leutnant der Reserve Karl SCHUMM, Fliegerabteilung 18 (FA18), overleden op 30 september 1917

Hauptmann Hans SPEER, Fliegerabteilung 18 (FA18), overleden op 30 september 1917

Dit was een bemanning bestaande uit twee officieren, wat blijkbaar ongebruikelijk was in de Duitse luchtstrijdkrachten in die periode. Ze waren onderweg in Rumpler C.IV 6787/16 voor een strategische verkenningsvlucht rond Boulogne toen ze werden aangevallen door de Franse ‘as des as’ Adjudant-Chef René Fonck (Spa103, 75 erkende overwinningen) en Adjudant Henri Dupré (Spa102). De Rumpler kwam neer bij het vliegveld La Lovie. In het verleden, en ook nu nog, duikt regelmatig het verhaal op dat Fonck toen Leutnant Kurt Wisseman neergeschoten had, de Duitse piloot die George Guynemer zou neergeschoten hebben op 11 september 1917 (maar ook dat is niet helemaal zeker). De piloot van de Rumpler had geen identiteitspapieren op zich maar droeg wel nieuw uitziende rangkentekens waaruit men concludeerde dat hij pas promotie gemaakt had tot kapitein (Hauptmann). Kwam daarbij een Duits communiqué dat kort daarna verscheen waarin gemeld werd dat Leutnant Kurt Wisseman, pas bevorderd tot  Hauptmann na zijn overwinning op Guynemer, vermist was. Wisseman werd echter neergeschoten op 28 september 1917 bij Westrozebeke.

Met dank aan Thibaut Westhof.

Beelden: © Michel Collaert, 06/11/2017
Datum registratie:
03/05/2008
Locatie:
CWGC Dozinghem Military Cemetery
Adres:
Dozinghem Military Cemetery, Leeuwerikstraat, Poperinge
Lengtegraad:
2°41’56.3″E
Breedtegraad:
50°53’31.2″N

FEEDBACK

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer