Al eind 1916 besliste de Duitse bezetter om in de Oostende spuikom, die aan Bredene grenst, een “Seeflugstation” te bouwen. Nog altijd vinden we in Bredene een Watervliegpleinstraat. Er werd toen al gebruik gemaakt van een hijskraan die vliegtuigen van een hellend vlak haalde. Op 11 maart 1917 was het Seeflugstation Flandern II in gebruik, eind september 1918 verliet de bezetter deze basis. Op het grondgebied Bredene, ter hoogte van de gemeentelijke werf, in de Polderstraat langs de Spuikom, staan nog de vier grote betonnen sokkels van een Duitse kraan die diende voor de onderhoudswerken aan de watervliegtuigen. De toestellen werden door middel van een katrol via een “ramp of slipway” op het droge getrokken, een soort glijbaan die tot in het water liep. Dan werden ze tot onder de kraan gereden. Onder de kraai was ook een –ondertussen verdwenen- draaiplatform waarop het vliegtuig in een gepaste stand kon gedraaid worden.
Bij de aftocht van de Duitse troepen werd geprobeerd om de kraan te doen springen, dat lukte slechts gedeeltelijk. In 1946 werd ze afgebroken door aannemer Versluys. De sokkels staan ter hoogte van de gemeentelijke werf, in de Polderstraat langs de Spuikom.