Op 6 juli 1957 had dr. Gildemyn er een 27 minuten durende vlucht opzitten met de Piper PA 12 Super Cruiser OO-GAF, een tot driezit omgebouwde tweezit. Hij werd afgelost door André Stas de Richelle, burgemeester van Bottelare aan wie hij doorgaf dat er bepaalde moeilijkheden waren bij het opstijgen. Hij had langer dan gewoonlijk moeten rijden, het opstijgen was onder een lagere hoek gebeurd, en er was slechts beterschap opgetreden een heel eindje van het vliegveld. Niettemin steeg Stas de Richelle op om twee studenten, Willy Steurbaut en Claude De Poorter (beiden 18 jaar en uit Ronse), een luchtdoop te geven.
Het was een mooie en warme dag waardoor de lucht dunner werd. Reeds bij het opstijgen hadden ooggetuigen bemerkt dat het toestel zich niet normaal gedroeg: toen het enkele meters hoogte had bij het opstijgen, raakte het opnieuw de baan alvorens toch verder op te stijgen. Blijkbaar had het last om snelheid te winnen maar het steeg toch op tot 20 meter boven de autosnelweg. Maar eenmaal daar voorbij zwenkte het toestel naar rechts om de ervoor liggende bomen te ontwijken, kantelde verder naar rechts en crashte om 14.16 uur in het veld achter de autostrade, waarbij het vuur vatte en de drie inzittenden verkoolden. Waarschijnlijk had de piloot nog geprobeerd terug naar het vliegveld te keren of een noodlanding te maken, toen hij met de toenemende moeilijkheden te kampen kreeg. De oorzaken waren nog vast te stellen maar waarschijnlijk was het te wijten aan een combinatie van weersomstandigheden en een verlies aan motorkracht.
André Stas de Richelle had zijn burgerlijk- en legerbrevet behaald in 1921 en stond bekend als ‘fijne bestuurder in het glijvliegen’. Voor het opstijgen had hij steeds de gewoonte in de ‘Derby’ het 45toerenplaatje ” Cindy, oh Cindy” te laten afdraaien, zo ook voor de vlucht waarbij hij verongelukte.