Andrew Boyd Majoribanks Ketterson was een jonge piloot uit Montreal. In 1941 meldde hij zich aan voor een opleiding als piloot bij de RCAF, opleiding die hij met succes beëindigde op 27 februari 1942. Na een aanvullende opleiding in Groot-Brittannië komt hij in september 1942 bij 412 Squadron RCAF terecht. Op 7 december 1942 vloog hij zijn eerste operatie boven het Europese vasteland. Toen hij zijn fatale opdracht vloog op 4 maart 1944 was hij al een ervaren piloot die twee weken voordien tot Flight Commander van B-flight aangeduid was.
Op 4 maart 1944 kreeg het squadron als opdracht een groep Amerikaanse bommenwerpers te beschermen op hun terugtocht na een bombardementsmissie naar Duitsland. De bommenwerpers werden opgepikt ten zuidoosten van Brussel. Kort daarna werden ze onder vuur genomen door de Duitse flak en F/L Ketterson kreeg te maken met motorproblemen en hoogte verloor. Zijn wingman vergezelde hem tot hij in de wolken verdween. Toen hij uit het wolkendek de begane grond kon onderscheiden, bevond hij zich in de omgeving van de Schelde bij Helkijn. Hij was al laag maar probeerde toch nog uit te springen en kwam daarbij om het leven. Zijn Spitfire IX serial MJ306 genaamd Hot-Box crashte in de meersen tussen de Schelde en de Landbeek. F/L Ketterson werd opgebaard in het lijkenhuisje van de begraafplaats aan de kerk van Helkijn alvorens begraven te worden op de begraafplaats van Wevelgem.
De belangstelling van Patrick Herbert voor deze crash werd gewekt door het boek ‘Spiere-Helkijn tijdens de Tweede Wereldoorlog’ (2009). In 1988 had iemand al gezocht en gegraven naar de resten van deze Spitfire en Patrick slaagde erin om nog meer resten aan de oppervlakte te brengen. Waarschijnlijk waren het resten van het vliegtuig die na de eerste opgravingen terug gedumpt werden vanwege niet interessant genoeg. Er waren nochtans interessante stukken bij, o.a. enkele verwrongen aluminium panelen waarop na zorgvuldig open geplooid te zijn nog sporen van de serial en de rompcode konden herkend worden.
Bart Seynaeve zocht van zijn kant naar de familie van de gesneuvelde piloot. Hij slaagde erin een achterneef van de piloot te vinden die hem veel documenten ter beschikking stelde voor onderzoek. En zo kwam hij ook in contact met familie van LAC Michael Ewasyshyn, een ‘rigger’ (vliegtuigtechnieker) van 412 Squadron waarmee Boyd Ketterson goed bevriend was. Michael Ewasyshyn beschikte over een fototoestel en had het squadronleven van 412 Squadron op talrijke foto’s vastgelegd. Het resultaat van de zoektocht naar piloot en vliegtuig schreven ze neer in een boekje ‘MJ306 Hot-Box : Een Spitfire in Helkijn’ (zie boekbespreking op HF, www.hangarflying.eu/2025/01/mj306-hot-box-een-spitfire-in-helkijn/ ).
Tenslotte wilde Patrick Herbert ook een blijvend aandenken aan F/L Boyd Ketterson. Hij nam daarvoor contact met de Commonwealth War Graves Commission in Ieper. Samen maakten ze een ontwerp en de steen werd gegraveerd in dezelfde steensoort waarmee ook de headstones op Commonwealth begraafplaatsen gemaakt worden. Het is een originele gedenkplaat geworden die geplaatst werd op het lijkenhuisje van de begraafplaats van Helkijn waar tachtig jaar voordien het lichaam van F/L Ketterson werd opgebaard. De gedenkplaat werd onthuld op zaterdag 24 augustus 2024.