Op de Scheldekaai stonden jarenlang twee gedenkplaten, een voor de Amerikaanse luchtafweereenheden die deelnamen aan de bescherming van Antwerpen en zijn haven tegen de V1 vliegende bommen, en een tweede plaat om de vijftigste verjaardag van de stichting van de Belgische ParaCommando’s te gedenken.
De luchtverdediging van Antwerpen en de Antwerpse haven opereerde onder de codenaam Antwerp X. Alle Amerikaanse eenheden die eraan deelnamen werden opgelijst op de gedenkplaat.
De gedenkplaat voor de ParaCommando’s herdenkt de stichting op 8 mei 1942 van de Belgische eenheid die de basis zou vormen voor het latere Belgische 5th SAS, en na de Tweede Wereldoorlog het 1ste Bataljon Parachutisten. In datzelfde jaar 1942 werd ook begonnen met de opleiding van Belgische Commando’s. Na de Tweede Wereldoorlog zouden de Commando’s onderdeel worden van het Belgisch Leger. Later werden parachutisten en commando’s samengevoegd tot het Regiment ParaCommando, tegenwoordig de Belgische Special Forces. De gedenkplaat herdenkt de vijftigste verjaardag van deze twee eenheden (1942-1992) en hun bevelhebbers van het eerste uur, Commandant G. Danloy voor de Commando’s en Commandant E. Blondeel voor de Para’s.
Door de bouw van de nieuwe terminal voor cruiseschepen verdwenen de gedenkplaten op hun originele plaats langs de Scheldekaaien. Ze werden verplaatst naar de ingang van het stadspark, waar ze naast drie andere gedenkplaten terecht kwamen: voor Zeekapitein Eugène Colson, leider van een groep Antwerpse weerstanders, voor het Belgische Marineschap Kamina dat in 1950 ingezet werd in het kader van de oorlog in Korea, en voor de bevrijding van de Antwerpse haven en het eerste schip dat op 28 november 1944 aanmeerde in deze haven. Ze staan tegenover het monumentale gedenkteken voor de slachtoffers van de beide wereldoorlogen.
De mijnveger M477 Oudenaarde die door de Belgische Marine aan het Scheepvaartmuseum van Antwerpen geschonken is en die eveneens op de Scheldekaai bij de gedenkplaten stond, is verplaatst naar een locatie aan de Droogdokkensite, voorbij het Red Star Museum. Eind 2021 werd het schip door de Marine overgedragen aan de Stichting Maritiem Patrimonium.
