Gedenkteken voor Philippe de Selliers de Moranville, Ryan Navion OO-ESD

In de databank hadden we eerder al het graf vermeld van Philippe de Selliers de Moranville op de begraafplaats van Neder-over-Heembeek (Brussel). De man kwam in Zwitserland om het leven bij het ongeval met de Ryan Navion OO-ESD op 18 januari 1958. We wezen ook op het gedenkteken op de plaats van het ongeval.

Dankzij Jean Claude Dispaux ontvingen we deze aanvullende informatie over het gedenkteken in Zwitserland.

Op het moment van het ongeval had Philippe de Selliers de Moranville al een aardige staat van dienst.
-2 juni 1943, start bij de 6 Reserve Flying Training School (RFTS) te Sywell (UK) op DH.82a
-23 augustus 1943, 31 Elementary Flying Training School (EFTS) te De Winton (Canada) op Cornell
-3 november 1943, 34 Service Flying Training School (SFTS) te Medicine Hat (Canada) op Harvard
-21 februari 1945, 11 Advanced Flying Unit (AFU) te Wrexham (UK) op Havard en Hurricane
-28 april 1945, 53 Parachute Training Unit (PTU) op Master II en Spitfire V
-24 mei 1945, 58 Operational Training Unit (OTU) op Master II en Spitfire IX
-17 september 1945, 350 Sqn op Spitfire XIV.

 

Vanaf 20 juli 1948 mag hij met een eenmotorig toerismevliegtuig vliegen en op 21 april 1952 behaalde hij ook de radiovergunning. Hij had tot op de dag van het ongeval ongeveer 950 vlieguren, waaronder 48 uur instrumentvliegen. Daarnaast had hij 56 uur ervaring op Linktrainer. Op de Ryan Navion had hij ongeveer 380 uur gevlogen.

 

Island Air Ferries (MacArthur Airport, Long Island, VS) verkocht de Ryan Navion NAV-4 N4252K met serienummer 1252 op 4 april 1951 aan de Selliers. Het toestel was gebouwd in 1948, de Selliers was dus niet de eerste eigenaar. De man werkte voor de UN Economic Commission for Europe in Genève. In Zwitserland zorgde Pilatus Air Service voor de montage en het onderhoud van het vliegtuig. De Navion was aangedreven door een Continental van 185 pk en bood plaats aan vier personen.

 

Op 22 mei 1951 werd de Zwitserse registratie HB-ESD gereserveerd met thuisbasis Genève-Cointrin, de officiële toekenning volgde op 18 juni.

 

Op 30 januari 1953 liet de Selliers de Zwitserse autoriteiten weten dat hij Zwitserland ruilde voor een officiële verblijfplaats in België (Ernest Solvaylaan in Terhulpen). Op 2 februari 1953 schrapten de Zwitserse autoriteiten de HB-registratie.

 

Het Belgische inschrijvingsbewijs met registratie OO-ESD werd afgeleverd op 23 februari 1953 met als thuishaven Grimbergen. Op het Belgisch luchtwaardigheidsbewijs stond nummer 904.

 

Volgens zijn reisdagboek was de dramatische vlucht van 18 januari 1958 zijn eerste trip in 1958. De laatste vlucht van 1957 bracht het toestel op 14 december 1957 van Keerbergen naar Brussel Nationaal met Paquet als piloot.

 

Voorafgaand aan de noodlottige vlucht van zaterdag 18 januari 1958 had de piloot natuurlijk een meteo-briefing ontvangen op Brussel Nationaal. Hij vroeg naar de weersomstandigheden in Genève en een routeverwachting van Brussel naar Genève. Hij kreeg de routebeschrijving en de voorspelling voor Brussel-Zürich en informatie voor Luxemburg, Lyon, Zürich, Parijs-Le Bourget en Dijon. Hij werd gewaarschuwd dat het weer erg slecht was en dat Nice een goede uitwijkhaven was. Volgens de Selliers had hij voldoende brandstof om Nice te bereiken. Gezien de weersomstandigheden moest de piloot radionavigatie gebruiken om richting Genève te vliegen. Aan boord van de OO-ESD zat een VHF-ontvanger en twee zenders, alsook een ADF. Het vliegtuig was uitgerust voor IFR-vluchten maar de piloot had geen IFR-licentie.

 

De piloot steeg op 18 januari 1958 om 09.58 uur op van Brussel Nationaal (alle tijden gmt, lokaal gmt+1) met zijn Navion OO-ESD voor een vlucht naar Genève-Cointrin. De vlucht vond plaats boven een dikke mistlaag. Om 12.08 uur maakte de piloot radiocontact met Geneva Approach. Omdat de weersomstandigheden onder het VFR minimum waren, werd hem geadviseerd te landen op Sion, waar het weer goed was. De radioverbinding verzwakte en stopte volledig om 12.34 uur. Het vliegtuig moest die dag naar Pilatus in Genève gevlogen worden voor onderhoud. Opvallend is wel dat de Lear-radio en de microfoon moesten nagekeken worden omdat eerder zowel een zwakke zend/ontvangst was vastgesteld. Op de documenten was dit het eerste punt dat moest nagekeken worden.

 

Rond om 12.50 uur raakte het vliegtuig in dichte mist de grond in een besneeuwd veld bij Belmont-sur-Lausanne en het gleed 50 meter verder in het nabijgelegen bos. Het landingsgestel was ingetrokken. Het vliegtuig werd letterlijk uit elkaar gerukt toen het de bomen raakte.

 

Wrakstukken lagen in het bos verspreid. Het was volledig vernield en de piloot, die alleen aan boord zat, was op slag dood. De plaats van het ongeval was lokaal gekend als ‘Mallatêtaz’, in de gemeente Belmont-sur-Lausanne, vijf kilometer ten oosten van de stad Lausanne en op een hoogte van 785 meter.

 

Van zodra de politie van Lausanne was gewaarschuwd, stuurde ze twee ambulances ter plaatse, maar die konden alleen de dood van de piloot vaststellen. De eerste nieuwsgierige toeschouwers moesten op afstand gehouden worden en de plaats moest onaangeroerd blijven tot de experts van het Federaal Bureau voor de Luchtvaart arriveerden. Tegen de tijd dat ze aankwamen, was het al donker en het duurde tot zondagochtend voordat ze de sporen en brokstukken konden onderzoeken.

 

De piloot kende de regio rond Genève zeer goed. Vermoedelijk wou hij toch proberen om visueel Genève te bereiken omdat hij al een afspraak geregeld had met het aldaar gevestigde Pilatus Air Service en omdat hij ook een leuk weekend wou doorbrengen met zijn familie die op vakantie was in de Savoie. Philippe de Selliers de Moranville was gehuwd en had drie kinderen.

 

De stukken van het vliegtuig vervoerden de Zwitserse autoriteiten naar de luchthaven van Lausanne waar alle onderdelen rond 20 januari 1958 zorgvuldig werden samengelegd. Er konden geen aanwijzingen gevonden worden van een technisch defect voorafgaand aan de impact. De onderzoekscommissie kwam tot het besluit dat de hoofdreden voor het ongeval het zonder IFR-licentie vliegen was in meteorologische omstandigheden die lager waren dan de voorgeschreven minima voor visuele vluchten.

 

Bronnen:
Jean-Pierre Wauters en Anne-Catherine Lyon in Passé Simple (nr 84)
Feuille d’avis de Lausanne, 20 januari 1958
Ongevallendossier Schweizerisches Bundesarchiv en Belgisch Directoraat-generaal Luchtvaart

 

Met dank aan Jean Claude Dispaux

Beelden: © M. Bovey, © Jean Claude Dispaux
Datum gebeurtenis:
18/01/1958
Datum registratie:
6/8/2023
Locatie:
Gedenkteken voor Philippe de Selliers de Moranville, Ryan Navion OO-ESD
Adres:
Nabij de Chemin de la Musette, Belmont-sur-Lausanne. Aankomst vanuit het noorden (Claie aux Moines). Parkeerplaats net voor het bos. Ga 100 m rechtdoor langs de Chemin de Malatête. Ga aan de rand van het bos naar links en volg de rand (foto 1). Wanneer het pad het bos ingaat (foto 2), ga je links het veld in (zie foto’s). 50 meter verder staat de gedenksteen tussen de bomen, met de gedenkplaat naar het veld gericht.
Lengtegraad:
6°41’41.7E
Breedtegraad:
46°31’46.6N

FEEDBACK

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer