Glasraam als aandenken aan de bemanning van Lancaster III ME690 AA-Z 75 Sqn

Op 23 mei 1944 keerde de Lancaster III ME690 AA-Z van 75 Squadron terug van Dortmund naar zijn thuisbasis in Groot-Brittannië. Boven Overpelt maakte een Ju 88 een einde aan de oorlogsvlucht. In 1979 vond Peter Loncke zijn eerste onderdelen van het vliegtuig, hij kreeg er een massa bij mekaar. Peter kwam te weten dat de zeven slachtoffers in Heverlee begraven werden. Hij zocht contact met de familieleden. Margaret Burke, de nicht van piloot Edgar Burke, kwam als eerste naar België. Enkele maanden later volgde de dochter van Sgt Cooper en de familie van Sgt Bromley. Onderdelen van de gecrashte Lancaster werden met een RAF C-130 overgevlogen naar Nieuw-Zeeland, daar is het museum van het 75 Sqn dat tijdens WOII met de RAF missies had uitgevoerd. In samenwerking met de oudstrijdersvereniging van Overpelt en het 75 Squadron in Engeland werd op 23 mei 1986 een glasraam ter ere van de zeven bemanningsleden ingehuldigd in de Sint-Jozefskerk (Fabriek.) Onder het glasraam hangt een bordje met de namen van de omgekomen bemanningsleden, vermoedelijk is het een onderdeel van het gecrashte vliegtuig.
In Nieuw-Zeeland kreeg Peter Loncke heel wat waardering voor zijn onderzoek.