Charles De Wever (°2 augustus 1922, Wilsele) ontvluchtte van België op 5 augustus 1942. Via Frankrijk en Spanje wou hij Groot-Brittannië bereiken. Op 20 oktober 1942 volgde zijn arrestatie in Spanje, hij kwam in het gevreesde kamp van Miranda de Ebro terecht. Op 22 mei 1943 mocht hij via Gibraltar toch naar Groot-Brittannië reizen, waar hij aankwam op 4 juni 1943 en zijn verdere training kon starten. Na de 17 Intial Training Wing en de 6 Elementary Flying Training School volgde midden 1944 in Bowden (Alberta, Canada) een opleiding tot vliegenier. Tijdens een vlucht in een Fairchild Cornell Mk.II (14498) van 32 Service Flying Training School (SFTS) op 26 augustus 1944, stortte het toestel neer. Ook zijn instructeur Sgt. (Pilot) Gordon Richard Bennett, kwam om het leven. Ze werden begraven op het Innisfail Cemetery (Alberta, Canada).
Het lichaam van Leading Aircraftman Charles De Wever werd in 1956 herbegraven in Tienen. Alhoewel geboren in Wilsele, woonden de ouders van De Wever blijkbaar in Tienen op het moment dat de oorlog uitbrak.
Volgens de CWGC wordt Charles De Wever ook herdacht in The Maidenhead Register.
Zijn naam staat ook op het monument op Red Deer Cemetery (Alberta, Canada) dat 44 vliegeniers herdenkt die (volgens het monument) tijdens het Commonwealth Air Training Plan op het toenmalige RCAF Penhold om het leven kwamen. Helemaal correct is dat niet, want dertien van hen (inclusief De Wever) kwamen om tijdens hun opleiding in 32 SFTS op de basis van Bowden en werden begraven op het Innisfail Cemetery. De namen van de 44 vliegeniers staan ook op een monument op Red Deer Airport.
Volgens sommige Canadese websites rust Charles De Wever op het ereperk van de begraafplaats van Brussel in Evere. Dat is niet correct, daar is zelfs geen headstone voor De Wever.