Op 13 februari 1955 vertrok de DC-6 OO-SDB van de nationale luchthaven van Melsbroek naar Leopoldstad (Kongo), met geplande tussenlandingen in Rome-Ciampino (Italië) en Kano (Nigeria). De 21 passagiers en 8 bemanningsleden zouden Rome nooit bereiken. Het vliegtuig van Sabena stortte die dag neer nabij Rieti, op ongeveer 100 kilometer ten noordoosten van Rome. Een combinatie van weerselementen en onbetrouwbare navigatiebakens zouden aan de basis liggen van de ramp.
De gezagvoerder voor deze vlucht was Stephan Stolz (° 2 augustus 1924, Seraing sur Meuse).
Zijn jeugd had hij doorgebracht in Seraing. In 1941 vertrok hij als zeventienjarige met een vriend te voet naar Frankrijk. Via de Pyreneeën en Spanje kwam hij in Groot-Brittannië terecht waar hij dienst nam in de RAF. Na zijn opleiding in de RAF werd Stolz eerste sergeant vlieger. Na de bevrijding wou hij in België aan de slag als piloot. In zijn zorgvuldig ingevuld vluchtenboek zagen we dat hij in oktober 1947 vloog voor Cogea, bedrijvig van op de vliegvelden Haren en Keerbergen. In november 1947 staan de eerste C-47 trainingsvluchten ingeschreven voor zijn nieuwe werkgever Sabena. De volgende jaren vloog hij met DC-3, DC-4, CV-240 en DC-6. In 1955 had Stolz al 9.150 vluchturen in zijn logboek. Hij woonde met zijn echtgenote en drie kinderen in een villa in Kraainem.
Mede dankzij Hangar Flying werd op zondag 6 juni 2010, in aanwezigheid van talrijke familieleden van de slachtoffers van de vliegramp, op de plaats van het ongeval een monument onthuld. Een artikel over de onthulling is te vinden op www.hangarflying.eu
Over dit ongeval bracht Hangar Flying een themanummer uit : “De ijselijke speurtocht naar Sabenavlucht 503” (uitverkocht).