F/Sgt Pierre Jean Louis Terken kwam op 8 juli 1944 om het leven bij de crash van Beaufighter Mk.IF X7630 van 51 OTU (Operational Training Unit, basis RAF Cranfield, Bedfordshire).
De linker motor van de Beaufighter had tijdens de vrije trainingsvlucht vuur gevat. Terken beval F/O John Hamelton om het vliegtuig te verlaten met de parachute. De linker brandstoftank ontplofte en de linker vleugel werd van het toestel gerukt. Navigator F/O Joannes Philip ‘John’ Hamelton kon het toestel verlaten maar was ernstig gewond. Hij overleefde het ongeval.
John Hamelton (doopnaam Joannes Philip Albert) werd op 4 september 1922 geboren in Oostende als eerste kind van Eduard Hamelton en Maria Paula Neyrinck. In mei 1940 telde dit gezin zes kinderen en woonden ze in de Sint-Paulusstraat 5 in Oostende. Het gezin vluchtte naar Engeland en kreeg er opvang in het klooster St.Michael’s Convent in North Finchley, een wijk van Groot-London (ten noorden van London). John volgde nog een jaar school en werd eind 1941 opgeroepen voor zijn dienstplicht. Hij meldde zich aan bij de RAF als Belgische vrijwilliger. Hij werd in Canada opgeleid tot navigator. Het fatale ongeval met de Beaufighter in juli 1944 zou leiden tot zijn vroegtijdig overlijden op 25-jarige leeftijd in 1947. Hij liet een Engelse echtgenote en hun tien maanden oud zoontje na.
John Hamelton overleed op 22 december 1947 in het Militair Hospitaal van Oostende ten gevolge van een longoedeem. Hij rust op de begraafplaats in de Stuiverstraat. Marianne Rogiers: “Mijn oom is inderdaad aan een ernstige longaandoening overleden, deze zou in verband zijn gebracht met het ongeval met de Beaufighter. Mijn oom kon inderdaad tijdig ontsnappen met de parachute, maar het vliegtuig is in de lucht ontploft en mijn oom zou gassen ingeademd hebben van de brandende fuel en zou hierdoor ernstige verwondingen aan zijn longen hebben opgelopen.”
De 23-jarige (Brits-Belgische) piloot F/Sgt Pierre Jean Louis Terken werd op 14 juli 1944 begraven op het Cambridge City Cemetery (graf nr. 13505) waar hij nog steeds rust (zie databank).
Met dank aan Steven Volckaerts en Marianne Rogiers.