De B-24H Liberator 41-28822 van 836 Bomb Squadron-487 Bomber Group was vertrokken van Lavenham USAAF Station 137 (Suffolk, UK).
De missie 436 van 23 juni 1944 bestond uit twee bombardementen op Duitse militaire doelwitten in bezet Noord-Frankrijk te Coulommiers en Juvincourt. Deze bombardementen dienden als ondersteuning na operatie Overlord op dinsdag 6 juni 1944. Voor de bemanning leek het een vrij gemakkelijke opdracht te worden, een ‘milk run’. Een groep van 155 P-47s en 83 P-51 escorteerde de bommenwerpers. De bemanning van de 41-28822 was kansloos na twee directe inslagen van flak in het bommenruim. Nochtans heeft een van de bemanningsleden nog zijn parachute kunnen gebruiken. Het toestel stortte neer op vrijdag 23 juni 1944 om 20.40 uur, in het Scheutbos nabij het informatiepaneel. De andere vliegtuigen landden op Lavenham om 22u.
Mario Baudewyns schrijft in zijn grondige studie over de crash (uit de agenda van S/Sgt Bruce MacFarland, ball-turret gunner, ‘Picadilly Lilley’, 43-38044 – B-17 837BS): ‘Briefing om 14 uur voor een doel te Juvincourt nabij Parijs. Vandaag geraakten we in stevige flak in de doelzone, een vlieghaven die met succes gebombardeerd werd. Op de terugweg geraakten we van koers en vlogen over Brussel waar we in hevige flak terecht kwamen. Een toestel van het bovenste Squadron, Lt. Van Dyke, kreeg twee directe inslagen in het geopende bommenluik. Het toestel vloog onmiddellijk in brand en ontplofte dan. Het staartgedeelte ging omhoog, de linker vleugel werd weggerukt en vloog omhoog en ging in spiraalvlucht naar beneden. De rest vloog weg in een andere richting, alle drie stukken in vuur en vlam.’
De omgekomen bemanningsleden:
• 2/Lt Joseph Semmes Van Dyke, piloot, 23 jaar
• 2/Lt Merle John Thies, copiloot, 28 jaar
• 2/Lt Rudolph J ‘Rudy’ Zebora, navigator, 25 jaar
• S/Sgt Leslie E Kraus, radio operator, 21 jaar
• Sgt James R Glenn, boordschutter buikkoepel, 25 jaar
• S/Sgt Charles H Crossley, boordschutter rugkoepel, 21 jaar
• Sgt William Howard Spindler, boordschutter staartkoepel, 21 jaar
• Sgt Bradford Asa Rupe, boordschutter neuskoepel, 32 jaar
• T/Sgt John Edward Snead, engineer, 24 jaar.
Nog volgens onderzoeker Mario Baudewyns leren we uit Duitse en Amerikaanse verslagen dat er twee van de negen bemanningsleden uit het wrak geslingerd zijn, hetzij door de explosie van het toestel, hetzij met een parachute. Mogelijk betreft het copiloot 2/Lt Merle Thies en staartboordschutter Sgt William Spindler. William kon zich vermoedelijk uit het toestel bevrijden langs de schuttersluiken. Het tweede slachtoffer was hevig verbrand, wat impliceert dat hij uit het ontploffende toestel gekatapulteerde werd.
De zus van Spindler bevestigde aan Mario dat haar broer volgens een Amerikaans rapport kort na de crash stierf aan een hoofdwonde in het door de Duitsers gebruikte Hôpital Civil de Saint-Gilles in Vorst.
Eerst werd de bemanning door de Duitse bezetter begraven te Evere. Daarna werden de lichamen overgebracht naar het Ardennes American Cemetery te Neuville-en-Condroz waar er nog steeds zes van de Van Dyke crew rusten.
Drie bemanningsleden zijn overgebracht naar de VS. 2/Lt Zebora rust in zijn geboorteplaats Meridan-Connecticut, S/Sgt Kraus in Fort Mitchell-Kentucky en Sgt Rupe naast zijn ouders in Rock Port-Missouri.
Bron:
De crash van de B-24 (41-28822) te Scheutbos, Sint-Jans-Molenbeek, op 23 juni 1944. Mario Baudewyns. Pdf, Dilbeek, 2020
MACR 6263
https://www.americanairmuseum.com