Laatste rustplaats van Charles de Laveleye, Lancaster ME503 BQ-R 550 Sqn RAF

Charles Auguste de Laveleye werd op 4 april 1924 geboren te Etterbeek als zoon van Victor de Laveleye en Renée Hubert. Victor, de vader van Charles, was voor de oorlog partijvoorzitter van de Belgische Liberale Partij en werd in 1937 even minister van Justitie. Victor was ook een begaafd tennisspeler die voor België deelnam aan de Olympische Zomerspelen van 1920 en 1924.

 

Na de val van België vluchtte Victor met zijn gezin naar Frankrijk om na de val van Frankrijk naar Engeland door te reizen. Victor werd de stem van de BBC Radio Belgique en de Belgische regering in ballingschap vanaf 1940. Op 7 januari 1941, tijdens één van zijn uitzendingen, spoorde hij de Belgen aan om een V-teken te kalken op alle mogelijke plaatsen zoals gebouwen, muren, voertuigen enz. en om elkaar te begroeten met een V-handgebaar. Dit teken, dat in beide landstalen vrijheid betekende, zou de veerkracht en de weerstand van de Belgen tonen aan de Duitse bezetter. Zijn vraag werd door vele Belgen opgevolgd en verspreidde zich ook over het bezette Frankrijk en Nederland. Zes maanden later, in juli 1941, nam Churchill hetzelfde gebaar over.

 

Na de bevrijding keerde Victor met zijn gezin terug naar België en werd minister van Openbaar Onderwijs in de regering Pierlot VI en VII. Een week voor zijn zoon Charles sneuvelde, diende Victor omwille van ernstige gezondheidsproblemen af te treden.

 

Victor stierf op 16 december 1945 en werd begraven op de begraafplaats Dieweg in Ukkel Na de oorlog werd een klein park in de wijk Sint-Gilles in Brussel naar Victor de Laveleye genoemd, die zijn politieke carrière daar als gemeenteraadslid in de jaren 1920 was begonnen.

 

Zijn zoon Charles de Laveleye nam in Engeland dienst bij de Royal Air Force. Na zijn opleiding bij de 5 Initial Training Wing (ITW) te Scarborough en 6 Elementary Flying Training School (EFTS) te Sywell kwam hij in november 1944 als Air Gunner in dienst van 550 Squadron dat met Lancaster-bommenwerpers vloog vanaf de basis van North Killingholm

 

Op 7 maart 1945 omstreeks 17.08 uur steeg Lancaster ME503 BQ-R samen met andere toestellen van 550 Squadron op vanaf North Killingholm om deel te nemen aan een raid op de Duitse stad Dessau. Aan boord van dit toestel zat ook Sgt Charles de Laveleye, het zou voor hem zijn 27ste missie worden. Charles was initieel niet aangeduid voor deze operatie maar verving de oorspronkelijke Mid Upper Gunner die wegens ziekte niet kon ingezet worden.

 

De bemanning van Lancaster ME503 bestond die nacht uit: P/O Sean Wrist Nielson (Pilot), Sgt Anthony Finnigan (Flight Engineer), F/Sgt Bruce Milton Trowbridge (Navigator), Sgt Robert Kerr (Bomb Aimer), Sgt John Henry Stuart-Ritson (Wireless Operator), Sgt Charles Auguste de Laveleye (Mid Upper Gunner) en Sgt Reg F. Stevens (Rear Gunner).

 

De bommenwerpers begonnen aan de lange vlucht naar Dessau en zouden tijdens de route geen grote tegenstand van luchtafweer en nachtjagers ondervinden. De meeste bommenrichters konden hun doel lokaliseren en bombarderen waardoor de raid als geslaagd kon beschouwd worden. Drie Lancasters zouden echter niet naar hun basis terugkeren.
Eén van de deze vermiste Lancasters was de ME503 van P/O Nielson. Uit de verklaringen die Sgt Finnigan (Flight Engineer) en Sgt Stevens (staartschutter) na hun terugkeer konden afleggen, werd het toestel kort na de bomb run door een Duitse nachtjager aangevallen en werd hierbij de binnenste bakboormotor in brand geschoten. Door het vuur en de verspreide brandstof vulde de romp van het toestel zich met rook en de piloot gaf aan de Sgt Finnigan de opdracht om de schroef van de getroffen motor in vaanstand te zetten, dit lukte echter niet.

 

Omdat de piloot het toestel niet onder controle kon houden gaf hij aan de bemanning de opdracht om het toestel te verlaten. Kort na dit bevel ontplofte het toestel echter waarbij Sgt Finnigan en Sgt Stevens uit het vliegtuig gekatapulteerd werden. Beide slaagden erin om hun parachute te openen. De vijf andere bemanningsleden hadden het toestel niet kunnen verlaten en stierven in de crash.

 

Sgt Finnigan landde veilig en verstopte zich in een bos tot de ochtend. Hij werd aangesproken door een boswachter die hem naar het gemeentehuis van Sollnitz bracht, het nabij gelegen dorp. Hier trof hij Sgt Stevens aan die zich bij zijn landing verwond had en eveneens naar het gemeentehuis gebracht werd. Ze werden beiden ondervraagd en daarna opgesloten. De dag nadien werden ze naar de crashplaats van hun toestel gebracht waar zij de lichamen van hun crew zagen. Het toestel was in twee grote stukken gebroken die ongeveer 400 meter van elkaar tegen de grond geslagen waren. De motoren en vleugels waren zwaar verbrand in tegenstelling tot de romp, die nog vrij intact bleek.

 

Op 13 maart werden de twee overlevenden overgebracht naar het station van Kothen waar ze onder bewaking op de trein naar Halle gezet werden. In Halle werden ze nogmaals ondervraagd en opgesloten om nadien te voet naar het POW Kamp Dulag Luft te worden overgebracht. In dit kamp verbleven ze, tot ze op 28 maart 1945 door de Amerikaanse troepen bevrijd werden.

 

Op 3 april 1945 vlogen zij samen met andere bevrijdde krijgsgevangenen vanaf het vliegveld van Giessen met een Dakota terug naar Engeland en op 7 april 1945 arriveerden ze terug bij hun Squadron in North Killingholm.

 

De gesneuvelde bemanningsleden werden aanvankelijk begraven nabij het neergestorte toestel maar hun lichamen werden later overgebracht naar de begraafplaats van Sollnitz waar ze in een collectief graf begraven werden. Op 30 mei 1947 werden hun lichamen uiteindelijk naar hun definitieve rustplaats op het Berlin 1939-1945 War Cemetery overgebracht waar ze, met uitzondering van Charles de Laveleye, nog steeds rusten.

 

De stoffelijke resten van Charles de Laveleye werden immers na de oorlog gerepatrieerd en op 19 januari 1951 bijgelegd in het graf van zijn vader op de begraafplaats Dieweg in Ukkel.

 

Met dank aan Steven Volckaerts voor foto’s en research.

 

 

Beelden: © Steven Volckaerts
Datum gebeurtenis:
7/3/1945
Datum registratie:
10/03/2025
Locatie:
Laatste rustplaats van Charles de Laveleye, Lancaster ME503 BQ-R 550 Sqn RAF
Adres:
Begraafplaats van Ukkel, Dieweg
Lengtegraad:
4°20’47.6″E
Breedtegraad:
50°47’43.4″N

FEEDBACK

Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid. Accepteren Lees meer

'Deze Accepteren Lees meer