Achter de kerk van Harchies staat, zoals in veel dorpen of gemeenten, een monument voor de slachtoffers van de twee wereldoorlogen. Op het monument staan niet alleen namen van personen uit deze gemeente maar ook twee Royal Air Force piloten uit de Eerste Wereldoorlog en een Amerikaanse copiloot van een B-17 uit de Tweede Wereldoorlog.
Op de gemeentelijke begraafplaats van Harchies rusten 2Lt Sydney Edward Burden (SE.5A serial E4004) en Lt Harold Wilson (SE.5A E5811), beiden van 32 Squadron, gebaseerd op Douai La Brayelle. De twee piloten sneuvelden op 1 november 1918 toen ze tijdens een escortemissie met 9 SE.5A’s het moesten opnemen tegen ongeveer 30 Fokker D.VII’s. Ze waren de laatste slachtoffers van 32 Squadron in de Eerste Wereldoorlog. Ze werden vermoedelijk neergeschoten door respectievelijk Oblt Carl Bolle en door Ltn Alfred Lindenberger, beiden van Jasta 2.
De Amerikaanse copiloot 2Lt Arthur C. Pickett maakte deel uit van de bemanning van B-17F 42-30372 MZ-P van de 96 Bombardement Group, 413 Bombardement Squadron, genaamd “Shack Rabbit III”. De bemanning behoorde bij 339 Bombardement Squadron maar vloog met een geleend vliegtuig van 413 BS. Op 20 oktober 1943 was het vliegtuig op de terugweg van een bombardementsmissie naar Düren in Duitsland toen het aangevallen werd door jagers. Het had door flak al schade opgelopen en werd vermoedelijk het slachtoffer van Lt Paul Mungersdorf van Stab II./JG 2 van het vliegveld Creil in Frankrijk. Het vliegtuig brak in twee stukken, het achterste deel viel in Hensies en het voorste deel in Stambruges. Niet ver van de plaats waar het dit deel neerkwam, staat nu een eenvoudig gedenkteken.
Het lichaam van 2Lt Pickett werd gevonden te Harchies. Wat met hem gebeurde is niet helemaal duidelijk, maar het lijkt er op dat zijn valscherm zich niet opende. Arthur Pickett werd op 22 oktober op de gemeentebegraafplaats van Chièvres begraven. Hij rust nu op Netherlands American Cemetery te Margraten bij Maastricht.
Op 20 oktober 1993 werd als herinnering aan Arthur Pickett het pleintje waar hij gevonden werd naar hem genoemd (Place Arthur Pickett) en op het huis waar hij opgebaard werd alvorens begraven te worden, kwam een gedenkplaat.