Op 13 februari 1955 vertrok de DC-6 OO-SDB van de nationale luchthaven van Melsbroek naar Leopoldstad (Kongo), met geplande tussenlandingen in Rome-Ciampino (Italië) en Kano (Nigeria). De 21 passagiers en 8 bemanningsleden zouden Rome nooit bereiken. Het vliegtuig van Sabena stortte die dag neer nabij Rieti, op ongeveer 100 kilometer ten noordoosten van Rome. Een combinatie van weerselementen en onbetrouwbare navigatiebakens zouden aan de basis liggen van de ramp.
De Douglas was begonnen aan zijn nadering voor Rome-Ciampino. Een uitzonderlijk krachtige westenwind had de “ODB” sterk van zijn koers doen afwijken. Het sneeuwde en het was bitter koud. Zonder dat de bemanning zich bewust was van hun foute positie, vloog de DC-6 te pletter tegen een bergkam nabij de Monte Terminillo in de Apennijnen, in een van de hoogste bergketens van Italië. Niemand van de inzittenden overleefde de klap.
Al zeer vlug na de radiostilte werden uitgebreide zoekacties gestart, van in de Tyrreense Zee tot de Adriatische Zee. Omwille van de slechte weersomstandigheden kon het hooggebergte maar zeer moeizaam worden onderzocht. Het bergen van de lichamen was een helse opdracht. De lokale bevolking is deze reddingsoperatie nog niet vergeten. Pas acht dagen na het ongeval werd het wrak gelokaliseerd. Over dit ongeval bracht Hangar Flying een themanummer uit : “De ijselijke speurtocht naar Sabenavlucht 503” (uitverkocht).
Mede dankzij Hangar Flying werd op zondag 6 juni 2010, in aanwezigheid van talrijke familieleden van de slachtoffers van de vliegramp, op de plaats van het ongeval een monument onthuld. Een artikel over de onthulling is te vinden op www.hangarflying.eu
De naam van Stephan Stolz staat ook op dit monument van de gesneuvelden, aan de ingang van de begraafplaats van Kraainem. Dit is ook de laatste rustplaats van Stephan Stolz. Hij rust hier aan de zijde van zijn copiloot, Patrick Mac Namara.