Voor de Ecole Communale te Chièvres staat het gedenkteken voor de slachtoffers van de twee wereldoorlogen. Het centrale paneel herdenkt de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Na de Tweede Wereldoorlog werden er links en rechts van het centrale deel twee extra panelen toegevoegd met de slachtoffers van die oorlog. Op het rechterpaneel staan de namen van veertien slachtoffers van bombardementen, voornamelijk van het vliegveld van Chièvres.
In het boek ‘Chièvres : Histoire de l’aérodrome’ van André Neve en Firmin Lambrecht vonden we meer details over de bombardementen. We geven ze hier kort weer.
Het eerste grote bombardement had plaats op 10 november 1943 wanneer Amerikaanse B-26 Marauder bommenwerpers het vliegveld aanvielen. Er vielen zeven burgerlijke slachtoffers: Jeannine Bleau, Juliette Bouillon, Berthe Busiau, Germaine Couvreur, Marie-Louise Fontaine, Elodie Grulois en Marie Hulpiaux (opvallend alleen maar vrouwelijke slachtoffers).
Op 13 november 1943 viel nogmaals een slachtoffer, Fery Leclercq, zonder dat we de details kennen van het incident waarbij deze persoon gedood werd.
Al op 23 november 1943 volgde een nieuw bombardement, opnieuw door Amerikaanse B-26 tactische bommenwerpers, waarbij een brandstofdepot geraakt werd en in de lucht vloog.
Het volgende bombardement kwam er al op 29 november 1943 waarbij ook een munitiedepot aan de rand van de stad geraakt werd. Er was grote materiële schade maar voor zover bekend vielen er geen slachtoffers. Maar een groot deel van de bevolking nam de wijk naar de omliggende dorpen.
De Amerikaanse B-26s keerden terug naar Chièvres op 4 december 1943 maar het slechte weer zorgde voor een vervroegde terugkeer naar de basis. ’s Anderendaags kwamen ze terug en veroorzaakten grote schade op het vliegveld.
Op 15 maart 1944 keerden ze nogmaals terug: Chièvres was het secundaire doelwit voor B-26s die de primaire doelwitten (rangeerstation Aulnoy, Frankrijk, of spoorwegherstelplaatsen van Haine-Saint-Pierre) niet konden vinden.
Op 23 en 24 mei 1944 was het de beurt aan de RAF met hun middelzware bommenwerpers. Het Chateau de Bauffe, officierenmess van de Luftwaffe-eenheden van Chièvres, werd totaal vernield.
Voor de verandering kwamen op 14 juni 1944 zware bommenwerpers van het type B-24 Liberator hun bommen op Chièvres afwerpen. Dit veroorzaakte talrijke burgerslachtoffers. Diezelfde dag overleden Robert Lecomte, Emilie Moulin (allen van Chièvres), Madeleine Capron en Elisa Spitaels (van Tongres-Saint-Martin), Joris Gabriels (Kortrijk), Joris Visaert (Dottignies) en Camille Vandenberghe (Erwetegem). ’s Anderendaags overleden Oscar Danneau en Georges Hanocq, en op 17 juni 1944 overleed Hector Cauchie. Na dit bombardement was het vliegveld onbruikbaar en korte tijd later verhuisde II./LG 1, de residerende eenheid, naar Gilze Rijen in Nederland.
Er waren ook nog acht niet-geïdentificeerde slachtoffers, arbeiders die niet afkomstig waren uit de regio rond Chièvres.
Het laatste bombardement had plaats in de nacht van 13 op 14 augustus 1944, waarschijnlijk door de RAF.
Bij de bombardementen vielen in totaal 26 doden, 34 zwaar en 16 licht gewonden. 41 huizen werden totaal vernield en 389 andere werden beschadigd.
De namen op het gedenkteken zijn de slachtoffers met woonplaats Chièvres. Eén naam op het gedenkteken, Claudette Leclercq, komt niet voor op de lijst in het boek over de geschiedenis van het vliegveld Chièvres. Zij was het slachtoffer van het bombardement van het weeshuis van Tertre op 23 april 1944 (zie afzonderlijke beschrijving in de database). Ze was nog maar zeven jaar oud.