Rue du 7ème Wing (Chièvres)

In Chièvres kreeg de straat die naar de hoofdingang van de vliegbasis leidt de naam Rue de 7e Wing. Ze herinnert eraan dat deze wing gedurende veertien jaar de voornaamste gebruiker was van dit vliegveld.
Al eind 1917 werd in Chièvres een vliegveld aangelegd door de Duitse bezetter maar of die er veel gebruik van maakte, is onduidelijk. In de laatste dagen van de Eerste Wereldoorlog streken er twee Duitse Jagdstaffeln neer om kort voor de wapenstilstand op 11 november verder te trekken naar Duitsland.
In de periode tussen de twee wereldoorlogen gebeurde er niets op luchtvaartgebied maar vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd een uitwijkvliegveld aangelegd voor de Belgische Militaire Luchtvaart. Die maakte er in mei 1940 geen gebruik van. De eerste gebruikers waren Duitse jachteenheden die er in mei-juni voor korte tijd neerstreken. Een van hen was II./TrGr 186 die slechts één dag op Chièvres aanwezig was. Trägergruppe 186 was een buitenbeentje onder de Duitse jachteenheden, opgericht om te opereren vanaf het Duitse vliegdekschip in aanbouw (maar nooit afgewerkt) Graf Zeppelin. II./TrGr 186 gebruikte een aangepaste versie van de Messerschmitt Bf 109, de Bf 109T met iets grotere vleugel, een landingshaak en bevestigingspunten voor de katapult.
Nadat het vliegveld een iets meer permanent karakter kreeg, kwamen in het najaar van 1940 de Italianen toe met hun Fiat BR.20M bommenwerpers en hun Cant Z.1007bis verkenningsvliegtuigen. Hun deelname aan de Slag om Engeland was geen groot succes en begin 1941 keerden ze terug naar hun thuisland. In de maanden en jaren daarna volgen verschillende Duitse bombardementseenheden elkaar op, o.a. KG 3, KG 6, KG 30, KG 51, KG 71 en LG 1. Enkele dagen voor de bevrijding landde Einsatzkommando Schenck nog op Chièvres. Deze experimentele eenheid gebruikte de Messerschmitt Me 262, de eerste Duitse operationele straaljager. Ook een Arado Ar 234 jet van Sonderkommando Götz, ook een experimentele eenheid met slechts twee vliegtuigen, streek rond dezelfde tijd neer op Chièvres.
Na de bevrijding namen de Amerikanen het over met de 352th en 361st Fighter Groups (P-51 Mustang) van de 8th Air Force en de 365th en 368th Fighter Groups (P-47 Thunderbolt) van de 9th Air Force.
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog ging het vliegveld over naar de Belgische Luchtmacht. De basis werd verder uitgebouwd tot een volwaardig vliegveld met verharde startbanen en de nodige hangars en gebouwen voor onderhoud en administratie. Op 1 december 1950 werd de 7e Wing Dagjacht in het leven geroepen, kort daarop gevolgd door de squadrons die van deze wing deel uitmaakten: 1 februari 1951 7 Squadron, 1 maart 1951 8 Squadron en op 17 maart 1952 9 Squadron. De squadrons voerden allen een Cocotte (papieren zwaantje, het persoonlijke kenteken van de Belgische WO1-aas Willy Coppens de Houthulst) als insigne, het 7e een witte, het 8e een blauwe en het 9e een groene, de squadron-codes waren respectievelijk 7J, OV en S2. Het embleem van de 7e Wing was een schild met daarop de drie cocottes van de squadrons. De eerste CO was Majoor Remi Van Lierde, een ancien van de RAF met 7 overwinningen op vliegtuigen en 37 op V-1 vliegende bommen op zijn palmares.
Het eerste vliegtuig van de wing was een Avro Anson, gevolgd door enkele Airspeed Oxfords om de piloten te wennen aan het vliegen met tweemotorige vliegtuigen. Het eerste operationele vliegtuigtype van de 7e Wing was namelijk de Gloster Meteor F8. Op 13 juni 1956 werden de eerste Hawker Hunter F4 geleverd, later aangevuld met de Hunter F6. De Hunter was ook het vliegtuigtype waarmee de 7e Wing vanaf 1957 een acrobatisch team op de rails zette. Het team-zonder-naam gaf zijn eerste show te Valenciennes op 12 juni 1957. Vanaf 1959 kregen ze de naam Rode Duivels naar analogie met het Belgische nationale voetbalteam. Juli 1959 zal altijd een hoogtepunt blijven in de geschiedenis van de Rode Duivels: tijdens de air show van Gosselies vliegen ze in een formatie van 16 vliegtuigen.
Op 15 maart 1957 wordt het 9 Squadron ontbonden, net zoals ook in andere wings het derde squadron verdwijnt. Een laatste air show had plaats op Chièvres op 23 juni 1963, meteen ook de laatste keer dat we de Rode Duivels van de 7e Wing te zien kregen (later heropgericht in het kader van de vliegschool van Brustem). Op 1 augustus 1963 werd het 8 Squadron ontbonden gevolgd door de 7e Wing op 30 oktober 1963. Als laatste werd het 7 Squadron ontbonden op 4 november 1963.
Een andere eenheid die van Chièvres gebruik maakte was het 23 Squadron dat er op 1 november 1951 opgericht werd, onderdeel van de 10 Wing. Het 23 Squadron vloog er met Spitfire XIV, afdankertjes van de 2e Wing. In januari 1955 zag ook de 5e Wing het daglicht te Chièvres maar deze jachtwing zou nooit operationeel worden en bestond slechts uit één squadron, het 24e. Al snel wijzigde de taak naar doelslepen en verhuisde de eenheid naar Sylt in West-Duitsland. Ook in 1955 begon men in Chièvres aan de opleiding van militaire zweefvlieginstructeurs en vanaf juni 1957 functioneerde er een Flight de Vol à Voile. Op 1 september 1964 kreeg de Flight VV de naam Centre de Vol à Voile. Bij de overdracht van de basis verhuisde het Centre VV naar Goetsenhoven. Op 14 november 1963 werd het Escadrille VSV (blind vliegen) overgeplaatst naar Chièvres onder de naam Flight Ecole VSV. Ze gebruikten de Lockheed T-33A Shooting Star. Een andere, niet vliegende eenheid was het Centrum voor Militaire Vorming – CMV waar iedere dienstplichtige van de Luchtmacht zijn militaire basisopleiding kreeg (dril, schieten, militaire regels, …). Toen Chièvres eind 1967 aan de SHAPE overgedragen werd, verhuisde de Flight Ecole VSV naar Bierset en het CMV naar Koksijde.
In 1966 trok President Charles de Gaulle Frankrijk uit de geïntegreerde militaire bevelsstructuur van de NAVO terug en de Geallieerde eenheden op Frans grondgebied werden verzocht te vertrekken. Het Supreme Headquarters Allied Powers Europe – SHAPE verhuisde van Fontainebleau naar Casteau, waar een nieuw gebouw werd opgetrokken op het vliegveld. Chièvres kreeg een ondersteunende rol met een kleine USAF-eenheid, de 424th Air Base Squadron, als resident. De eerste vliegende eenheid was het 7104th Air Base Squadron; deze eenheid gebruikte een Douglas VC-118A, militaire VIP-versie van de DC-6. Van maart 2002 tot oktober 2012 was het 309th Airlift Squadron gebaseerd op Chièvres met een Gulfstream V (C-37A). Tegenwoordig is er geen vliegende eenheid meer op Chièvres.