Herentals, 2 april 2009. Verschillende verenigingen zijn in België actief met het bergen van vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog. Hangar Flying liep mee achter de detectieapparatuur van de Planehunters.
Van Flakstelling naar vliegtuig
Planehunters werd in 2006 opgericht door Benny Ceulaers. De man had met zijn metaaldetector ervaring opgedaan in de buurt van de luchtafweerstellingen van Herentals. Hulzen waren daar genoeg te vinden. Benny : “Ik kreeg zeer toevallig een melding van de crashplaats van de B-17 van 305 Bomb Group (BG) 365 Bomb Squadron (BS) in Testelt. In juli 2006 zijn we voor het eerst als Planehunters aan de slag gegaan. Al van de eerste dag vond ik een identificatieplaatje van de bommenwerper “Patches”, een piepklein stukje metaal waar anderen soms hopeloos blijven naar zoeken. In april 2007 hebben we in Herentals een berging gedaan van Spitfire LF IXE (MJ558) van het 313 (Czech) Sqn RAF. De Tsjechische piloot Arnošt Mrtvý was op 19 april 1944 tijdens de crash om het leven gekomen. Hij rust op het Schoonselhof. Onze berging in Herentals begon met het graven van een klein putje maar al vlug zaten we met een kraan tot op vijf meter diepte. We hebben veel kunnen recupereren maar spijtig genoeg hebben we de berging vroegtijdig moeten stoppen. De mediabelangstelling speelde ons parten.”
V.l.n.r. Benny Ceulaers, Hubert Michiels, Thijs Hellings en Luc Cox. Vooraan op de foto enkele opgegraven stukjes metaal van de C-47 uit Rhoode. (Foto Giovanni Verbeeck) |
Bescheiden team
Benny, Mark “Max” Verwimp en Armand Thys waren de eerste Planehunters. Daarna kwamen Jan Jacobs, Kris Van Turnhout en Thijs Hellings (http://www.planehunter.spaces.live.com/) de groep versterken. Benny : “Thijs had al jaren ervaring opgedaan in Nederland. Hij heeft een encyclopedisch geheugen voor vliegtuigonderdelen.” De Planehunters proberen hun groep zo klein mogelijk te houden, ze willen hun eigenheid blijven behouden. Het team van zes vrijwilligers wordt gelukkig gesteund door verschillende onderzoekers.
Doordachte regulering
Benny : “Samen met enkele andere bergingsverenigingen proberen we een goede samenwerking tot stand te brengen met de Vlaamse overheid. Er wordt een bergingsdraaiboek opgesteld en er zullen binnenkort proefbergingen komen in samenspraak met de overheid. Tot ploegdiepte bestaat er nu een gedoogbeleid, als we dieper graven hebben we een toelating nodig van de bevoegde diensten. De archeologen van de Vlaamse Gemeenschap hebben wel de kennis die nodig is om bijvoorbeeld middeleeuwse sites op te graven, maar bovenhalen van vliegtuigonderdelen is niet direct hun sterkste kant. Natuurlijk hebben zij heel wat kennis en gespecialiseerde apparatuur die ook vliegtuigbergers ten goede zou komen. Iedereen is dus gebaat met een goede samenwerking.
Ook nu doen we niks zonder de uitdrukkelijke toestemming van de landeigenaar. We gaan niet bergen indien uit voorafgaand onderzoek zou blijken dat het vliegtuig met een bommenlading is neergestort of menselijke resten bevat. “
Samenwerking met heemkring
Op 26 januari 2009 was Hangar Flying voor het eerst aanwezig op een gezamenlijke vergadering met de werkgroep krijgsgeschiedenis van de heemkundekring Corsendonca en de Planehunters. De meeting ging door in het Hofke van Chantraine, de zetel van de heemkring in Oud-Turnhout. De samenwerking tussen de twee verenigingen verliep prima. Wat de oorlogsgeschiedenis betreft was de heemkring niet aan haar proefstuk toe, denk maar aan de inhuldiging op 10 juli 2008 van maar liefst drie monumenten voor bemanningen van neergekomen bommenwerpers (Wellington R1184, Lancaster LM115 en Lancaster ME782). Oud-Turnhout is duidelijk een regio waar de oorlogsgeschiedenis wordt gekoesterd.
V.l.n.r. Hubert Michiels, Jhonny Bastiaensen en Jan Sels. Hubert en Jhonny zijn lid van de werkgroep krijgsgeschiedenis van heemkundekring Corsendonca, Jan is de voorzitter van deze kring. (Foto Giovanni Verbeeck) |
Zoeken naar de identiteit
In samenwerking met de werkgroep hadden de Planehunters voordien al een eerste peiling uitgevoerd op de plaats in Rhoode waar volgens ooggetuigen een toestel was verongelukt. De soms tegenstrijdige verhalen van de getuigen werden zorgvuldig opgetekend door de heemkring. Tegelijkertijd werd in archieven gezocht naar documenten over een mogelijke crash in Rhoode.
Peiling in Rhoode. Het materiaal wordt netjes uitgespreid op een plastic zeil. V.l.n.r. Benny, Luc, Thijs en Jhonny. (Foto Paul Van Caesbroeck) |
Thijs, Benny en Luc overhandigden tijdens de vergadering in het Hofke van Chantraine enkele archiefstukken waaruit bleek dat op 19 september 1944 waarschijnlijk een C-47 van Operatie Market Garden was neergestort. De C-47 (42-100879) van 435 Troup Carrier Group (TCG) 75 Troup Carrier Squadron (TCS) was vertrokken op Welford Park Airfield (Berkshire). De neus was versierd met een knappe juffrouw in badpak. De Skytrain had als neuscode CK en rompcode S. Hij trok een zweefvliegtuig naar Son (Noord-Brabant, Nederland), 11 kilometer ten noorden van Eindhoven. Volgens de getuigenis van de commandant van een begeleidende C-47 werd de “879” van Rhoode geraakt door luchtafweer. Niemand van de bemanningsleden kon het vliegtuig tijdig verlaten. Vermoedelijk werd het toestel beschoten op de terugvlucht naar Groot-Brittannië.
Dezelfde dag gingen nog twee C-47’s van 435 TCG verloren (42-24127 en 43-48355).
RAF Station Welford in april 2007. In 1944 was de “C-47 van Rhoode” hier gestationeerd. Het vliegveld wordt nu gebruikt door de United States Air Force. Het is een van de grootste Europese munitieopslagplaatsen van de Amerikaanse luchtmacht. Gezien de bijzondere veiligheidsmaatregelen is dit een zeldzame opname van uitzonderlijke kwaliteit. Luchtvaarthistoricus Shaun Churchill vertelde me : “I have routinely driven by the gate at Welford and thus far I haven’t plucked up the courage to even approach the security gate to ask permission for access, as I am sure the answer would be a definitive no!” (Foto Shaun Churchill) |
De werkgroep van Corsendonca ondervroeg de getuigen, die hadden in 1944 drie kruisen zien staan. Volgens het rapport waren er nochtans vier Amerikaanse bemanningsleden aan boord die allen omkwamen. De piloot was 1st Lt Romie Alexoff. De man was afkomstig uit Portage (Ohio). Hij was vroeger machinist geweest en ongehuwd. Naast hem zat copiloot 2nd Lt Leonard S. Osborne. S/Sgt Orville H. Thomson was de radio-operator. Orville was afkomstig uit Macoupin County (Illinois), gehuwd en in het burgerleven een chauffeur. Een vierde bemanningslid was Aerial Engineer T/Sgt Hans Brunisholz uit Salt Lake City (Utah). Hans was gehuwd. In het burgerleven was hij tuinman. Het Ardennes American Cemetery in Neupré is de laatste rustplaats van Hans. De locatie van de andere graven was bij publicatie van dit artikel nog niet bekend. Op de vraag of hun stoffelijke resten misschien werden overgebracht naar de Verenigde Staten, blijven de heemkring en de Planehunters voorlopig het antwoord schuldig.
Jhonny, Luc en Thijs aan het werk in het drassig veld in Rhoode. Thijs werkt met een krachtige dieptezoeker. Het tuig peilt tot ongeveer acht meter diepte. Het is afkomstig uit de stocks van het Oost-Duitse leger. (Foto Paul Van Caesbroeck) |
Bewijs ontbreekt
Tijdens een eerste peiling in Rhoode werden geen stukken gevonden waarmee de identiteit van het vliegtuig ontegensprekelijk kon bewezen worden. Verdere opzoekingen, zowel getuigenverklaringen als bodemonderzoek, hadden het onomstotelijk bewijs moeten leveren dat de C-47 inderdaad in Rhoode was neergevallen. Op zaterdagmorgen 7 februari 2009 trokken we samen met de werkgroep van de heemkring en met de Planehunters naar de drassige site van Rhoode. Er werden professioneler diepte-metaaldetectoren bijgehaald. De werkgroep zorgde voor de toestemming van de stoeterij De Holtakkers, eigenaar van de weilanden. Op deze stoeterij staat o.a. de springhengst Welder die bereden wordt door wereldkampioen Jos Lansinck. Met het peperdure paard wilden we liever geen problemen krijgen.
Er werden een groot aantal kleine relicten gevonden (o.a. een bakelieten oorkap van een koptelefoon en stalen plaatjes van een kogelvrije vest). Maar er werd nog steeds geen bewijs gevonden over de precieze identiteit van het verongelukte vliegtuig, . Er werd dan ook beslist om geen monument op te richten. Aan de vriendelijke eigenaar van het weiland was eerder al beloofd dat dit het afsluitend onderzoek zou zijn. Toch is Benny tevreden : “We hebben heel wat kleine onderdelen gevonden en die zijn voor ons even belangrijk als de vondst van een groot motorblok. Dankzij enkele partnumbers op gevonden onderdelen hebben we toch met zekerheid kunnen aantonen dat het om een C-47 ging.”.
Deze codetabel uit Spitfire MJ558 bewijst dat aandacht voor kleine onderdelen erg belangrijk is. Het papiertje zat gekneld in een gebroken, plastic etui. Het kleinood werd er door Benny zorgvuldig uitgehaald en te drogen gelegd. Britse musea konden moeilijk geloven dat zo’n tabel nog gevonden werd in een gevallen Spitfire. (Foto Benny Ceulaers). |
In het geval van Rhoode gaan de meeste stukken naar de heemkring. De Planehunters houden enkele onderdelen om ze met een speciale verf te behandelen tegen verdere corrosie. Van 26 september tot 4 oktober 2009 worden verschillende stukken uit de collectie van de Planehunters tentoongesteld in het Cultureel Centrum van Grobbendonk, dit naar aanleiding van 65ste verjaardag van de bevrijding.
Neem contact op met Benny@planehunters.be indien u informatie over een crashplaats met de Planehunters wil delen.
De CD met beelden over de drie monumenten in Oud-Turnhout is verkrijgbaar op de lokale Dienst Toerisme (Hofke van Chantraine, Kerstraat 46) en kost vijf euro, exclusief verzending. Voor verdere informatie bel 014/47 94 94.
Frans Van Humbeek
Crashsites onderzocht door Planehunters (http://www.planehunters.be/)
B-17 « Patches » – Testelt Planning planehunters voor 2009
Lancaster, B-24, Halifax en Spitfire in Herselt. Verder onderzoek.
|