Oostende, 3 oktober 2010. Op een vliegveld in de Filipijnen aan de andere kant van de wereld, staat de Spirit of the Silver Baheca met verbrande motor stil voor zich uit te staren. De Belgen, onderweg voor een vliegreis rond de wereld in het zelfgebouwde vliegtuig, moeten het gelaten opgeven. Pech heeft ze de gehele tijd achtervolgd en tegen deze ultieme tegenslag kunnen de leeuwen niet op. Het verhaal begon drie weken geleden en eindigt haast halfweg rond de wereld. Maar wat een prestatie van die Flying Juniors!
Onze helden zijn er helemaal klaar voor: 40.000 kilometer ver in drie weken tijd. Moet kunnen! (Foto Jan Vanhulle) |
13 September 2010. De luchthaven van Oostende is volgelopen met diehard-fans van de Flying Juniors. Het is immers vandaag dat alles staat te gebeuren. Na vijf jaar keihard labeur onder het West-Vlaamse motto ‘nie goan bestoa nie, slicht goan wèl!’ vatten de jonge tijgers van Oostende en omgeving, hun vlucht aan rond de wereld in de zelfgebouwde Lambert M212, 40.000 km ver! Het gaat op de eerste dag meteen een klein beetje fout als de autopilot het richting Corfu begeeft. Dat wordt aanpakken jongens. Maar geen erg, Kerkyra (Corfu) is een leuke plek om een vliegtuig neer te poten na de eerste vlucht.
De dag erna vliegen Bart Adriaens en Anthony Caere onbekommerd door naar Larnaca (Cyprus) waar de hoop vervliegt om de volgende dag over Syrië door te kunnen vliegen naar Saudi-Arabië. De toestemming ontbreekt. Het gaat dan maar naar Luxor (Egypte) waarbij Bart en Anthony definitief begrijpen dat ze het groene Europa hebben verwisseld voor het kurkdroge woestijngebied van het Midden Oosten.
Het groen van Europa is algauw verruild voor een hete apron in het Midden-Oosten. (Foto Flying Juniors) |
In de ochtendkoelte van dag vier gaat het richting Dubai. Ochtendkoelte aldaar is dan wel al zomertemperaturen van bij ons; zo’n 25 °C. Het wordt een intense vlucht van bijna 11 uur overheen een hete, turbulente wereld die eindigt in een nachtlanding te Dubai (Verenigde Arabische Emiraten). Om de warmte tijdens de vliegtocht te weren, plakken de mannen de canopy af met vliegkaarten. Een bezoek aan Dubai steekt de ogen uit maar de volgende ochtend moeten ze al weer vroeg uit bed. De vermoeidheid slaat toe.
Door slaap overmand en de canopy is toegeplakt wegens warm. Het vliegtuig vliegt … (Foto Flying Juniors) |
De vlucht over de Arabische Zee naar India verloopt voorspoedig en bij goed weer. De landing in Ahmedabad is stijlvol. Alweer loopt het vliegveld vol met nieuwsgierigen en officials die vol verbazing de vreemde snuiters in hun piepkleine vliegtuigje komen aanstaren. Even nog was er op het thuisfront paniek toen onderweg de live tracker plots stil bleef staan in een Indische weide. Had Anthony toch wel niet de stekker uitgetrokken?! Met opzet of ongewild, hij zou het durven. Vanuit Ahmedabad staat de volgende dag een vlucht naar Calcutta (Kolkata) op het programma. Een binnenlandse vlucht, zeg maar. Het is echter meteoroloog David Dehenauw die vliegverbod oplegt voor de dag erna. Resten van moessonregens zullen India teisteren. Maar de dag erop zit alles snor en de vliegtocht naar Kolkata is er een voor in het boekje. De verkeersleiding is op die binnenlandse vlucht een en al bereidwilligheid en leidt het duo in hun vliegtuig feilloos naar de Dum-Dum luchthaven van Kolkata. Is ATC goed bezig,… dan is de bureaucratie die de beide Belgen steeds weer overvalt, een dikke last. En drie dollar per liter avgas is duur.
Ultramoderne navigatiemiddelen wijzen de weg. (Foto Flying Juniors) |
Voor de dag erop staat een vlucht gepland naar Bangkok (Thailand) maar na 45 minuten vliegen, besluiten de Flying Juniors uit voorzorg terug te keren naar Kalkota. De motor loopt ruw door vervuilde benzine, zo zou later die dag bij nazicht blijken. Kopten de Belgische kranten de dag achteraf: noodlanding voor de Flying Juniors. Bart mocht het op radio Joe FM nog zo goed uitleggen wat het verschil is tussen een noodlanding en een voorzorgslanding, geen leek die het begreep. Ach ja. Nacht twee dus in Kolkata met een bureaucratie ten top. Air India die 6.000 dollar vraagt om de kist binnen te stallen. Een totaal onzinnig bedrag dat ze later zouden afzwakken tot 650 dollar voor zes uur. No way! Ook de volgende dag zouden de Flying Juniors niet verder geraken wegens opnieuw barslecht weer, maar daarna ligt na drie dagen gedwongen verblijf in Kolkata de weg naar Bangkok helemaal open. De oude luchthaven wordt bereikt na een aangename vlucht langsheen het wondermooie Myanmar. Intussen leert ons duo steeds weer “two” te bevestigen op de vraag naar POB (persons on board) waarop door de verkeersleiding herhaaldelijk met ongeloof wordt gereageerd. Radiocommunicatie blijkt allerbelabberst te zijn in de regio. Vele boodschappen gaan in relay via verkeersvliegtuigen in de buurt en verlopen al te vaak via de satelliettelefoon aan boord.
Informatieronde bij nacht. Iedereen doet z’n zeg, gebogen over de plannen die op de vleugel zijn uitgespreid. (Foto Flying Juniors) |
In Bangkok rest Bart Adriaens twee uur om het lijnvliegtuig te halen vanaf de nieuwe luchthaven Suvarnabhumi om via Helsinki (Finland) naar huis te vliegen. Voor de Flying Junior uit Jabbeke zit de vliegreis erop. Eindelijk rust. Komt daar uit België aangevlogen, de immer olijke Vincent Verbraeken uit Gent. Dat wordt lachen geblazen en al meteen is de 50-uren inspectie er een van aanpakken, in dit geval met de hulp van de plaatselijke plaatslager. De kist lijdt onder heel wat trillingen, vandaar dat een en ander te herstellen valt. Maar dat kunnen ze wel, die Flying Juniors, onderweg op hun wereldtrip.
Een plaatselijke plaatslager moet hiermee aan het werk. (Foto Flying Juniors) |
We zijn veertien dagen aan de gang en dag vijftien zou de Spirit of the Silver Baheca netjes van Bangkok naar Hat Yai brengen: van VTBD naar VTSS. We zijn nog steeds in Thailand. Maar onderweg worden beide heren zwaar dooreen geschud door bijzonder slecht weer. Het is wegduiken om te ontsnappen aan hevig onweer en ons onfortuinlijk duo strandt op een militair vliegveld nabij Songkhla op slechts 18 km van Hat Yai. Voor één keer is het duo dolgelukkig te zijn geland en dat bij harde zijwind en tussen zwiepende bomen van tropische allure. De volgende dag gaat het in 18 minuten, de kortste vlucht ooit, naar het einddoel van de dag ervoor: Hat Yai. Ook VTSH-VTSS is een wondermooie vlucht tussen de bergen over de aanrollende mist in de heuvels. Maar opnieuw dienen zich huizenhoge problemen aan: de moessoenregen houdt dan toch langer stand dan voorzien en de weg vervolgen overheen Vietnam wordt niet toegestaan. Tjonge, wanneer gaat het eens ten goede keren voor onze dappere kerels? Het geluk mag ze wel ‘s beginnen toe te lachen, dat is tot nu, niet het geval geweest.
Amade, de mascottte voor onderweg. Zal het tij ooit keren? (Foto Flying Juniors) |
Maar volhouden doen ze! Het applaus dat ze wacht bij hun terugkeer thuis, is nu al dubbel en dik verdiend. Toch komen onze helden niet vooruit. De toestemming om naar Maleisië te vliegen ontbreekt. Voor het eerst verliest Anthony zijn zwaar op de proef gesteld geduld. Hij laat weten: “Permit Maleisië nu terug afgesprongen… terug wachten geblazen… het zit echt niet mee…… een mens zou beter een schaap kweken i.p.v. rond de wereld vliegen. Je hebt daar wol van en je kan het nog opeten ook.”
Maar dan komt dag achttien en strijkt de Spirit na een voorspoedige vlucht tussen schapenwolkjes neer op het sympathieke vliegveld Lapangan Terbang Sultan Abdul Aziz Shah nabij Kuala Lumpur (Malaeisië). Ze herdopen KL meteen in Koala Luipaard. De plannen om de volgende dag van hieruit naar Jakarta, Semarang of Surabaya (Indonesië) te vliegen, vallen opnieuw in duigen met het ontbreken van de toestemming om Java te overvliegen. Anthony heeft het nu wel even gehad met de voortdurende, alles overheersende bureaucratie van het Oosten. De vliegreis doorheen deze regio is niet alleen een gevecht tegen het weer en de omstandigheden maar zeer zeker ook een veldslag met de wel erg traag draaiende papiermolen. Beide Flying Juniors slapen in shifts van elk twee uur om de binnenkomende berichten te lezen op de computer. Als het nodige papierwerk aankomst kunnen ze dan vlug richting luchthaven spurten. En telkens weer kleven ze voor de nacht, de canopy toe met duct tape om het regenwater te beletten in de kabine binnen te sijpelen.
Een wijdse blik op Azië. (Foto Flying Juniors) |
Maar dan lijkt het tij te keren. Maleisië staat de Belgen toe naar Kota Kinabalu te vliegen. Dat scheelt een slok op de borrel om de dag erna meteen door te kunnen vliegen naar Manilla (Filipijnen). Maar dan slaat op dag 21 alweer het noodlot toe.
Na een voorspoedige vlucht van zeven uren komt de Filipijnse kust in zicht. Het vliegtuig van de Flying Juniors zit 3 kilometer hoog en is 40 km verwijderd van het vasteland als rook van onder de motorkap omhoog kringelt. De kist moet dringend aan de grond worden gezet en Anthony kwijt zich perfect van deze taak. In eindaanvlucht naar het dichtstbije vliegveld staat de motor helemaal in de fik.
Op de landingsbaan nabij San Jose op het Filipijnse eiland Mindoro, 300 km ten zuiden van Manilla komt een definitief einde aan het avontuur van de Belgische helden als de plaatselijke bevolking mee helpt de motor te blussen. Game over. O, wat jammer. Het thuisfront slaakt een zucht van opluchting,… de beide jongemannen zijn ongedeerd.
Dat had nou niet gehoefd: een burn out bij de motor. (Foto Flying Juniors) |
Daar op het idyllische eiland met goudgele postkaartstranden en prachtige zonsondergangen eindigt het avontuur van de Flying Juniors. Anthony verwoordt het zo: ‘Ik weet nu al zeker dat we dit nooit meer opnieuw zullen kunnen doen. Daarvoor heeft dit avontuur ons te veel tijd, energie en geld gekost.’ En dus eindigt hier het verhaal van een dappere poging om de wereld rond te vliegen in een zelfgebouwd vliegtuig.
Het vliegtuig wordt ter plekke ontmanteld en voor verscheping in kratten gestopt die door plaatselijke schrijnwerkers zijn getimmerd. De bevolking van het eiland zal nooit nog de Belgische vliegers vergeten die uit het niets en brandend zijn opgedoken. Maar ook onze helden zullen dit verhaal nooit vergeten. “Once in a lifetime”, zegt Anthony, en zo is het!
Guido Bouckaert