Baisy-Thy , 20 april 2013. Al van bij het ochtendgloren is op het vliegveld een ongewone activiteit te bespeuren. In de diverse hangars worden vele toestellen verplaatst en sommige terug op hun plaats gezet om er 25 op de grasmat klaar te zetten voor een navigatievlucht naar Nederland. Wat nu gebeurt is het resultaat van voorbereidend werk dat drie maanden terug begon in de geest van Gerard Verhoeven, een ervaren en welgekende DPM-piloot die hiermee reeds aan zijn zoveelste organisatie van dergelijke vluchten zit.
Gerard Verhoeven: « Piloten die rond de kerktoren blijven vliegen kunnen na een tijdje afhaken omdat ze uitgekeken raken op lokale vluchtjes. Daarom organiseer ik deze begeleide reizen. Zo wordt aan beginnende piloten getoond dat navigeren niet zo moeilijk is als soms gedacht wordt. Voor al die mensen is dit een stap in het groeiproces. De geoefende piloten vliegen vandaag alleen of begeleid van een co-piloot of passagier. De piloten die te weinig ervaring hebben voor een navigatie naar Nederland vliegen samen met een instructeur. Ik doe dit pro bono: het helpt onze buitengewone sport wat vooruit naar de toekomst. Dat motiveert me. »
De briefing begint stipt om acht uur. Veiligheid blijkt een belangrijk deel van de boodschap te vormen. De meteo en de opgelegde navigatiepunten worden besproken, zodat bij aankomst in Midden-Zeeland iedereen in dezelfde richting en op dezelfde hoogte vliegt.
Er nemen twintig ULM’s (FK-9, MCR en Polaris) en vijf DPM’s deel aan de tocht. Twaalf instructeurs vliegen mee, dat is in één op de twee toestellen. De vliegtuigen, waaronder enkele niet van radio voorzien zijn, vliegen in groepjes met een gemeenschappelijk vluchtplan. Iedereen maakt natuurlijk zijn eigen navigatievoorbereiding.
Ik ben vriendelijk uitgenodigd aan boord van DPM OO-G57: een Air Creation Tanarg met de high tech Bionix vleugel en een Rotax vierpitter van 100 pk. Brute kracht voor deze tweezitter: de stijgsnelheid zit boven de zes meter per seconde en horizontaal ga je tot 150 km/h.
Walter Ilegems is mijn piloot. Hij begon met parapente, daarna paramotor, DPM en nu vliegt hij ook regelmatig op ULM 3-assers. Hij beschrijft DPM als de ‘echte en zuivere manier van vliegen’. Met meer dan 800 vlieguren is hij een ervaren en competente vliegenier.
De delta’s reizen in een losse formatie en kruisen aan een gemoedelijke snelheid van honderd km/h. We gaan in rechte lijn naar het eerste navigatiepunt ten oosten van Wetteren. Vandaag zijn de weergoden welwillend om dit klein evenement te kunnen laten doorgaan, alhoewel ze toch niet de ideale ULM-meteococktail wisten te doseren. Er staat een venijnige noordoostenwind die voor een vrij turbulende rit zorgt. De piloot heeft twee handen nodig om de vleugel in toom te houden. Op de mike drukken en de radio bedienen is in deze omstandigheden niet evident en je ziet en voelt dat de materialen hard werken bij elke windstoot. De zichtbaarheid is uitstekend: ergens tussen Ninove en Aalst duiken in de verte de koeltorens van de kerncentrale van Doel op. Het is een kille dag, op onze vlieghoogte ligt de temperatuur net onder het vriespunt.
Na Wetteren vliegen we noordwaarts met een mooi uitzicht over Gent en zijn haven. Van hierboven bekeken bezit het industriegebied langs het Zeekanaal Gent-Terneuzen een zekere schoonheid. Voorbij Zelzate bevinden we ons in het Nederlandse luchtruim en houden we ons aan de opgelegde hoogte van 1.100 voet. Twee minuutjes verder overvliegen we het vliegveldje van Axel, waar enkele zwevers zich voorbereiden om het luchtruim te kiezen.
Net voor Terneuzen overvliegen we de Otheense Kreek, een zoetwater voorraadbekken, waarna de oversteek van de Westerschelde volgt. |
Met Terneuzen links van ons, komen we boven de Westerschelde en hebben nu bijna zes kilometer water over te steken. Het is hoogtij en de zandplaten zitten grotendeels onder water. De luchtturbulentie lijkt hier nog toe te nemen. In de nabijheid van Goes gekomen oriënteert de piloot de neus naar het westen om het entrypoint ten noorden van Midden-Zeeland te bereiken en zich zo in het vliegveldcircuit te integreren. Na dit entrypoint mogen de deelnemers elkaar niet meer voorbijsteken. Te snelle toestellen moeten dan één of meerdere 360° bochten langs rechts en ten noorden maken.
Landingsbaan 09 is in gebruik en heeft een ongewoon circuit. Het overvliegen van een woongebied in de as van de baan moet worden vermeden, zodat je van base leg naar offset finals draait en dan een hoek van ongeveer 40° aanhoudt ten opzichte van de runway, terwijl je tot een vrij geringe vlieghoogte daalt naar een punt dat ergens tussen het vliegveld en de woonkern ligt. Daar aangekomen kan je je uiteindelijk oplijnen en landen. Aan boord van deze DPM is het een sportieve nadering en een vrij bewogen landing die Walter toch op prima wijze voor mekaar krijgt. Op weg naar de parkeerplaats worden we door een marshaller geleid.
Walter Ilegems haalt de ankerhaken uit een van de bagagezakken van zijn Tanarg. (Foto Luc Van Nerom) |
Gezien de winderige omstandigheden dient de Tanarg stevig aan de grond verankerd te worden met behulp van stalen schroefhaken en spanriemen. Na een bezoek aan de verkeerstoren teneinde het vliegplan af te sluiten en de landingstaks te betalen, zijn we vrij om de plek te ontdekken en er rustig van een terrasje te genieten in afwachting van de lunch.
Kort na de maaltijd keren de gehuurde toestellen terug naar Baisy-Thy om er tijdig terug te zijn voor de wachtende reservaties. De vliegtuigeigenaars nemen nog rustig de tijd om hier wat na te praten, contacten te maken en de hangars te bezoeken.
Een MCR kende wat pech: tijdens het taxiën vanaf de apron naar het grasgedeelte zakte een wiel in een putje in het gazon. De propeller kwam in contact met de grond en verloor een stukje. Van terugvliegen kon geen sprake zijn. Na een telefoontje steeg een mecanicien van Baisy-Thy op met een nieuwe schroef aan boord van een ULM en bracht die naar Nederland. De MCR werd ter plekke hersteld en de piloot kon zo de terugvlucht maken. Dat noem ik pas service!
We trekken opnieuw onze vlieguitrusting aan en de DPM’s worden in gereedheid gebracht om terug naar België te keren.
Het opstijgen vindt plaats met een stevige crosswind van om en bij twintig knopen. Zodra het toestel van de grasmat loskomt draait de neus naar de wind en moet de piloot flink wat bijsturen om niet af te wijken van de startbaan. Dit is voor gevorderden… Voor de veiligheid van enkele afgedreven parachutisten draaien we wat korter dan voorzien, daarbij hoogte winnend. De terugweg is vrij te kiezen maar de mooiste route is langs de Noordzee.
De Oranjeplaat: wonen aan het water op een kilometer van vliegveld Midden-Zeeland. (Foto Luc Van Nerom) |
We volgen eerst het Veerse Meer naar het noordwesten en dan de kustlijn tot Vlissingen, daarna stroomopwaarts langs de Schelde. Dit stuk van de vlucht is voer voor estheten. De schilderachtigste taferelen volgen elkaar hier in geregeld tempo op.
Ik nodig de lezers uit om mee te navigeren via Google Maps. Even op ‘satelliet’ klikken en dan inzoomen naar believen. Vertrekken vanop vliegplaats Midden-Zeeland (klik hier) en onze beschreven route volgen tot Terneuzen.
Nederlandse traditie: windmolens en grootse waterwerken. De zuiderpunt van Werkeiland Neeltje Jans met links de wilde Noordzee, rechts de bedaarde Oosterschelde. (Foto Luc Van Nerom) |
Behalve de Zeeuwse stranden en de Scheldemonding met haar zandbanken en rijke kleurschakeringen heb ik vandaag enkele idyllische beelden vanuit de lucht gezien. Een zeilboot op het Veerse Meer trok mijn aandacht. Die leek als het ware te zweven boven een duidelijk zichtbare bodem van ondiep water.
Ik onthou ook een mooi beeld van een ruiter die over het strand galoppeert. Vanuit mijn positie kan ik het vorderende spoor van de hoeven goed zien. Het kan logisch en banaal lijken, toch hecht ik een symbolische waarde aan het contrast tussen het onaangeroerde zand dat voor de ruiter ligt en het spoor dat hij nalaat. Het stemt tot nadenken.
Tussen de Nederlands-Belgische grenslijn en Brussel komt alles aan bod: industrie en natuur, autosnelwegen en veldbaantjes, steden, kleine huisjes en statige kastelen met dito parken en bossen. Witte windmolens bij de vleet. Beken, rivieren, kanalen genoeg. Lintbebouwing en spoorwegen waarop miniatuur treintjes lijken te rijden – als ware het speelgoed. Noem maar op. Vlaanderen van boven is een interessant spektakel.
Hier eindigt het Zeekanaal Gent-Terneuzen. Sluizen zorgen voor de essentiële waterwering. (Foto Luc Van Nerom) |
De zonnestralen weerkaatsen het gepolijste aluminium van het Atomium in onze richting, waardoor dit bouwwerk op de noordrand van Brussel in het landschap opvallend oplicht.
Sfeeropname op 1.500 voet: een FK-9 piloot vliegt terug naar zijn basis te Baisy-Thy. (Foto Luc Van Nerom) |
In de buurt van Halle en Nijvel worden we weer eens goed door elkaar geschud door de onrustige luchtlagen. Onze bestemming is nu in zicht. Walter opteert voor de korte piste 05 die mooi in de wind ligt. Tijdens de nadering wordt de lucht verrassend kalm, wat voor een stabiele nadering zorgt. Een kiss landing volgt. Inwendig applaus voor de piloot…
Er is al een volgende groepsnavigatie gepland die richting zuidoost zal gaan, met aankomst in Frankrijk. Maar dat wordt misschien een ander verhaal. Sommigen reizen nog veel verder per ULM. Zo gaat Luc Van Nerom (die een aantal beelden voor dit artikel bezorgde) tot in de Franse Pyreneeën en de Alpenstreek.
Dit was tevens mijn eerste vlucht aan boord van een DPM en ik ben totaal veroverd door deze bijzonder mooie luchtsport.
Reizen in een gevleugeld zeteltje dat je met armkracht moet besturen en waarin je hoog genoeg de lucht doorklieft om alles te zien, alle geuren te ruiken en elke regendruppel te voelen. Een ‘vliegeding’ dat laag genoeg hangt en uren na elkaar traag kan vliegen om geen detail te missen. Prachtig, niet?!
Manu Godfroid
Foto’s: Manu Godfroid en Luc Van Nerom