Ledegem, zaterdag 9 november 2013. In het West-Vlaamse Ledegem nabij Roeselare opende de nieuwe brasserie ‚Old Leghem’ en het bijhorende museum 14-18 de deuren. In het museum staan een twintigtal replica schaalmodellen van vliegtuigen uit de Eerste Wereldoorlog. Hangar Flying bezocht het museum op uitnodiging van initiatiefnemer Rik Foulon tijdens de officiële opening: ‘Musea met soldaten zijn er al genoeg. Maar dit luchtvaartmuseum is uniek.”
Jarenlang was Rik de zaakvoerder van bvba Rifo, een firma in interieurinrichting. Anderhalf jaar geleden verkocht hij zijn zaak om zich volledig op Old Leghem te storten. „Ja je kan het een levenswerk noemen,” zegt Rik. „Ik ben er nu 58 en samen met mijn vrouw vonden we het tijd om iets met mijn hobby te verwezenlijken. Ik vlieg al jaren modelbouwtoestellen en heb vooral een fascinatie voor het luchtvaarttijdperk van vlak voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog. Door de jaren heen leerde ik heel wat mensen kennen via internet. Het begon met één toestel aan te kopen en vijftien jaar later zijn het er al meer dan 25 vliegtuigen. Allemaal op schaal 1/3e of 1/4e en ze zijn luchtwaardig. Neen, ik bouwde die niet zelf, 20 jaar zelfstandige in een zaak met personeel… veel tijd heb je dan niet over. Wist je dat in één zo’n toestel gemakkelijk een slordige 1.000 werkuren kruipen?”
Rik Foulon was jarenlang de zaakvoerder van bvba Rifo, een firma in interieurinrichting. Anderhalf jaar geleden verkocht hij zijn zaak om zich volledig op Old Leghem en het museum te storen. |
Niet zomaar te koop
Twee van de Nederlandse bouwers waren ook aanwezig tijdens de officiële opening: Jack Meuwissen en Rie Janssen uit Nederlands Limburg: „Wij bouwen vooral historische toestellen, dat geeft meer voldoening. Vandaag kan je zowat alles kopen in China, maar de toestellen zoals wij ze bouwen zijn niet zomaar te koop. Documentatie opzoeken en helemaal van nul starten. Interpreteren hoe ze het toen hebben aangepakt. Bij de huidige generatie modelbouwtoestellen heb je bijna geen uitdaging in het bouwen, bij die eerste vliegtuigen is dat een stuk complexer. Denk maar aan de spandraden. De toestellen van toen werden bijna letterlijk rond de motor gebouwd. Iedere constructeur had zijn eigen bouwmethodes. In onze schaalmodellen bouwen we ook motoren in, maar dikwijls zijn het slechts dummy-exemplaren, al zijn er enkele waar we ook de motor op schaal hebben nagebouwd.”
Replica van een A.E.G. C.IV. een Duits verkenningstoestel uit 1916. Later werd het ook ingezet voor bombardementsvluchten. |
Ook motoren worden af en toe op schaal gebouwd. Hier de vergelijking met het origineel dat in het Brusselse luchtvaartmuseum staat. |
„Na het bepalen van de schaal en het consulteren van de nodige documentatie kijken we hoe we de bouw praktisch aanpakken. Toestellen op deze schaal zijn niet klein –in het museum staan er met een spanwijdte van vier meter– maar het is niet de bedoeling dat je telkens een vrachtwagen nodig hebt om het te vervoeren. Dus vlot te monteren op het vliegveld is het doel, een halve dag werken om het vliegklaar te hebben kan nooit de bedoeling zijn. Ook het vliegen met die schaalmodellen is niet eenvoudig, je moet altijd bijsturen. Echte piloten zien de snelheid op hun instrumenten, op afstand de snelheid inschatten is een pak moeilijker. „
Naast het bouwen van enkele modellen van het museum in Ledegem bouwden Jack en Rie ook mee aan het Nederlandse PHantasy in Blue. Een stichting die als doel heeft om de belangrijkste vliegtuigen uit de geschiedenis van de Koninklijke Luchtmacht en KLM op schaal na te bouwen. De historie komt dankzij de grote schaalmodellen (1:5, 1:10 en 1:16) weer tot leven, ondertussen bouwden ze al meer dan 70 toestellen na. „Eén van de projecten waar we nu aan werken is het allereerste toestel van de Nederlandse Luchtmacht, De Brik waar ook de zevencilinder Gnome op schaal wordt uitgewerkt. Jaarlijks worden verschillende demonstraties gegeven voor het grote publiek waaronder ook de luchtmachtdagen. In het verleden werd ook al gevlogen op Pampa Range in Helchteren.”
Jack Meuwissen uit Nederlands Limburg, een van de bouwers van een aantal toestellen in het museum is ook actief bij het Nederlandse ‘PHantasy in Blue’ project. |
Gebouwd om te vliegen
De Nederlandse bouwers juichen het project van Rik alleszins toe: „Anders zouden we geen 250 kilometer tot hier rijden. Petje af dat er nog iemand het initiatief neemt om iets van nul te starten. Het is een begin maar het wordt nog gedetailleerder. Hij is nu eenmaal helemaal bezeten van dat tijdperk. De toestellen zijn allemaal gebouwd om te vliegen… Maar eenmaal ze hier staan denk ik niet dat ze dat nog zullen doen. Het is en blijft kostbaar spul. En het durft wel eens fout gaan. Zo had ik eens een crash met een toestel… de motor viel uit en de kist viel naar beneden. De brokstukjes lagen verspreid over vijfentwintig vierkante meter.”
Hoeveel kost zo’n toestel willen we weten? Rie geeft een antwoord: “De Rode Baron Fokker DR.1 kostte vijftien jaar geleden ongeveer 1.600 euro aan materiaal. Het werd van scratch gebouwd aan de hand van afbeeldingen. Wie aan het bouwen slaat moet inventief zijn. De motor komt uit een oude kettingzaag, dus daar werd er al bespaard. In vergelijking met nu klopt het prijskaartje nog steeds. In de loop der jaren is de radiobesturing goedkoper geworden en andere stukken dan weer wat duurder. Ieder toestel verschilt in kostprijs. Je kan ook alles gaan kopen, maar dan schiet het budget ook omhoog. Trouwens moest ik hem nu nog opnieuw bouwen zou ik er meer details insteken. Je wordt steeds handiger en hebt steeds wat tips en trucs achter de hand waardoor je steeds slimmer wordt.”
Aanwinst voor de gemeente
Bart Dochy, de burgemeester van Ledegem noemt het museum een aanwinst voor zijn gemeente: „Rik opende trouwens het allereerste museum in onze gemeente. Naar aanleiding van de herdenking rond 100 jaar Eerste Wereldoorlog kunnen we zo kleinschalig een stukje aan het verhaal toevoegen. We willen hier heus niet het nieuwe Ieper of Passendaele worden. Ledegem speelde wel een belangrijke rol in het conflict. Het was hier het laatste dorp voor de frontlijn. Van hieruit werd de bevoorrading aan Duitse zijde georganiseerd en er was een lazaret. In de komende vier jaar zouden we graag enkele evenementen organiseren met de Canadezen en Ieren die ons bevrijd hebben en met de twee Duitse steden waarmee we verbroederd zijn.”
Ook een verwijzing naar de SPAD van de Franse aas Guynemer mocht niet ontbreken in het museum. Zie ook het monument in de database www.aviationheritage.eu/nl/content/monument-guynemer |
Rik vult aan: „De legers maakten tijdens de Groote Oorlog veel meer gebruik van vliegtuigen dan de meeste mensen denken. In de ruime regio waren er zeker vier tijdelijke vliegpleinen, vaak niet meer dan een startbaan op het gras en tenten als hangars. Ook Herman Göring, later rechterhand van Hitler, was in deze regio gevechtspiloot. In de geschiedenisboeken staat dat Göring een Engels vliegtuig uit de lucht schoot boven Ledegem.”
Overdreven reglementering
Rik vliegt zelf ook nog af en toe… maar niet met de toestellen uit het museum. Die zijn te kostbaar. Hij wijkt voor zijn hobby uit naar de andere zijde van de taalgrens: „In Wallonië mag je alle dagen vliegen. Hier is het uitzonderlijk, enkel op zondag en dan is het gedaan. De hobby kan een vereniging zoals PHantasy in Blue gebruiken, het zou jonge gasten motiveren om de draad op te nemen. Mocht er hier zoiets starten zou er meteen protest zijn. Ook de overdreven reglementering maakt alles kapot. Dan verwijten ze dat de jonge gasten niet meer gemotiveerd zijn… maar ze krijgen gewoon de kans niet.”
Of er een favoriet toestel in het museum staat? Rik: “Eerlijk gezegd zijn ze allemaal evenwaardig voor mij. Bij ieder toestel is er wel een verhaal te vertellen: een sloepenbouwer uit Friesland heeft zo’ een perfect toestel in hout gemaakt. Bij een andere is dan ook weer de driecilinder motor in schaal nagebouwd, …”
Na de opening heeft Rik nog heel wat plannen met het museum. Ook het audiovisueel aspect werd niet vergeten: er worden heel wat video’s geprojecteerd. Naast de vliegtuigen worden nog extra kasten gemaakt om historische documentatie tentoon te stellen. Graag zou hij nog een pilotenpop opnemen in de collectie.
Tekst en foto’s: Tom Brinckman
Old Leghem: Menenstraat 17, Ledegem. Het museum is geopend op donderdag, vrijdag en zaterdag vanaf 14u. en op zondag vanaf 10u. Op maandag, dinsdag en woensdag is de brasserie en museum open op afspraak voor groepen. De toegangsprijs bedraagt 4 euro.