Amougies, 6 september 2014. Het is de gehele week al prachtig weer geweest, zodra de ochtendmist werd weggebrand door de opkomende zon. Alleen, … het duurt soms wel tot tegen de middag vooraleer een open hemel zich aan de wereld toont. Pech voor ons, vliegers, die slechts deze zaterdagvoormiddag de tijd hebben om even over en weer te hoppen in een VL-3 naar Brasschaat om aldaar mee te maken hoe de Air Nav/Back to Basics, Manche 3, http://airnavrace.org, van start gaat (of niet.) Omdat wij niet starten in de ochtendmist, valt een gehele voormiddag ten prooi aan een zee van niksdoen … Maar luidt het devies dan niet: “Never a dull moment?”
Er is dus tijd vrij gekomen om weer ’s dat boek ter hand te nemen: ‘No Visible Horizon-Surviving the world’s most dagerous sport’ van Joshua C. Ramo. Het gaat uiteraard over aerobatics vliegen en is het omdat papa mij als boreling behendig in de lucht wierp om mij dan met vaste hand weer op te vangen, dat ik te vangen ben voor ’n half uurtje acrobatie?
Even in mijn memorie ronddwalen en ik vind algauw tien momenten van ultiem plezier in de acro-vliegerij.
De allereerste keer
Toen ik 1978 op het vliegveld van Moorsele afstapte om inlichtingen te vragen aangaande ‘leren vliegen’, zei de pleinoverste aldaar, Marc M., dat ik best ’s mee mocht in een Cessna 152 met die man daar met een colaatje aan de toog. En dit is wat die man met mij in dat vliegtuig deed: zo snel mogelijk omhoog klimmen om daar het vliegtuig in draagkrachtverlies te dwingen en met de neus neerwaarts, naar de aarde te duiken. Die stall, dat was mijn eerste keniismaking met acrobatie.
De tweede keer
Instructeur Lieven VDC wilde mij wel ’s tonen hoe een Cessna 152 uit een spin te halen. Hij vloog met mij tot boven het rangeerstation van Kortrijk en hop, daar gingen wij dan rond de as van het vliegtuig in een-twee-drie-vier slagen en dan was het zaak van tegenvoet geven en stick vooruit: spin recovery… Vreemd dat mij altijd is bijgebleven hoe de wereld om mij heen tolde en niet zoals het was, ik die om en om de aarde draaide. Het zicht op de sporen van bovenaf, versterkte nog dat gevoel. Een spin of tolvlucht, daar had ik dus kennis mee gemaakt.
CAP 10, lijnpiloten die van deze Franse vliegschool komen, leerden aerobatics in zo’n kist. (Foto Kristof Vandermoere) |
De derde keer
Het was vlieginstructeur Gerard Favier die mij uitnodigde om eens mee acro te vliegen in een lestoestel van de school. Gerard Favier was niet een van de minsten, hij was indertijd piloot voor Ushuaia, het Franse tv-programma van wijlen Michel Hulot. Om maar te zeggen dat de man er wat van kende. Na alles uit de zakken te hebben gehaald, een overall te hebben aangetrokken en een parachute te hebben aangegespt, heeft hij dan met mij alles uit de kast gehaald in een CAP-10. Het meeste plezier beleefde ik aan een 360° ondersteboven. Voor het eerst was ik door de mangel gehaald middels vele acrofiguren en na de landing leerde ik wat het begrip walking on eggs betekende in de vliegerij. Acro interesseerde mij vanaf dan zozeer dat ik eraan dacht een cursus aan de school EPAG/IAAG te gaan volgen in het zuiden van Frankrijk, maar tijdsgebrek en geldbesognes hebben dat idee teniet gedaan. Anderzijds was ik aanwezig op de wereldkampioenschappen van1992 in Le Havre in Frankrijk waar ik woordvoerder was van de internationale pers en zo direct contact had met de acro-vliegers, waaronder de toenmalige wereldkampioenen Svetlana Kapanina en Patty Wagstaff.
De vierde keer
Als redacteur van een Nederlands luchtvaartblad vloog ik vanaf Hilversum ooit in het Japanse vliegtuigproduct, de Fuji FA-200. Aerobatics was in dit vliegtuig een tamme, rustige bedoening waar ik me vooral de goedmoedigheid van herinner. Leuk, maar basics.
Stelio Frati F-22 Penguino/Sprint, schitterend vliegtuig, over gans de lijn, een perfect product van wijlen S. Frati. (Foto archief Aeroscript) |
De vijfde keer
Dat was nog ’s wat anders toen een Nederlandse F-16-vlieger me in 2000 vanaf Teuge meenam in de Stelio Frati F-22 Pinguino/Sprint. In het kleine uurtje dat we in de lucht waren, vloog die kist beslist geen seconde rechtdoor of vlak. Jezus, wat heb ik toen een lol gehad, met die vlieger in de F-22. De adrenaline gierde na, nog uren achteraf. Top!
De zesde keer
Ik was met plezier ingegaan op de uitnodiging van het Tjechische Moravan om hun fabriek in Otrokovice te komen bezoeken en in hun Zlin 143LSi te vliegen. Bij het betreden van hun werf werd ik meteen een halve eeuw teruggeworpen in de tijd. De Sovjetbeer was in winterslaap verzonken. Niets functioneerde er nog, tenzij … hun Zlin-vliegtuigen. De kist viel me al zo goed mee als de machines van de meester Stelio Frati. Dat is een huizenhoog compliment. En wat een kunde van de testvlieger om vanaf de korte baan van 650 meter lang en een fabriekschouw in de directe buurt, de hemel te larderen met fijn vliegvertoon. Op het lesprogramma stond/staat:
• Spinning
• Looping, stalled turning
• Rolling, inverted flight
• Half-roll and dive out, Immelmann turn, vertical/Cuban eight and their combining into aerobatic sequences.
Pitts S2A, aan de andere kant van de wereld eren ze ook de Rode, oeps Blauwe Baron. (Foto archief Aeroscript) |
De zevende keer
Wat doet een vlieger als hij ergens op een vliegveld komt? Hij ritst een vluchtje mee en vaak krijgt hij waar voor zijn geld. Over de vlucht in de Pitts vanaf een vliegveld nabij Sydney, Australië, kan ik kort zijn. Dat ding met korte vleugels vliegt als een bom en de aerobatics in die kist gevlogen, zijn crisp. Maar ik herinner mij vooral de open cockpit en de geuren die de motor uitsloeg in mijn gezicht en de slipstroom die gedurig het gelaat in een vies masker trok. Basics, yep!
Extra 300L, er was een tijd dat Walter Extra op Moorsele kwam stunten en later zelf zo’n machines ging ontwikkelen. (Foto Jan Vanhulle) |
De achtste keer
BoB V. is intussen in Vlaanderen een erg gewaardeerde vlieger. In een Extra 300 bezorgde hij mij ooit het mooiste moment. We vlogen tot net onder een wolkenlaag en hops daar ging het in een roll waarbij de ene vleugel omhoog door het wolkendek sneed en de andere vleugel omlaag in de heldere hemel bleef steken. Af en aan. En dat ging zo een tijdlang lekker door. Hemels. Daarvoor zoeken we de hoger sferen op, jawel! Om die momenten te mogen beleven. Voor het eerst komt het me voor dat een filmpje van het gebeuren, het gebeuren beter in de verf zet dan woorden. Leve de piepkleine cameraatjes die nu in de vliegtuigen worden meegenomen.
De negende keer
Er staat een Rus op het grasvliegveldje van Cerfontaine en wie daar alles over wil weten, zie hier www.hangarflying.eu/nl/content/eén-man-eén-vliegtuig-etienne-verhellen-en-zijn-yak-52
De tiende keer
Je hebt Frati in Italië (zie 5) en Fournier in Frankrijk. De Fransman beschrijft in zijn memoires ‘Mon rêve et mes combats’ (2003) hoe het Britse Slingsby van een van zijn ontwerpen, de RF-6, een wel heel bijzondere vogel maakte: de T-67. Deze Firefly deed dienst in vele luchtmachten wereldwijd en kende een mindere periode met enkele ongevallen bij de USAF. Het is evenwel de kist waar ik de meest geavanceerde aerobatics in heb beleefd. Daarvoor vlogen we gecontroleerd in de box waar ook de Marchetti’s van Bevekom oefenen. Ik zat daar in een kist die mij alle hoeken van de hemel liet zien. Hemeltje, was dat bijzonder. Er staat een filmpje hiervan op http://aeroscript.be/vliegen/ (scrollen tot helemaal onderaan) en te zien als ‘Come fly with me.’ Evenzo voor ‘Flight over Sydney’ op dezelfde internetstek (zie 7.)
Op een dag zonder activiteiten, is het tof om even op YouTube filmpjes te kijken. Bijvoorbeeld de filmpjes die Rob Holland er post. Volgend filmpje is echt een aanrader. Kijken met het scherm en de luidsprekers helemaal open: www.youtube.com/watch?v=uRz6JpPrESE. Amazing.
Robin R2160 Alpha Sport, niets te verbergen. Tijdens de acro loopt het cameraatje mee. (Foto Guido Bouckaert) |
Nooit gedacht dat ik nog ‘s footage zou verkiezen boven tekst. Sign of the times … en dat ik te vinden blijf voor ’n half uurtje acrobatie weet Scott van het Wevelgemse Propeller ook. Zodra het lukt met het weer, neemt hij mij mee doorheen een paar van die manoeuvres. Pret gegarandeerd, met fillmpje!
Guido Bouckaert