Bevekom, 18 september 2014. De jaren gaan razendsnel voorbij. Dat is ook zo voor de Oudgedienden van 18 LT AVN die ooit beroepsmilitair of dienstplichtig waren in de BSD (Belgische Strijdkrachten in Duitsland,) op het vliegveld van Merzbrück bij Aken. Het was de tijd dat deze legereenheid kaki droeg. Vandaag opereert het Licht Vliegwezen van toen, in het blauw van de luchtmacht. Veel is veranderd in vijftig jaar? Natuurlijk!“
Het was een schone tijd,” vertrouwen de Oudgedienden van het 18de elkaar toe, als ze op initiatief van SM William De Clercq voor de tweede keer samenkomen, deze keer op de luchtmachtbasis van Bevekom (EBBE.) Ze zijn er om gezamenlijk van hun militair verleden te genieten, en meer nog om te genieten van hun gebleven interesse in de vliegerij, lees helikopters. Al wat wentelwiekt, doet de harten sneller slaan.
Kapitein-vlieger Bart Vanhauwaert neemt the lead. Hij brengt de bezoekersgroep naar een briefingzaal waarin LtCol Michel Gelders het verhaal doet van de meest recente aanwinst van 1 Wing, de NH-90. Maar eerst vijftig jaar geschiedenis in een notendop.
Toen wij op Merzbrück rond liepen, kon een piloot van het eskader een heli claimen en ermee een opdracht vliegen in een ding dat Alouette heette. Je zat op canvas en ijzeren roedes. Erg basic dus met vliegen op het gevoel en als maar één zuchtje wind opstak, kon de piloot al meteen reageren. Het 18 de dat sinds 1956 vloog vanaf een grasstrip nabij Aken, mocht in 1992 de A-109 verwelkomen. Het eskader mocht zich meteen omvormen tot het 18de Bataljon Anti Tank (Bn HATk). In 1995 keert het 18de uit Merzbrück terug naar België met basis te Luik Bierset. Na minstens vijftig jaar kaki te zijn geweest bij de Landmacht, maakt het Licht Vliegwezen zoals wij die kenden, vanaf 2004 de overstap naar Belgian Defence / Air Component als Heli Wing en wordt het bataljon weer een eskader. Sinds 2010 is het 18de ondergebracht bij 1 Wing te Bevekom/Beauvechain en vliegt er nu niet meer in het frêle juffertje van weleer, of de Agusta, maar in een stevige bonk die zeven ton weegt leeg, of maximaal elf ton bij opstijgen.
De beslissing ten gunste van de A-109 was een miskleun. Bij de grote overstromingen in 1993 en 1995 van de Maasvallei kozen de Excellenties nog voor de Alouette om uit de lucht een kijkje te gaan nemen; het zicht naar buiten was zoveel beter, zeiden ze… Het duurde ook lang voor we een A-109 in het luchtruim zagen maar allengs deed ons militair personeel precies waar ze voor bekend is: plan trekken en er het beste van maken. De A-109 werd als anti-tankwapen geschrapt. De heli moest 20 seconden roerloos blijven hangen bij het afschieten van een raket. Tijd zat voor de vijand om het uit de lucht te schieten. Wat kon de A-109 uiteindelijk wel? Verkenning, road-block beschieting, medische evacuatie, VIP-transport want de A-109 was uiteindelijk niets meer dan een burgerlijke heli in een militair vestje gestoken, van kevlar voorzien, maar de zitjes waren eerder comfortabel te noemen, vandaar VIP-gevoelig.
Op het tijdstip dat Agusta het hoge woord voerde onder onze decision-makers, – en herinner u de smeergeldschandalen en niet nagekomen beloften van compensatie– waren diverse andere toestellen in de running waaronder de Ecureuil, opvolger van de Alouette II, eveneens een tot militair omgesmede burgerlijke heli. En toen liet de Belgische overheid een reuzenkans liggen, geheten de BK-117. Deze heli van Duitse makelij (opvolger van de ook aangeboden BO105 in antitankversie) bleek in de running te zijn als troepentransportheli … Helaas, de geschiedenis besliste anders. Zovele jaren later, is het er dan toch van gekomen. De NH-90 doet z’n intrede en neemt 2,5 ton cargo aan boord of twintig personen. Een mooie taak ligt in het verschiet voor de nieuwe heli.
Het verleden van 1 Wing is gevat in een fijn museum (voor openingsuren bel 010 68 22 02.) Vele van de getoonde toestanden zijn bij de Oudgedienden nog goed gekend. Ze hebben er een diensttijd lang over lopen sakkeren, maar zoals elke goede Belg, ze deden hun best en hielden de boel aan de gang. Vraag bij bezoek, een blik te mogen werpen op de wolven die hier leven en mascotte van 1 Wing.
In hun olijfgroene outfit, staan de Agusta’s er nog altijd goedmoedig en vredig bij. Ze hebben wel een schaar om bij laagvliegen kabels door te snijden (laagvliegen is wat ze gedurig doen) en ze hebben een koepel bovenop met periscoop voor het afschieten en trajectbegeleiding van missielen. Kapitein Vanhauwaert totaliseert ruim 3.000 uren op Agusta en is door de jaren heen uitgezonden naar conflicthaarden zoals Rwanda, Somalië, Kosovo, Tuzla, Mostar, Pristina, Benin, …
“Voor mij kadert het oorlogsvliegen in de strijd tegen het terrorisme. Een vast omlijnde vijand kennen we niet meer. We hebben deze verschuiving in de voorbije jaren goed doorgemaakt,” weet de kapitein, “we werden er vaak bij geroepen als het kritisch werd, wat erop wees dat we heel gewaardeerd werden en goed bezig. Medische evacuatie, bijvoorbeeld. Het is vaak razend moeilijk om een gewonde op te halen in erg moeilijke omstandigheden, maar het gevoel van de beloning erna, is des te groter.”
Bij een daguitstap naar een Belgische militaire basis behoort een middagmaal in de mess. Ja, wij oudgedienden, kennen dat nog: een schep op je bord waarvan je de oorsprong niet herkende. Maar dat is allemaal verleden tijd. Lekker en uitgebreid is nu het motto.
Er is op de basis Charles Roman plaats geruimd voor stuks vier NH-90 MTH met optie op een vijfde. Ze zijn kaki geschilderd. Evenveel stuks NH-90 NFH worden onder 1 Wing te Koksijde gestald, ter vervanging van de Sea Kings. Zij zijn grijs geschilderd én behandeld tegen zeecorrosie. Ze hebben een automatische functie bij het hoveren, zodat de heli zonder noemenswaardige input, netjes ter plekke blijft hangen.
“De NH-90 is 4-redundant, wat betekent”, zo vervolgt de kapitein zijn discours, “dat elk systeem in de heli voorzien is van drie back-ups. Er mag al ‘s wat mis gaan, in zo’n hypermoderne heli” … Maar, de formidabele computer die dat allemaal regelt, staat immer kokend heet. Die moet dus gedurig fors worden gekoeld en het systeem hiertoe is ingenieus. Het slurpt en versnelt lucht van buitenaf tot in de bergplaats. Vele kilometers bekabeling, brengen stuur en andere input, digitaal over onder de rotorschijf en de staartrotor. Daar heb je nog wat mechanica en dat is het. De NH-90 vliegt op twee motoren van elk 2.000 KW.
“Ik kan zeggen dat ik me verplaats met Rolls-Royce,” grapt de kapitein, “en zelfs met twee tegelijk.” De gigantische motoren bovenop de NH-90 zijn inderdaad van dit merk.
Al is de zware heli digitaal, het vliegt als een juffertje. De hoek om, is stick in die hoek en daar ga je. Met de Agusta moet de stick al een halve kilometer eerder de hoek in, voor eenzelfde resultaat.
Terwijl de bezoekende Oudgedienden zich in de onderhoudsloods aan de digitale kolossen vergapen en daarin de duizenden onderdelen, maakt op de tarmac, de 07 zich klaar voor een opdracht. Rustig-aan neemt dit starten algauw veertig minuten in beslag. Een ervaren NH-90-piloot maakt deze heli opstartklaar in twintig minuten. Bij scramble moet het kunnen in acht minuten. De heli zal commando’s van Schaffen neerlaten boven een bunker aan de andere kant van het vliegveld. Daar staan ze dan, heli weer vertrokken, zij moeten nu nog van die bunker af. Het is niet zo dat de NH-90 naast de bunker landt, maar was het zo, dan zou het met zijn 5m20 hoogte en 20m lengte en 3m60 wielbasis, zeker niet hebben misstaan; twee kolossen naast elkaar, van twee geheel andere tijden.
Natuurlijk eindigt het bezoek aan de basis in de kantine. De kelen doorsmeren mag, want we hadden veel vragen die correct en uitvoerig werden beantwoord. Een halve eeuw later zien wij, Oudgedienden van het 18de, ze nog steeds vliegen. Hoe zou dat zo komen ? Een bezoek als vandaag wakkert dit gevoel geweldig aan. Waarvoor dank.
Guido Bouckaert