Vucht , 10 januari 2015. Vandaag is het dag op dag 75 jaar geleden dat Vucht (Maasmechelen, Limburg) wereldnieuws was. Op 10 januari 1940 stortte in Vucht in een wei op de Weerd een Messerschmitt Bf 108 neer, in vogelvlucht op nauwelijks een paar honderd meter van de parochiekerk. Aan boord bevonden zich de geheime invasieplannen van het Oberkommando der Wehrmacht om de Lage Landen aan te vallen, de plannen voor Fall Gelb. Toen de in Vucht gevonden plannen ’s anderdaags bij de regering in Brussel terecht kwamen was het groot alarm.
Informatieborden bij het monument. De metalen palen stellen de canadabomen voor. Uit deze richting kwam de Bf 108 aangevlogen, om tegen een haag tot stilstand te komen. |
Samen met het gemeentebestuur herdacht de Heemkundige Kring Vochte deze memorabele gebeurtenis. Omwille van het slechte weer werd de korte plechtigheid aan het monument in de Invasiestraat afgelast. Hangar Flying trotseerde wind en regen en ging voor de feestelijkheden toch een kijkje nemen. Het was geleden van bij de inhuldiging dat we het monument nog gezien hadden. Het wordt prima onderhouden door de gemeentediensten. Het was ook erg fijn om iedereen terug te zien die we bij de inhuldiging en tijdens de vroegere research hadden ontmoet.
Alle festiviteiten gingen door in de stampvolle parochiezaal in de Dorpstraat van Vucht. We woonden er ondermeer de boekpresentatie bij van ‘Vucht in de Tweede Wereldoorlog. Een Maaslands dorp in de maalstroom van de wereld’ van Ferre Weustenraad. Het herdenkingsboek verhaalt op een twaalftal bladzijden de geschiedenis van de vlieger. Daarnaast komen ook aan bod: de inval van de Duitsers, het verzet en de collaboratie, de bevrijding, en niet in het minst het dagelijks leven in die moeilijke jaren. Het is een boek van en over Maaslanders die de oorlog aan den lijve ondervonden. De Koninklijke Oude Fanfare Sint-Cecilia van Vucht zorgde voor de muzikale omlijsting. Zo’n fanfare is al lang geen oubollig groepje muzikanten meer. Ze brachten op een leuke manier een fris repertoire.
Giel Vranken, voorzitter van de Heemkundige Kring Vochte, benadrukte in zijn toespraak dat heel wat leden van de heemkring zeer veel tijd en energie gestoken hadden in deze herdenking. Hij bedankte ondermeer Raf Terwingen, de burgemeester van Maasmechelen, voor de steun van de gemeente. Giel vroeg de burgemeester om de Invasiestraat terug op te nemen op de kaarten van de gemeente. Dat is de straat waar het monument staat. We ondervonden inderdaad dat ze ook niet meer terug te vinden was op GPS. Giel schetste in zijn toespraak ondermeer de periode van de mobilisatie in Vucht, en hoe het vliegtuig daar neerkwam op die koude woensdag 10 januari 1940. De kleindochters van de landbouwer-slager Lambrichts aan wie de bemanning lucifers had gevraagd om de geheime documenten te verbranden, waren aanwezig in de dorpszaal. Tot die generatie sprak Giel: “Onze grootouders hebben tweemaal een wereldbrand meegemaakt. Voor ons is de oorlog ver weg. Het is goed dat we het einde van twee wereldoorlogen blijven gedenken.”
We hoorden ook een van de laatste getuigen aan het woord, Pierre Broekhoven. Pierre: “Ik ben als kind naar de gevallen Messerschmitt gaan kijken. Nog nooit hadden we een vliegtuig van zo dichtbij gezien. We durfden het zelfs niet aanraken.”
In de dorpszaal werd een tijdelijke tentoonstelling geopend over de Tweede Wereldoorlog. In deze tentoonstelling toonden de organisatoren niet alleen documenten en voorwerpen die te maken hadden met de gecrashte Messerschmitt, maar ook historische stukken die betrekking hadden op de Duitse bezetting van Vucht, de bevrijding en de moeilijke periode precies na het vertrek van de Duitse troepen. Wat nu een paradijs van vrede is, was toen een verdeeld dorp.
In de tentoonstelling was ondermeer dit houten vliegtuigje te zien, tijdens WO2 gemaakt door een Russische krijgsgevangene die werkte in de mijn van Eisden. Hij ruilde het vliegtuigje voor voedsel. |
Zie ook de database van het Belgisch luchtvaarterfgoed: www.luchtvaarterfgoed.be/content/monument-landing-bf-108-taifun
Frans Van Humbeek
Foto’s: Manu Godfroid