Grimbergen, 20 juni 2016. In ‘Welkom aan boord’ van Katrien Steyaert doen 26 Belgische stewardessen en stewards tussen 30 en 88 jaar oud een boekje open over hun beroep. Het biedt een blik achter de schermen van een job die hier in België tot de verbeelding spreekt sinds Jeanne Bruylant, de eerste stewardess van Sabena, in 1946 werd aangeworven.
Katrien Steyaert (°1982) is germanist en al ruim acht jaar journalist. Ze schrijft interviews en culturele reportages, onder meer voor De Standaard, Knack Weekend en de universiteit van Leuven. Op haar eigen website (www.katriensteyaert.be) staat: “In elk gesprek peilt ze nieuwsgierig en respectvol naar de gedachten van mensen, hun ideeën over de wereld. Altijd op zoek naar verhalen die nazinderen. Naar de juiste woorden op de juiste plaats.” Dat illustreert precies hoe ze dit boek heeft aangepakt.
Katrien heeft een grote verscheidenheid aan stewardessen en stewards bijeen gebracht. Ze komen van maatschappijen als European Airlines, Flanders Airlines, TEA, Virgin, VLM, … Bij het lezen van hun getuigenissen realiseert de lezer zich weer hoe snel luchtvaartmaatschappijen komen en gaan.
De crew members halen herinneringen op aan de glorie en de beproevingen van de begindagen, over een tijd dat ze voor hun vlucht de sandwiches voor passagiers moesten smeren en de thermossen met koffie aan boord brengen. Ze vertellen over de strijd voor hun rechten en over de esthetische commissies. Natuurlijk komen ook mensen als Yvonne ‘Pussy’ Cunha ter spraken, in 1974 de eerste vrouwelijke lijnpiloot, niet bij Sabena maar bij TEA. Ze vertellen over hun sollicitaties, hun eerste proefvlucht en hun afscheidsvlucht samen met hun favoriete crew members. Verhalen lezen we van de voormalige RAF-piloten die de beste jobs kregen, tot de nieuwste generatie universitair geschoolde piloten die heel wat centen hebben moeten inleveren in vergelijking met de naoorlogse generatie. Of zoals een van de stewardessen het zo mooi weet te verwoorden: “De piloten van nu zijn dankbaar voor hun job, maar die van vroeger dachten dat ze God waren.”
Het boordpersoneel vertelt zeer open over sterfgevallen en geboortes aan boord, of over hun eerste contacten met aidspatiënten. Katrien sprak met hen niet enkel over het verleden, maar bijvoorbeeld ook hoe ze reageerden op de zelfmoord van piloot Andreas Lubit bij Germanwings.
Vrijwel alle stewardessen en stewards in het boek hebben wereldgeschiedenis van nabij meegemaakt, de wereld was hun thuis. Koningen en koninginnen werden door hen aan boord verwelkomd, waarmee het doorgaans vlot werken was. Veel moeilijker waren de zelfverklaarde BV’s die direct in de eerste klas gingen zitten maar voor economy hadden gereserveerd. Alle stewardessen zijn het er over eens dat de passagiers in het algemeen heel wat nonchalanter zijn geworden en dikwijls zeer arrogant. Boordpersoneel voelt zich soms opvoeder van kinderen die eens aan boord door hun ouders los worden gelaten alsof een babysit in de ticketprijs is inbegrepen. Ik citeer een van de stewardessen die na 28 jaar bij Sobelair stopte met de job: “Ik had ook geen geduld meer met het cliënteel dat op slippers aan boord kwam en ons hun kinderen liet opvoeden. Dan vond ik er eentje op zijn blote voeten in het toilet of met zijn vingertjes tussen een tafel, en moest ik gaan zoeken van wie het was.”
Een wat jongere bemanning, klaar voor het vertrek. Allemaal dragen ze trots hun vleugels. (Archief Frans Van Humbeek) |
Het was een verstandige keuze van de auteur om niet alleen Sabena-personeel aan het woord te laten. Sommige uitspraken zijn trouwens zeer treffend. Een van de geïnterviewden zegt over Sabena: “Ik schrok dat veel van mijn collega’s het faillissement nooit hadden zien aankomen. Ik vrees dat sommigen onder hen net als het management een beetje ingeslapen waren door het gebrek aan concurrentie.”
Alle crew members spreken met een blijvende passie over hun job. Voor ieder van hen was dit de perfecte baan. Een hostess zegt: “We waren precies een bende van de Chiro op stap. De ambiance was super.” Verschillende stewardessen die Katrien aan het woord laat zijn geen onbekenden voor ons. Elise-Sillen Delnatte (ex Sabena en Sobelair) is nu bijvoorbeeld vrijwilliger in de luchtvaartafdeling van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis in Brussels. Maar tussen de geselecteerden voor dit boek zitten ook minder bekende mensen die een fantastisch verhaal brengen, zoals Nera Den Tandt (nu 88 jaar) die tussen 1947 en 1949 nog voor Air Transport vloog in Short Stirling, de maatschappij die ondermeer bekend stond om het transport van paters naar China of India.
Het vlot geschreven boek is beslist een aanrader. Luchtvaarttechnisch zijn er vrijwel geen fouten in te vinden, wat getuigt van zeer grondige research. Het is geen louter opeenstapeling van populaire verhalen uit exotische bestemmingen of enkel een relaas met een hoog Hollywood-gehalte, zeker niet. Het zijn prachtige persoonlijke getuigenissen van wereldburgers die getuigen over zowat alle aspecten van hun droomjob.
Prijs 19,95 euro, ISBN 978-94-6131-478-9, 235 bladzijden kleur, formaat 17 x 24 cm, heel wat foto’s uit persoonlijke archieven.
Frans Van Humbeek