Aye, 16 april 2017. Een oude reclamefoto van een café met uithangbord ‘Pou du Ciel’ had onze aandacht getrokken. Op een druilerige zaterdag reden we naar Aye, een deelgemeente van de stad Marche-en-Famenne in de provincie Luxemburg. We vonden er niet alleen het café, nu omgebouwd tot een restaurant, maar ook het verhaal van een verdwenen vliegveld.
Eerst was er een Pou-du-Ciel
Albert de Haan (°13 februari 1916, †17 december 2004) was een dynamische ondernemer uit Schaarbeek. Op de Route de Namur, op 5 km van het centrum van Marche-en-Famenne, bouwde hij begin jaren vijftig een café-restaurant. Hijzelf verbleef een tijd in het nabijgelegen kasteel van Baschamps waar eerder ook zijn persoonlijke Pou-du-Ciel HM290 was gestald, het legendarische vliegtuig van ontwerper Henri Mignet. Zijn HM290 was uitgerust met een VW-motor van 1130cc. In het boek Histoire du Pou-du-Ciel en Belgique schrijft Alain Blondiau dat een hoefsmid uit Aye in 1950 ook een metalen romp maakte voor een HM290. Het project werd nooit afgewerkt en bevestiging over de constructie van dit toestel heb ik niet kunnen vinden.
De regio in de buurt van het kasteel begon Albert toeristisch uit te baten. Naast het café-restaurant, dat gedeeltelijk gebouwd was met resten van een afgebroken omheining rond het kasteel, kwam ook een motel, een speeltuin, het eerste overdekte zwembad van de streek en een kleine zoo. Natuurlijk kreeg het café de naam van zijn Pou-du-Ciel. Het werd direct een trekpleister voor de vele passanten, en een stopplaats voor touringcars met dagjesmensen. Zijn Pou-du-Ciel stond als blikvanger bij zijn etablissement. Albert vond dat een vliegplein niet zou misstaan op zijn domein.
In juni 1951 ging het vliegveld achter het café Pou du Ciel officieel open. Er lag een graspiste van 600m x 40m (QFU 042-222,) in december 1953 was dat officieel 530m x 35m. Toestellen van minder dan 660kg mochten er landen indien de piloot een licentie had van privépiloot. Eigenaardig genoeg was er een uitzondering gemaakt voor vliegtuigen van het type Ercoupe, die waren niet welkom. Beroepspiloten mochten landen met eenmotorige vliegtuigen met een gewicht van minder dan een ton.
Vrienden en zakenpartners van Albert kwamen langs met hun vliegtuig wanneer hij een Fly In organiseerde. De Piper L-4H Cub OO-AVK registreerde men op 13 augustus 1946 op naam van Avia in Brugge. Na enkele eigenaarswissels kwam hij bij Albert de Haan in Aye terecht. Het noodlot sloeg toe op 21 juli 1952. De Piper Cub crashte in Aye, de piloot en een passagier kwamen om het leven.
Op 5 mei 1953 voerde Raoul Henkart met zijn Cessna 170A OO-GAY testvluchten uit en hij kreeg de goedkeuring van het Bestuur der Luchtvaart om Aye te gebruiken. Raoul Henkart was een zakenman die aan het hoofd stond van het Gentse bedrijf Dierman dat textiel produceerde om te verwerken in autobanden. Hij was lid van de Ghent Aviation Club en vermoedelijk een kennis uit de zakenkring rond Albert de Haan. Henkart was eigenaar geweest van de Cessna 140 OO-GAY (1) die op 16 november 1949 de registratie OO-GAX had gekregen. Op 22 mei 1952 verongelukte het toestel bij de landing op het vliegveld van Sint-Denijs-Westrem. De Cessna 170A OO-GAY(2) werd op 1 december 1949 ingeschreven op naam van zijn firma Dierman en met dat toestel werden de testvluchten uitgevoerd op Aye. Raoul kwam om het leven bij de crash van de Sabena DC-6 OO-SDB op 13 februari 1955 nabij het Italiaanse Rieti. Hij was op weg naar een zakenafspraak in Johannesburg. Na het overlijden van Henkart nam piloot Sauvenière op 30 april 1956 het vliegtuig over, het vloog lang vanop Grimbergen. Op 30 september 1986 kreeg het de Zwitserse registratie HB-CKA.
De Cessna 170 OO-GAY waarmee Raoul Henkart testvluchten uitvoerde naar Aye, gefotografeerd in Grimbergen op 28 augustus 1962. (Foto Guy Viselé) |
In juli 1954 werd de uitbatingsvergunning van Aye ingetrokken. Het gras stond te hoog, de seinen waren onvoldoende zichtbaar, de windzak was niet meer in goede staat en het seinpaneel voldeed niet aan de reglementering. Er waren te weinig piloten die regelmatig gebruik maakten van het terrein en de ontvangsten zullen niet in evenwicht geweest zijn met de exploitatiekosten.
In de jaren zeventig, het nabijgelegen vliegveld was toen al gesloten, liet Albert ook de befaamde Tour de la Famenne bouwen bij de N4. De 75 m hoge toren was bekend om zijn panoramisch restaurant maar staat nu al 20 jaar te verkommeren.
Het café-restaurant Le Pou du Ciel is nu het restaurant Le Saint Loup (Rue Baschamps 19.) Het zwembad is vervangen door de Karting de la Famenne. Op de plaats van het vroegere hotel staan nu eenvoudige appartementen. De Bowling Club 2001, vroeger uitgebaat door de familie de Haan, is nog altijd actief. In een nabijgelegen pizzeria La Bella Notte worden plastic modellen van de toren verkocht.
Getuigenissen
Tijdens mijn wandeling in Aye ontmoette ik Paul Dumont, een sympathieke man die nog in de toren had gewerkt. Paul: “De toren is geopend in 1969. Het was wel een aantrekkingspool maar er kwam toch te weinig volk om echt rendabel te zijn. Albert probeerde voortdurend nieuwe projecten uit de grond te stampen, hij heeft hier veel geïnvesteerd. In de jaren tachtig werd de plaats van het vroegere vliegveld uitgegraven tot een rechthoekig meer van 200 meter lengte voor het beoefenen van jetski. Jongeren konden er ook motorcross rijden, o.a. met Italjet 50-crossmotoren.”
Er hangen (nu nog) bordjes van een vissersclub. Die vraagt aan de wandelaars om de rust te respecteren en geen rotzooi achter te laten. Toen ik enkele wandelaars aansprak met een vraag om informatie, bleken dat de huidige eigenaars van de toren te zijn. Hans Kroneman en zijn echtgenote Alexandra Herzog (http://latourdelafamenne.be) kochten in augustus 2015 de toren en ongeveer 3,5 ha gronden rond de toren, inclusief de vijvers van het vroegere vliegveld. Alexandra vroeg mij hoe het mogelijk was dat op een vroeger vliegplein vijvers lagen. Ik maakte direct een vergelijking met het vliegveld van Keerbergen dat plaats had moeten maken voor een groot meer en een golfterrein.
Het energieke echtpaar heeft al heel wat veiligheidswerken laten uitvoeren aan de toren en het geheel renoveren en heropenen zal zeker niet simpel zijn, gezien de veiligheidsnormen die veel strenger geworden zijn dan in de jaren zeventig. De toren telt bovenaan drie verdiepingen, er was ondermeer een panoramisch restaurant gevestigd met een draaiend platform. Een groot veiligheidsnet onder de toren dat brokstukken moest opvangen kon ondertussen al verwijderd worden.
Albert de Haan was gehuwd met Josiane Michel (°25 oktober 1927, †4 oktober 2013.) Albert en Josiane hadden twee kinderen, Nicole en Georges, allebei omgekomen in een auto-ongeval op enkele km van de toren. Christian Louis, de vroegere echtgenoot van Nicole, ontmoette ik in Aye. Ook hun dochter Sandrine is om het leven gekomen in een verkeersongeval, een triest familieverhaal. Christian Louis nam mij mee naar zijn garage. Hij heeft de toren een tijd geleden moeten verlaten, een deel van de inboedel zit hier gestockeerd. Na wat zoekwerk weet hij mij te verbazen met een prachtig verhaal. Christian: “Dit is een gebroken schroef van de Pou-du-Ciel van mijn schoonvader. Het vliegveld was nog niet klaar toen hij begon aan de bouw van zijn vliegtuig. Zijn eerste vluchten gebeurden ook van op het kasteeldomein van Baschamps. Tweemaal heeft hij er een ongeluk mee gehad, gelukkig zonder lichamelijke letsels.
Pou-du-Ciel van Albert de Haan, op het kasteeldomein. (Archief Christian Louis) | |
Christian Louis toont mij de vernielde schroef van de Pou-du-Ciel van zijn schoonvader Albert de Haan. |
Even is het vliegveld van Aye op 17 april 1983 heropgestart als ULM-plein, echter zonder veel succes.
Volgens sommige bronnen werd de Pou-du-Ciel van de Haan verkocht aan enkele klanten van het café die op doorreis waren. Albert de Haan bleef wel interesse koesteren voor dit type vliegtuig want hij was nog aanwezig tijdens de eerste Rassemblement Pou-du-Ciel in Temploux op 7 en 8 september 1996, echter zonder vliegtuig.
Bronnen:
Petite Gazette (René Henry)
Histoire de Pou-du-Ciel en Belgique de 1935 à nos jours, Alain Bondiau, 1997
Luc Wittemans, Paul Dumont, Alain Blondiau, Christian Louis, Guy Viselé, Manu Godfroid, eigen archief.
Frans Van Humbeek