Lacs de l’Eau d’Heure, 21 augustus 2017. In zijn artikel ‘Faire de l’hydravion en Belgique’ geeft Guy Viselé algemene informatie over het vliegen met watervliegtuigen in België, over de Belgian Seaplane Association en de Belgian Seaplane Aero-Club. In mijn artikel neem ik u mee voor een vlucht met deze Buccaneer. Afspraak dus in de General Aviation terminal van Brussels South Charleroi Airport. Met Rodolphe Vanbellingen wandelen we naar de Lake Buccaneer G-VWET die in een van de loodsen is gestald.
De G-VWET aan de oever van de Lacs de l’Eau d’Heure. Deze Lake LA-4-200 Buccaneer (c/n 1106, ex D-EARS, N8543J) is sinds 15 juli 2017 geregistreerd op naam van de Belgian Seaplane Aero-Club. |
Rodolphe Vanbellingen is verantwoordelijk voor de operaties met de Buccaneer en commandant van het door Directoraat-generaal Luchtvaart goedgekeurde watervliegveld van l’Eau d’Heure. Hij is tevens instructeur en examinator ‘FI/FE sea’ en Training Manager van de toekomstige Approved Training Organisation (ATO). Rodolphe vliegt als beroepspiloot met Airbus A320 bij Brussels Airlines. In januari 2016 behaalde hij zijn vergunning voor watervliegtuigen op Piper PA-18 Super Cub in het Franse Biscarosse. Rodolphe vliegt ook met de Antonov An-2 van Pairi Daiza. Vliegen met de Buccaneer en de An-2 is onbezoldigd vrijwilligerswerk. Ik leer Rodolphe kennen als een deskundig piloot met een ware passie voor het vliegen.
Op de luchthaven van Charleroi staan we bij Rodolphe, onze piloot voor een vlucht naar de ‘Water Airport EBEH, frequency ‘Plate Taille Radio’ 130.125mhz, PPR.‘ De landingsplaats voor watervliegtuigen van l’Eau d’Heure ligt zo’n 35 km ten zuiden van Charleroi Airport.
Het amfibievliegtuig G-VWET uit 1984 is een Lake LA-4-200EP, waarbij de EP staat voor Extended Prop. De motor is een Lycoming IO-360 van 200 pk met een driebladige duwschroef. Een reverse is beschikbaar maar wordt niet geselecteerd. Onder de motor, korter bij de romp, zit de inlaat van het systeem dat zorgt voor de verwarming van de passagierscabine. In deze Buccaneer is de unit afgekoppeld. De trim en het landingsgestel worden hydraulisch bediend. Op de vleugels zijn vortex generatoren geplaatst. De bat wings zijn verwijderd, een driehoekig tussenstuk dat zich bevond tussen de vluchtboord (trailing edge) van de vleugels en de romp. De naam verwijst naar de efficiënte vleugels van de vleermuis (in het Engels ‘bat’.) Rechts achteraan is er een derde deur voor de achterste passagiers. Voor het nazicht van de motorolie kan de piloot gemakkelijk op de romp gaan staan.
Piloot Rodolphe Vanbellingen toont ons het anker van de Buccaneer, dat zit in een luik in de neus van het amfibievliegtuig. |
Bij het verlaten van de loods gebruiken we geen towbar. Het vast neuswiel zetten we op een plankje met vier wieltjes. De centrale opstelling van de motor maakt het ons gemakkelijk om de Buccaneer een tikkeltje te kantelen en het neuswiel op het plankje te plaatsen.
Rodolphe vijst tijdens de preflight check zeven afvoerkraantjes los om water dat zich nog in de romp zou bevinden af te voeren. Dit is niet voor niks een watervliegtuig. Er is een marine-VHF ingebouwd, vooraan in een luikje zit zelfs een anker.
In de centrale tank zit 150 liter brandstof, iedere vlotter bevat nog 26 liter, in totaal 202 liter. De Buccaneer verbruikt 40 l/hr Avgas 100LL. De selectieknop voor de brandstoftanks zit vrij onhandig in de wand achter de passagiers.
Cockpit van de Buccaneer. Centraal onder de Garmins staan waarschuwingslampjes voor gear up/down en voor de waterpomp die overtollig water uit de romp pompt. |
Op ieder van de twee vlotters onder de vleugel zit een spiegeltje, daarmee kan de piloot de stand van het neuswiel nakijken. Op het instrumentenpaneel geven waarschuwingslampjes uiteraard ook de stand van het onderstel aan. In een gewoon vliegtuig zijn er doorgaans enkel lampjes voor de gear down, bij een watervliegtuig wordt ook de gear up -stand aangegeven. Landen met een uitgetrokken onderstel is natuurlijk onmogelijk. In het midden, boven het instrumentenpaneel, staan de hendels voor mixture, throttle en propellor.
Een water rudder is alleen te gebruiken in het water. Dat water-stuurvlak bevindt zich onder het vertikaal staartvlak, onder het richtingsroer. Onder de staart is bij deze Buccanneer ook een klein wieltje gemonteerd. De vorige eigenaar had een vrij steile scheepshelling of slipway, het wieltje beschermt de staart tegen een aanraking met het hellend vlak. Dat wieltje is niet het enige dat ons doet denken aan de vorige eigenaar die aan de Azurenkust verbleef en het toestel doorgaans stalde in Cannes-Mandelieu. De ‘V’ in de registratie verwijst naar zijn werkgever Virgin, het toestel is gedeeltelijk geschilderd in de rode Virgin-kleur.
Tijdens de preflight briefing toont Rodolphe ons de zwemvesten. Ik zat nog maar zelden zo kort tegen het water bij de landing. Ik vloog al met een watervliegtuig op vlotters maar dat staat hoog op het water, de romp van de Buccaneer ligt vrij diep in het water, een heerlijk gevoel bij de landing.
Om 11.08 uur starten we de motoren in Charleroi. De run up gebeurt op Platform 5. Om 11.15 uur stijgen we op van baan 25, enkele toestellen van Ryanair en TUI zijn ons voorgegaan. De kruissnelheid bedraagt tussen de 90 en 100 kts, we vliegen op 1.600 voet. De weersgesteldheid is prima.
Na een vluchttijd van dertien minuten zijn we boven de Lacs de l’Eau d’Heure. De piloot informeert Florenne en Cerfontaine, kwestie van hen niet te verontrusten als de Buccaneer van de radar verdwijnt na een landing op het meer. Tijdens de vlucht merken we dat de verkeersleiding nog niet zo vertrouwd is met de registratie G-VWET. Dat er nu een basis voor watervliegtuigen is op het Lac d’Eau d’Heure heeft in pilotenmiddens al goed de ronde gedaan. Tijdens de vlucht komen bevriende piloten ons begroeten en voor de start had een van hen al te kennen gegeven dat hij een vlucht met dit toestel best zag zitten, in Canada had hij al een opleiding gekregen als piloot van een watervliegtuig. Natuurlijk is het in Canada een tikkeltje gemakkelijker om met zo’n toestel te vliegen. Simpel gezegd mag je daar zowat overal op het water landen, behalve in de nationale parken.
De windsnelheid boven de Lacs de l’Eau d’Heure bedraagt zo’n 4 knopen. Verschillende clubs gebruiken het meer. Aan de hand van de golven, de vaarrichting van zeilboten evalueert de piloot de windrichting. Voor de landing kijkt Rodolphe goed uit of er zich geen obstakels in de landingszone bevinden. Gemotoriseerde pleziervaart is hier verboden, maar zeilers, surfers en liefhebbers van de duiksport zijn er genoeg. We zien een kajak het meer oversteken en de inzittende merkt duidelijk dat hij zich geen zorgen moet maken, de piloot van de Buccaneer neemt afstand van de roeier. De vaartuigen op het meer kunnen de piloot in geval van nood oproepen via de marinefrequentie. De Buccaneer geeft de zeilboten natuurlijk voorrang. Eens in het water opereert het vliegtuig in harmonie met de scheepvaart en in overeenstemming met de marinereglementering. In het vliegtuig verwijst veel naar de scheepvaart, in de cabine ligt een peddel en een enterhaak.
Voor de landing worden de flaps uitgetrokken en checked de piloot de stand van de wielen. We landen aan een snelheid van 65 mph, zonder flare. In het water wordt de water rudder neergelaten. Tijdens het taxiën naar de slipway worden de wielen onder water uitgelaten. Bij de bouw van het stuwmeer heeft men drie scheepshellingen gebouwd. De twee andere zijn nu in gebruik genomen door watersporters.
Eens op het land komen bewoners van een nabijgelegen modern vakantiepark (www.lacsdeleaudheure.be/hebergements) het vliegtuig bewonderen en een praatje slaan, een heel aangenaam moment. Kinderen en volwassenen laten zich graag fotograferen bij de Buccaneer. De Lacs de l’Eau d’Heure zijn eigenlijk een reeks van vijf aaneengesloten kunstmatig aangelegde meren in Wallonië op het stroomverloop van de Eau d’Heure. Ze ontstonden in de jaren zeventig en vormen het grootste watergebied in België. Ze zijn gelegen op het grondgebied van Cerfontaine en Froidchapelle. Er is een stuwdam, de Plate Taille. Bij maximale vulling is het meer maar liefst 43 meter diep. De meren zijn omgeven door honderden hectaren bossen en weiland, echt een paradijs voor natuurliefhebbers. De Waalse regering probeert de site ook hard te promoten als een duurzaam vakantieoord en de operaties met de Buccaneer gebeuren dan ook in alle respect voor vakantiegangers en voor de bewoners van dit natuurgebied. De Buccaneer gebruikt het grootste meer van de Lacs de l’Eau d’Heure, dat van La Plate Taille aan de stuwdam. Op 23 april 2017 maakten Rodolphe Vanbellingen en Laurent Gilson, samen met Yves Cartilier de initiatiefnemers achter de Belgian Seaplane Association, hier de eerste landing op de eerste officieel erkende vliegbasis voor watervliegtuigen.
Voor we terugvliegen naar Charleroi maken we nog een lokale vlucht. Eens we van de slipway in het water zijn gereden, gaat de piloot over tot een slow taxi, we varen traag aan een paar knopen. Maar de step taxi, gebruikt om het toestel snel van de ene plaats naar de andere te brengen op een meer, gaat heel snel, aan zo’n 30 à 40 kts. De step taxi is ook eenvoorbereiding voor de take off. Aan de snelheid van een step taxi kan het toestel ook een wijde bocht maken en het is verbazend hoe stabiel de Buccaneer dan in het water ligt. Na het opstijgen overvliegen we aan de oever van het meer het vroegere vliegveld aan Froidchapelle, nu een golfbaan.
Voor meer informatie: www.seaplane.be
Frans Van Humbeek