Steenokkerzeel, 17 januari 2020. In 2018, bij de twintigste verjaardag van Belgocontrol, ontstond het idee om de historiek van het bedrijf op papier te zetten. Goed een jaar later wordt het boek ‘Overview’ aan ons voorgesteld. Het beschrijft de geschiedenis van de nationale luchtverkeersleider van het prille begin tot 2019, van de Regie der Luchtwegen (RLW,) Belgocontrol en skeyes. De auteurs kijken ook naar de toekomst. De persvoorstelling vond plaats in aanwezigheid van enkele oud-medewerkers die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de publicatie.
Communicatieverantwoordelijke Dominique Dehaene van skeyes coördineerde het project. Steven Decraene en Paul Hopff schreven de teksten. Het is een drietalige publicatie, de Nederlandstalige tekst werd door de vertaaldienst van skeyes omgezet in het Frans en het Engels. Lannoo Publishing zorgde voor de prima lay-out, wat helemaal niet simpel is gezien de drietalige teksten. De auteurs maakten een mooie selectie van historische beelden en skeyes fotograaf Branislav Milić schoot de toch wel knappe foto’s van het huidige skeyes.
Voorstelling
Tijdens de voorstelling dankte Johan Decuyper, CEO van skeyes, iedereen die dit bedrijf mee oprichtte, uitbouwde en vandaag verder een toekomst geeft. Het boek is een eerbetoon aan alle verkeersleiders en medewerkers in de Belgische civiele luchtverkeersleiding. Johan Decuyper: “Even achteruit kijken om daarna beter vooruit te kunnen vliegen. Zo zou u de filosofie van dit boek het best kunnen omschrijven. En laat dat ook ons devies zijn.” Decuyper prees het werk van Paul Hopff, hij noemde hem een ‘monument van deze maatschappij.’ Paul Hopff is medewerker van skeyes, mede-auteur en buitengewoon geïnteresseerd in de luchtvaartgeschiedenis. Decuyper verontschuldigde mede-auteur Steven Decraene voor zijn afwezigheid. Steven was door de VRT naar Australië gestuurd om verslag uit de brengen van de verschrikkelijke bosbranden.
Skeyes had Jan Smets uitgenodigd op de boekvoorstelling. Hij is ere-gouverneur van de Nationale Bank en sinds 2019 bestuurslid van de SN Airholding. Jan Smets is auteur van enkele boeken, zowel fictie als non-fictie. De man had complimenten voor het vlot geschreven werk en voor de mooie illustraties. Jan Smets vergeleek de Nationale Bank met skeyes. Het zijn allebei instellingen die stabiliteit, veiligheid en doeltreffendheid moeten bieden zodat de ‘klanten’ zich gerust kunnen voelen. Zowel de bank als skeyes moeten de beschikbare capaciteit optimaal benutten, dat vraagt een grote betrokkenheid en expertise van de werknemers. Jan Smets: “Voor mij was het een hele stap van het monopolie van de Nationale Bank naar de competitieve wereld van Brussels Airlines, ik heb al heel wat bijgeleerd. Ik heb vooral het groot belang van een vlotte operationele werking ingezien, iets dat onder meer in handen ligt van skeyes. De luchtvaart creëert een enorme toegevoegde waarde en dat moeten we veiligstellen door een vlotte werking van de diverse stakeholders. Wim Duisenberg, de eerste voorzitter van de Europese Centrale Bank, beschreef bankiers ooit als handelaars in vertrouwen. Daarin gelijkt de bankwereld op skeyes.”
Paul Hopff vertelde de gasten dat er nog voldoende materiaal over is voor een tweede volume. Het is vooral een heel correct en vlot leesbaar boek geworden, niet louter een opsomming van de vele technische verwezenlijkingen. De beschreven innovaties worden altijd historisch gekaderd. Opmerkelijk was de oproep van Paul om oude apparatuur die ooit door de RLW werd gebruikt en nu is opgeslagen op een veilige plaats, opnieuw tentoon te stellen voor een geïnteresseerd publiek. Paul gaf CEO Decuyper zelfs een tip voor een locatie, nl. het gebouw van het vroegere ontvangstcentrum, niet zo ver van de huidige verkeerstoren van Brussels Airport. Paul Hopff: “Ik mag echt wel zeggen dat we terecht trots en fier mogen zijn op onze geschiedenis, we zijn altijd mee geëvolueerd met de technologische vernieuwing. Twee periodes zijn echt wel van cruciaal belang geweest. Tussen 1946 en 1955 is er hard gewerkt om de basis te leggen voor een moderne naoorlogse luchtvaartinfrastructuur. Tussen 1985 en 1993 was de ontwikkeling van CANAC van essentieel belang voor de Belgische verkeersleiding.”
‘Overview’ beknopt
Na een uiteenzetting over de betekenis van de civiele verkeersleiding, zetten we in ‘Overview’ een stap terug in de tijd, naar het prille begin van de burgerluchtvaart. Al snel komen de eerste reglementeringen, onder meer de goedkeuring op 13 oktober 1919 van de Conventie van Parijs. Daarin wordt de oprichting van een internationale luchtvaartcommissie voorgesteld onder leiding van de Volkenbond. Nog datzelfde jaar wordt de International Convention of Air Navigation (ICAN) opgericht die tot aan de Tweede Wereldoorlog wordt beschouwd als dé internationale autoriteit voor de reglementering van de burgerluchtvaart. De conventie beschrijft hoe unieke roepnamen (registraties) moeten toegekend worden aan vliegtuigen. In de jaren twintig ontwikkelen zich vooral navigatiehulpmiddelen gebaseerd op visuele hulpmiddelen, zoals lichttorens. Vanaf de jaren dertig kunnen vliegtuigen navigeren via radiobakens. Morse is dan cruciaal voor de communicatie. De constructeurs van vliegtuigen reserveren in de cockpit een aparte plaats voor de marconist. In 1932 ontwikkelt het Duitse bedrijf Lorenz AG een radionavigatiesysteem waardoor vliegtuigen gemakkelijker kunnen landen bij slecht zicht. Om langere vluchten veilig te kunnen uitvoeren is meer contact met het toestel nodig, radio-navigatiemiddelen worden verder ontwikkeld.
Vlakbij Haren wordt in 1923 het eerste moderne communicatiestation voor de Belgische aviatiek in gebruik genomen. Het is de bedoeling om op een efficiënte manier in verbinding te staan met buitenlandse luchthavens en meteo-informatie uit te wisselen. Vanaf 1925 worden de diensten van de Belgische burgerluchtvaart ondergebracht bij het Ministerie van Transport, eerder vielen ze nog onder de bevoegdheid van Landsverdediging.
Het is vooral de technologische evolutie in de vliegerij tijdens de Tweede Wereldoorlog, die zorgt voor fundamentele veranderingen. Alle verkeersvliegtuigen zijn nu uitgerust met radio (korte golf, VHF.) Er komen nieuwe, handiger en nauwkeuriger navigatiesystemen en het gebruik van radar zorgt natuurlijk voor een heuse revolutie in de luchtvaart. De ondertekening op 7 december 1944 van een conventie voor de internationale burgerlijke luchtvaart zal in 1947 leiden tot de oprichting van de International Civil Aviation Organisation (ICAO.) Om beter te kunnen inspelen op de behoeften van de internationale luchtvaart zal de Belgische regering de structuur van het Bestuur der Luchtvaart aanpassen. Op 20 november 1946 wordt de Regie der Luchtwegen (RLW) opgericht. Het Bestuur blijft verantwoordelijk voor de wetgeving, vergunningen, enz. De RLW krijgt de bevoegdheid over de uitbating van luchthavens, veiligheid, enz. Het personeelskader van de RLW wordt opgevuld door werknemers van het Bestuur, ex-RAF militairen, …
De opdracht om de door de oorlog gedeeltelijk vernielde vliegvelden aan te passen aan de moderne noden van de burgerluchtvaart, is een grote uitdaging voor de RLW. De gedreven medewerkers slagen er goed in om de hoge verwachtingen in te lossen. In den beginne gebruikt de RLW heel wat materiaal uit legerstocks. Ook structuren worden aangepast, er komt bijvoorbeeld een torenverkeersleiding, een naderingscontrole en een regionale verkeersleiding. Anno 2020 is het moeilijk te geloven, maar het netwerk van luchtwegen met Non-Directional Beacons (NDB) is er pas gekomen in 1952. In die periode wordt ook de eerste Very High Frequency Omni-directional Range (VOR) geïnstalleerd in Melsbroek, een schenking van de Verenigde Staten. Aan de noordkant van Melsbroek bouwt de RLW een meteopark.
Het aanbreken van het straaltijdperk en de wereldtentoonstelling van 1958 zorgen voor enorme uitdagingen. België krijgt in Zaventem een moderne airport, niet meer te vergelijken met de bakstenen luchthaventerminal van Melsbroek. Enkele verdiepingen zijn toegewezen aan diensten van de RLW (meteo, Air Traffic Management, scholing, telexkamers, enz.) Op het terrein komen imposante antennes te staan. Op 13 september 1960 wordt Eurocontrol opgericht. Wat weinigen weten is dat Eurocontrol, in de periode dat het centrum in Maastricht nog niet operationeel was, de controle van het Belgische hogere luchtruim waarnam vanuit Brussel.
De groei in de luchtvaart van de jaren zestig zet zich voort in de jaren zeventig. De seventies worden gekenmerkt door de komst van de Jumbo’s. Luchthavens worden verder aangepast. Voor Zaventem betekent dit onder meer de bouw van een satellietgebouw en de verlenging van baan 25L. De zakenluchtvaart en het vrachtvervoer beginnen stevig te groeien, dat vraagt om grote aanpassingen aan de luchthaveninfrastructuur. Hulpmiddelen voor luchtvaartnavigatie en verkeersleiding moeten voldoen aan de eisen van de snellere vliegtuigen. Stevige investeringen volgen in systemen voor gegevensuitwisseling (vluchtplangegevens, meteo, Notice to Airmen (NOTAM,) …) Verkeersleiders moeten vliegtuigen niet meer ‘aan de grond praten’, het Instrument Landing System (ILS) doet zijn intrede. Voortdurend wordt de apparatuur en de infrastructuur gemoderniseerd. In 1980 opent een meteostation dat weerkaarten via satelliet ontvangt. Het idee dat Eurocontrol ook de controle van het lagere luchtruim zou overnemen wordt in oktober 1984 verlaten. België bouwt dan het Computer Assisted National Air Traffic Control Center (CANAC) dat officieel opent op 11 maart 1993. CANAC is meer dan een gebouw, het is een totaalprogramma voor het Air Traffic Management.
Er volgen jaren van regionalisering en liberalisering. Een moderniseringsplan voor Zaventem krijgt de naam Zaventem 2000. De Brussels Airport Terminal Company (BATC) wordt opgericht voor de bouw van een nieuwe terminal en pier B. De Europese liberalisering van de luchtvaart zorgt onder meer voor de komst van de lagekostenmaatschappijen en voor extra verkeer in het luchtruim en op secundaire luchthavens. In België wordt het beheer van de regionale luchthavens een regionale bevoegdheid. ‘Overview’ schetst kort de historiek en de impact van de RLW op Antwerp International Airport, Brussels South Charleroi Airport, Ostend-Bruges International Airport, Liege Airport en de vliegvelden van Grimbergen, Sint-Denijs-Westrem, Spa-La Sauvenière en Saint-Hubert.
In 1998 volgt een splitsing van de RLW in twee identiteiten. Vanaf 2 oktober 1998 wordt Belgocontrol het autonoom en klantgericht overheidsbedrijf dat instaat voor de veiligheid in het luchtruim. Uitbating en beheer van Brussels Airport valt voortaan onder Brussels International Airport Company (BIAC,) later Brussels Airport Company (BAC.) Brussels Airport blijft moderniseren, Prins Filip opent de A-pier officieel in 2002. Drie jaar later volgt de inhuldiging van de hypermoderne verkeerstoren van Belgocontrol op het grondgebied van Steenokkerzeel. Permanent wordt gewerkt aan de vernieuwing van de verkeersleidingsystemen, zoals de modernisering van de grondradars. In 2005 verhuizen ook alle administratieve diensten van Belgocontrol naar Steenokkerzeel, rond de nieuwe verkeerstoren. Het CANAC 2-verkeersleidingscentrum wordt operationeel in 2009. Op 7 november 2018 verandert Belgocontrol van naam, het bedrijf gaat voortaan door het leven als skeyes.
Uiteraard besteden de auteurs ook aandacht aan de verdere vernieuwing en aan de toekomstprojecten (Functional Airspace Blocks Europe Central (FABEC,) een nieuw opleidingscentrum, Single European Sky ATM Research (SESAR,) afstandsbediende controletorens, drones, enz.)
Uitgeverij Lannoo, ISBN 978 94 014 6706 3, 208 blz, A4, harde kaft, kleur. Het is een bedrijfspublicatie die spijtig genoeg niet in de boekhandel te koop is. Je kan het boek wel voor tablet en smartphone downloaden via Apple en Android apps, of de pdf bekijken en downloaden op www.skeyes.be/media/1725/overview-skeyes-ebook_c.pdf
Frans Van Humbeek