Oostende, 2 september 2020. De operationele loopbaan van de Agusta A109 H22 zit erop na de laatste landing in Oostende. Vanaf vandaag begint de helikopter aan haar volgende missie: lesmateriaal voor de studenten vliegtuigtechniek en luchtvaarttechnologie van het Vlaams Luchtvaartopleidingscentrum (VLOC). Onder ruime belangstelling van de studenten werd de helikopter naar de landzijde gesleept. De komst van de A109 is voorlopig het laatste toestel dat de educatieve vloot van het VLOC vervoegt. Een mooie aanwinst bevestigen ook de docenten en leerkrachten, want zoals zij het stellen: “Opleiding is de basisgrondstof voor de luchtvaartsector”.
Het VLOC opende de deuren in juni 2007. Het is de thuisbasis voor de bacheloropleiding Luchtvaart van Hogeschool VIVES, het secundair onderwijs vliegtuigtechnieken van Petrus & Paulus West en de volwassenopleiding aspirant-vliegtuigonderhoudstechnicus van de VDAB. Deze opleidingen tellen samen een 200-tal studenten vliegtuigtechniek op de campus in Oostende. Naast deze opleidingen is het VLOC ook de locatie voor alle luchtvaartgerelateerde evenementen en projecten ter ondersteuning van de MRO-sector (Maintenance, Repair and Overhaul) in Vlaanderen.
Sea King en Falcon 20
De samenwerking met Defensie startte vorig jaar. Toen kon de grootste luchtvaartcampus van het land al de Sea King RS05 in ontvangst nemen. Ook een Falcon 20 van het 21ste smaldeel is in bruikleen in het VLOC, want het toestel is eigendom van de hondensteuneenheid van de Federale Politie. De H22 is de laatste aanvulling op het opleidingsmateriaal.
Laatste vlucht
De A109 kwam in formatie met een tweede A109 (H27) vanuit de thuisbasis Beauvecahin overgevlogen. De laatste navigatievlucht ging langs Antwerpen en Koksijde om tenslotte nog twee rondjes over de luchthaven en het VLOC te vliegen. Na de landing op Apron 3 nabij NSAC (North Sea Aviation Center) werden ter plaatse de rotorbladen verwijderd door drie techniekers van Defensie. NSAC stond op haar beurt in om de helikopter onder politiebegeleiding te verplaatsen via de Nieuwpoortsesteenweg naar het VLOC.
« Een speciaal moment, » stelt piloot Nils, als we hem vragen hoe het is om een helikopter een allerlaatste keer aan de grond te zetten. « Ik vlieg er ondertussen al 17 jaar op. Dan bouw je er toch een band mee op. H22 had deze morgen 4.567 vlieguren in de logboeken staan. Goed gevlogen, maar de toestellen zijn dan ook gekend om hun grote operationaliteit. Vrij weinig mankementen en als die voorvallen staat een ploeg techniekers klaar om deze snel te repareren. Daarom zijn we ook wel blij dat deze helikopter nog kan dienst doen om toekomstige techniekers op te leiden. Zonder die vakmensen kan er niet gevlogen worden. »
Ook technici van de Luchtcomponent krijgen de volgende jaren les bij het VLOC. Dit gebeurt in het kader van een bilaterale overeenkomst tussen Defensie en het VLOC, waarvan de uitwisseling met de Sea King en de A109 deel uit maakt. Een eerste militair is reeds gestart, komende jaren wordt dat nog uitgebreid. Het is niet de bedoeling dat deze cursussen de luchtvaartopleidingen binnen Defensie op Campus Saffraanberg vervangen. De gevorderde en gespecialiseerde cursussen die de militairen binnen het VLOC volgen zijn niet rendabel om deze binnen Defensie te organiseren.
Opleiding is de basisgrondstof voor de sector
« Dit is voorlopig het laatste toestel dat we hier verwelkomen, » stelt Roland Defever, gedelegeerd bestuurder van het VLOC. « Bij Defensie is dit toestel overbodig, maar voor ons is het een zeer waardevol opleidingstoestel. Het is up-to-date en perfect onderhouden. Ideaal om onze studenten een doorgedreven basisopleiding te geven. »
« Een opleiding die ook in de toekomst nodig blijft. Het is de basisgrondstof van de luchtvaartsector. Zeker als we straks corona achter ons kunnen laten. De sector heeft het heel hard, maar we moeten vooruit blijven kijken. Op het gebied van technische beroepen blijven de noden groot. Ook zullen luchtvaartbedrijven hun techniekers met een Europese licentie niet zomaar op straat zetten. Vandaag gaat het misschien moeilijk, maar tegen volgend voorjaar zullen we wel al licht zien. «
Agusta A109BA
Vandaag zijn er nog tien Agusta A109 helikopters in dienst bij Defensie, daarvan zijn er telkens 8 operationeel vanaf hun thuisbasis Beauvechain. Initieel werden er 46 aangekocht in een verkennings- en antitankrol, maar de opdrachten evolueerden naar breed scala aan missies, waaronder verkennings- en verbindingsvluchten en medische evacuaties. Met een gewicht van bijna twee ton en een maximum snelheid van 210 km/u heeft dit Italiaanse toestel er sinds 1992 al heel wat opdrachten in het binnen- en buitenland op zitten.
Piloten heroriënteren
« Bij ons opgeleide mensen kunnen altijd terecht in heel wat technische sectoren, ook buiten de luchtvaart. Iets moeilijker is de situatie voor de piloten. Daar zal het minder gemakkelijk zijn om die mensen aan de slag te houden. Maar met verschillende partners hebben we net goedkeuring gekregen om piloten in het slechtste geval te heroriënteren naar een andere job. Een technische job? Dat ligt niet vast, iedere piloot zal individueel geholpen worden, » zegt Defever.
Via het driejarig Europese Educavia Interreg project werkt VLOC met Vlaamse (VIVES, Aviato, ZAVO, Agoria) en Nederlandse partners (AM&TS en NAG) samen om deze technische opleidingen te versterken. Defever: « Tegen volgend jaar zullen we dit project afronden en kunnen we deze samenwerking op het gebied van onderwijs tussen Nederland en Vlaanderen bestendigen in een verduurzamingsproject. »
VIVES-hogeschool
Ivan Becuwe is het opleidingshoofd van de VIVES-hogeschool, een van de partners bij het VLOC: « Iedereen die bij ons studeert kan een typelicentie aanvragen op het gebied van helikopter. De studenten krijgen een hands-on ervaring met de helikopter. Van een Alouette II van de voormalige Rijkswacht tot meer recent de Sea King en vandaag nog een A109. Het zorgt voor een solide basis in helikoptertechnologie. Wil de student zich nog meer specialiseren? Dan sturen we ze op stage naar bedrijven met de volgende generatie digitale helikopters. Dan denken we bijvoorbeeld aan Noordzee Helikopters Vlaanderen (NHV) of naar Defensie met NH90. »
« Daarnaast vliegt ook de federale politie met een mooie vloot helikopters en zijn er ook heel wat private operatoren die rondvliegen. We hebben veel contacten met de bedrijven rondom ons, denk maar aan Air Technology in Kortrijk. Maar ook verder in Europa hebben we studenten die stage lopen. Naar bijvoorbeeld Airbus Helicopters, of bij Zwitserse bedrijven. We hebben een rijke traditie om mensen in contact te brengen met de helikopter industrie. »
« De helikopterindustrie en bij uitbreiding de ganse vliegtuigindustrie, is eigenlijk vrij onzichtbaar in onze economie. We hebben nu toevallig in West-Vlaanderen heel wat helikopters actief. Maar ook mensen die met lichte luchtvaart bezig zijn of zelfs met zweefvlieguigen. Die maken er eigenlijk weinig reclame voor, maar er is zeker een solide basis in jobaanbiedingen in die richting. »
Praktijklessen
« Ons principe? De studenten mogen overal aankomen. Hebben ze vragen, dan kunnen ze die stellen. Hoe zot het ook is. Van de simpele basis tot de meer geavanceerde zaken. Wij als docenten zijn steeds bereid om te helpen. Verder zijn er ook heel wat gastdocenten actief, vaak zijn dat instructeurs of technici die dag in dag uit in het vak staan. Wat heel belangrijk is om die feeling met de praktijk behouden. »
« Aan de hogeschool krijgen onze studenten een solide basis in het eerste jaar, » schetst Becuwe de bacheloropleiding. « Naast de theorie komen ze hier ook al op de vloer tussen de vliegtuigen en helikopters om van alles een toepassing te zien. Vanaf het tweede jaar gaan ze dan dieper in op vliegtuigsystemen en -structuren. Dan maken we ook gebruik van de handleidingen. Want dat is ook een belangrijk element van de opleiding: bij alles hoort papier of digitale informatie. Zo zijn de studenten het ook gewoon om later als technicus bepaalde handelingen uit te voeren op vliegtuigen of helikopters. Het finale punt binnen de opleiding is de bachelorproef met een stage bij Defensie of in de civiele sector, zowel nationaal als internationaal. Aan de hogeschool verwelkomen we jaarlijks 150 studenten. Het is een grote groep, maar het is een privilege om die gemotiveerde en gedreven jonge mensen aan te steken met luchtvaartpassie. »
Secundair onderwijs
Naast de VIVES hogeschool is ook de afdeling vliegtuigtechnieken van Petrus & Paulus West gevestigd in het VLOC. « Wij hebben drie leerjaren vliegtuigtechnieken, goed voor een dertigtal scholieren, » zegt praktijkleerkrecht Georges Hiltrop. « Naast het vijfde en zesde jaar is er ook nog een zevende specialisatiejaar. De derde graad krijgt nog algemene vakken op de campus Stuiversstraat, maar de zevende jaars kan je vooral hier vinden de praktijk. Montage, demontage, mechanica, elektriciteit, veiligheid of human factors. In totaal veertien modules die ze moeten doorlopen volgens de PART66 richtlijnen om die kwalificatie te ontvangen. Dan zijn er ook nog stages, dat kan hier bij lokale bedrijven of in Kortrijk, maar ook verder in Brussel of zelfs Woensdrecht (NL). »
Kwalitatieve opleiding
De school wist de afgelopen jaren een goede reputatie op te bouwen. Een kwalitatieve opleiding die in binnen- en buitenland aanzien wordt als een mooie referentie. De drie praktijkleerkachten hebben stuk voor stuk praktijkervaring in verschillende domeinen en proberen nu hun expertise door te geven aan hun leerlingen. Ook het aanbod van vliegtuigen en helikopters in samenwerking met Defensie zijn een meerwaarde. Langs de ene kant geven ze goed de diversiteit binnen de sector weer, maar daarnaast hebben ze ook een aantrekkingskracht voor nieuwe leerlingen. De leerlingenpopulatie in Oostende komt trouwens vanuit het ganse land.
« Wie hier in het secundair afstudeert, is klaar voor – én gegeerd op – de arbeidsmarkt »
Praktijkleerkracht Georges Hiltrop
« Wie hier in het secundair afstudeert, is klaar voor – én gegeerd op – de arbeidsmarkt, » gaat Hiltrop verder. « We werken samen met verschillende partners in de luchtvaartindustrie en proberen het leervak zo attractief mogelijk te maken. Alle jongens die hier vorig afstudeerden hebben allemaal ook al werk. Niet alleen de burgerbedrijven, ook Defensie heeft veel interesse om deze leerlingen binnen te halen, » besluit Hiltrop.
Voor de opleidingen beschikt het VLOC over heel wat materiaal: een resem motoren en vliegtuigen. « Maar het is hier geen museum, » onderstreept Becuwe. « Wat niet meer gebruikt wordt gaat er uit. Zo verdwijnt mogelijks een dezer jaren ook de vertrouwde Boeing 727 die als uithangbord voor de school dient. Gaan we die in kleinere stukken opdelen? Gaan er enkele delen naar een museum? Sowieso zal het ecologisch gerecycleerd worden. Ook het duurzaamheidsaspect binnen de luchtvaart is nog te weinig belicht. Graag dragen we ons steentje bij aan een milieuvriendelijke luchtvaart. »
Tekst en foto’s: Tom Brinckman