Grimbergen, 27 augustus 2021. In maart 2017 publiceerden we een artikel over de in de Verenigde Staten wonende Belgische tekenaar Jean-Luc Béghin. We schreven dat Jean-Luc toen werkte aan een cockpittekening van een Messerschmitt Bf 109 (www.hangarflying.eu/2017/03/cockpits-van-jean-luc-beghin/). We volgden het creatieve proces op de voet en stellen de tekening graag voor aan onze lezers.
Toen ik Jean-Luc in 2017 interviewde, verdiepte hij zich in het boek ‘Messerschmitt Bf 109 at War’ van de ondertussen overleden Belgische vlieginstructeur, luchtvaarthistoricus en auteur Armand Van Ishoven (†2008, Uitgever Ian Allan, 2002). Bij het tekenen van een cockpit gaat bij Jean-Luc trouwens de helft van de tijd naar research, naar het zoeken van foto’s en documenten over de specifieke cockpit, naar bezoeken van vliegtuigen in musea, praten met oud-piloten, enz.
Het idee om de Messerschmitt 109-cockpit op papier te zetten, startte al 35 jaar (!) geleden toen hij mocht plaats nemen in de stoel van een toen nog niet gerestaureerde Me 109 in het Planes of Fame Museum in Chino (California, VS, https://planesoffame.org/ ). Jean-Luc: “Het was mijn moeilijkste cockpitillustratie ooit omdat ik begon met een cockpit van 30% ontbrekende onderdelen en dus alles moest opzoeken. Nergens was een originele Me 109 beschikbaar en eens in de onberispelijk gerestaureerde Smithsonian 109 zitten mocht ik ook wel vergeten. Ik maak er altijd een punt van om in de cockpit plaats te nemen om het juiste perspectief op papier te kunnen krijgen.” Tenslotte is Jean-Luc dan maar gestart met zijn tekening. De cockpit van de Messerschmitt in Chino vervolledigde hij dankzij beschikbare afbeeldingen en foto’s. De ‘Chino 109’ is ondertussen overgebracht naar het andere Planes of Fame museum in Valle, Arizona
http://worldwar2headquarters.com/HTML/museums/Valle/me-109-planes-of-fame.html).
Jean-Luc vraagt zich af of mensen zullen geïnteresseerd zijn in de cockpittekening. Was het een goede beslissing om dat project af te werken en was het de inspanning waard? Jean-Luc: “Voor mij ongetwijfeld wel. Ik heb al zoveel cockpittekeningen gemaakt en kon moeilijk een vliegtuig negeren waarvan er ongeveer 36.000 geproduceerd zijn. Met de afbeelding wilde ik ook het gevoel overbrengen dat de zeer jonge Duitse piloten – dikwijls minderjarig – moeten gehad hebben toen ze geconfronteerd werden met de complexiteit van de cockpit van de performante jager. Midden 1944 en tijdens de eerste maanden van 1945 hadden die jongens maar een paar uur training achter de rug, meestal op oude tweedekkers en dat in een periode van brandstofschaarste.”
Jean-Luc koos de G-10 versie van Bf 109. Volgens auteurs Anthony Kay en J.R. Smith (German Aircraft of the Second World War, Putnam, 1972) was de G-10 de snelste versie van de ‘Gustav-versies’, met een topsnelheid van zo’n 690 km/h op 7.500 m hoogte. De jachtvliegtuigen waren aangedreven door een Daimler-Benz DB 605D motor van 1.475 hp. In een slanke vliegtuigromp zat dus een bijzonder krachtige motor, de cockpit was krap. De lay-out was vrij standaard. Links o.a. trimwiel en throttle, afwerpsysteem voor de cockpitkap, enz. Centraal een cockpitpaneel dat bij de G-versie uit één stuk bestond. Bij enkele vorige versies stonden de vlucht- en navigatie-instrumenten samen met de belangrijkste motorinstrumenten op het bovenste deel van het instrumentenbord, andere instrumenten stonden onderaan op een iets achteruit geschoven stuk van het paneel. Bovenaan op het paneel van deze G-10 zien we het reflector vizier met het beschermend stootkussen. Rechts onder meer de stroomonderbrekers en het zuurstofsysteem. Jean-Luc: “La Dernière Rafale, geschreven door veteraan Luftwaffe-piloot Peter Henn, was een van de luchtvaartboeken die ik las toen ik veel jonger was. Daarin zegt hij dat hij na een buiklanding van zijn Me 109 (de vijfde!) terug naar de cockpit ging om de ‘contactsleutel’ als souvenir te bewaren! Ik was benieuwd naar die sleutel en toen ik mijn afbeelding van de cockpit aan Luftwaffe-veteraan Jorg Czypionka liet zien, zei hij: “Maar je hebt hem al getekend! Het is hier!” en hij wees naar het sleutelachtige stukje metaal dat aan het eind van een kleine ketting hing, aan de linkerkant van de cockpit, onder de ‘5’! Daar was de intrigerende Me 109-contactsleutel! Het duurde slechts 30 jaar of meer om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen!”
Jean-Luc: “Mijn vrouw liet me beloven om geen cockpitillustratie meer te beginnen! Ik weet het niet… zal ik er nog eentje tekenen? Er zijn zoveel vliegtuigen en zelfs al had ik nog tweehonderd jaar om tekeningen te maken, ik zou nooit al die beroemde vliegtuigen kunnen illustreren zoals de Thunderbolt, de Lightning, de B-17, B-24, de T-6, T- 33, T-28 enz … enz … Om nog maar te zwijgen van alle ‘modernere’ zoals de Meteor en zoveel andere!”
De unieke, artisanale cockpittekening zal te koop aangeboden worden via www.etsy.com/be/search?q=beghin
Ook andere cockpittekeningen van Béghin zijn op deze site te koop.
Bf- en Me-afkortingen worden frequent door elkaar gebruikt. Algemeen wordt aangenomen om ‘Bf’ (Bayerische Flugzeugwerke AG) te gebruiken vóór 1938 en ‘Me’ (Messerschmitt AG) na dat jaar, maar afwijkingen van die regel zijn legio. In 1938 verwerft Willy Messerschmitt de controle over het bedrijf. Kijk naar dit filmpje voor meer info over de Bf/Me-naamgeving. www.youtube.com/watch?v=gy9ekBSp1VA
Frans Van Humbeek