Na het afscheid van de C-130 Hercules en de ingebruikname van de Falcon 7X is de transitie van de 15de Wing bijna compleet. In aanloop naar de opendeur werd nog het BELUX National A400M Training Center (BNTC) in de 15de Wing in Melsbroek officieel geopend. Het BNTC, met als pronkstuk de nieuwe vluchtsimulator, is een belangrijke mijlpaal voor de opleiding en training van luchttransportpiloten uit België en Luxemburg.
Nog een historisch feitje? De opendeur vond plaats exact twintig jaar na de ondertekening van het A400M-contract op 27 mei 2003 tussen Airbus Military en het Europese defensie-inkoopbureau OCCAR. Dat contract markeerde de start van het ontwikkelingsprogramma van de A400M.
Een terugblik op de succesvolle opendeur in vijftien beelden.
Een beeld dat het verleden en het heden combineerde. Van de DC-3 uit de begindagen van de 15de Wing tot een Nederlandse Luchtmacht C-130, de Luxemburgse A400M en een MMU A330 MRTT. Alle toestellen waren ook van binnen te bezichtigen, wat ook te merken was aan de lange wachtrijen aan de verschillende trappen.
Om en bij de 20.000 bezoekers zakten af naar Melsbroek. De poorten openden voor families van de actieve militairen die zo eens aan het thuisfront konden tonen wat de Wing allemaal in z’n mars heeft. Maar evengoed oudgedienden, spotters en geïnteresseerden in de luchtvaart kwamen langs. Ook heel wat jongeren deden er inspiratie op voor een toekomstige carrière.
De A400M-vloot, bestaande uit één Luxemburgs vliegtuig en zes Belgische vliegtuigen (het achtste en meteen ook laatste exemplaar wordt eind dit jaar geleverd), is een binationale samenwerking tussen België en Luxemburg. Officieel draagt de eenheid de naam ‘Belgium-Luxembourg Binational Air Transport Unit A400M’ (BNU A400M). Al is die onderverdeling louter te zien aan de vlag op het toestel. In de praktijk is er geen onderscheid tussen vliegtuigen en crews, er bestaan geen uitsluitend Belgische of Luxemburgse bemanningen. Ook de verdeling van de (onderhouds)kosten en het personeel verloopt pro-rata 1/8ste.
Sinds de levering van het eerste vliegtuig in oktober 2020 werd er volop getraind, maar worden de crews ook ingezet voor operationele zendingen. Zo was aan de vooravond van de opendeur het platform van Melsbroek nog volop in het nieuws toen een van de vliegtuigen werd ingezet om Olivier Vandecasteele terug naar België te brengen.
Een voorbeeld van de tactische mogelijkheden met een A400M werd gedemonstreerd door een zogenaamde NEO-operatie (Non-combattant Evacuation Operation) te simuleren voor het publiek. Een stormlanding rechtstreeks op de landingsbaan kon niet gerealiseerd worden omdat Brussel Nationaal ook operationeel moest blijven, maar het gaf de toeschouwers wel een realistisch beeld hoe een peloton van de special forces de zone rond een vliegtuig kan beveiligen. Naast de troepen te voet is er in de A400 ook plaats voor twee Fox Rapid Reaction Vehicles. Deze zijn speciaal voor de special forces gebouwd door de Britse constructeur Jankel. Sleutelwoorden zijn snel inzetbaar en een hoge autonomie. De voertuigen zijn trouwens ook geschikt om in een Chinook te transporteren.
Een eerste kennismaking voor het Belgische publiek met een Airbus A330 MRTT. België is een van de zes participerende NAVO-partners in de Multinational Multirole Tanker Transport Unit (MMU) en heeft zo een vloot van A330 MRTT tank- en transportvliegtuigen ter beschikking. De Belgische defensie investeerde al eerder in een toestel, wat neerkomt op 1.000 vlieguren op jaarbasis, met bijhorend personeel. Maar op donderdag 23 maart 2023 werd een protocolakkoord ondertekend voor de aankoop van een tweede ‘Belgisch’ toestel, goed voor een investering van 265 miljoen euro. Door deze deelname zal de vloot tegen 2027 uitgroeien tot tien vliegtuigen. Momenteel beschikt de Multinationale Eenheid over zeven van de negen al voorziene toestellen. De eenheid zal naar verwachting eind 2024 volledig operationeel zijn. Maar dat neemt niet weg dat ze al meermaals zijn ingezet bij vredes- en veiligheidsoperaties. Zo werden ze ingezet voor het vervoer van Afghaanse vluchtelingen naar Nederland tijdens operatie Red Kite. Sinds de Russische inval in Oekraïne hebben de toestellen ruim 1.500 vlieguren geregistreerd, wat neerkomt op 500 missies om NAVO-vliegtuigen bij te tanken ter bescherming van onze grenzen. In het najaar van 2023 zal de eenheid worden uitgezonden in het Midden-Oosten, waar het zal deelnemen aan de strijd tegen Daesh/ISIS.
Eigenlijk wordt een MRTT eerst gebouwd als een ‘normale’ A330-200 op de productielijn in Toulouse om dan in Spanje gestript te worden en omgebouwd naar een militair vliegtuig. Het lijkt een omweg, maar het is wel de snelste en goedkoopste oplossing om het gestroomlijnde productieproces van Airbus zo min mogelijk te verstoren. De meest vanzelfsprekende verbouwing is het toevoegen van de tankbuis of ‘boom’ van veertien meter lang onder de staart. Intern worden ook extra brandstofleidingen toegevoegd en wordt de romp verstevigd. De vleugelstructuur komt overeen met die van de viermotorige Airbus A340. Op de plaats van de buitenste motoren hangen nu echter de twee hose and drogue refueling pods.
Een vrij uniek vliegtuig in de statische tentoonstelling was deze Percival Proctor. Slecht een tiental vliegtuigen zijn bewaard gebleven en een handvol zijn nog vliegwaardig. In de begindagen van de 169ste Wing, die later werd omgedoopt tot 15de Wing, werd het ingezet als communicatievliegtuig en werden er waarnemers mee opgeleid. Hoewel een bescheiden snelheid en bereik was het toch betrouwbaar en wendbaar. Dit exemplaar kwam uit het Verenigd Koninkrijk. De piloot vond het een eer om de Proctor naar België te vliegen, al was het geen sinecure door de sterke tegenwind. Hij was ook verrast om te merken hoeveel mensen dit vliegtuig kenden.
Het meest in het oog springende van de transformatie van de 15de Wing is de imposante onderhoudsloods die in iets meer dan anderhalf jaar tijd is verrezen en in november 2021 opende. Met poorten als een voetbalveld en 13.621 m² groot in oppervlakte is het de grootste vliegtuigloods die defensie ooit heeft gebouwd. In de multifunctionele hangar kunnen gelijktijdig drie A400M toestellen gestald worden voor onderhoud, met efficiënt ruimtegebruik én gebruiksgemak voor de technici. Daarnaast heeft het gebouw ook twee verdiepingen met kantoren (1.200 m²), een logistieke zone (3.500 m²), verschillende opslag- en werkplaatsen (3.000 m²) en parkeerplaatsen rond en onder het gebouw. Ook op het vlak van energiezuinigheid is het gebouw volledig mee met zijn tijd.
Iets minder spectaculair dan de nieuwe onderhoudsloods is de thuisbasis van de Dienst Luchtsteun. Hier kon het publiek van dichtbij de MD902 G17 in onderhoud bekijken, of een kiekje maken in de cockpit van een Alouette II. In de rest van de loods kon je dan weer kennismaken met allerhande ondersteunende diensten van de federale politie.
Naast de militairen had ook het Directorate of Air Support (DAFA) een verjaardag te vieren De eenheid bestaat ondertussen 30 jaar. Al vliegt de politie (toen nog Rijkswacht) al sinds 1953 met helikopters, toen nog in samenwerking met het licht vliegwezen. In het kader van steun aan de natie blijft de natuurbrandbestrijding een taak die in het oog springt. Tijdens de opendeur demonstreerden ze op Brussels Airport hun mogelijkheden. De week daarna kwamen ze volop in het nieuws met een grote natuurbrand in de Hoge Venen. Naast het droppen van duizenden liter water op de brandhaarden, fungeerde een tweede helikopter als een extra paar ogen vanuit de lucht met de thermische camera’s.
Minder bekend bij het grote publiek is de inzet van de politiehelikopters om de operatoren van de Directie speciale eenheden (DSU) oftewel de groep DIANE ter plaatse te brengen bij gijzelingen, Fort Chabrol’s, gerechtelijke operaties zoals bijzondere arrestaties en versterkte huiszoekingen. De politie demonstreerde verschillende inzetmogelijkheden: Fast-roping op een boot met een nood evacuatie, rappel, winchen.
Niet enkel de DSU-operatoren worden snel met de heli ingezet, ook een hond met een aanvalsteam kan vanuit de helikopter ingezet worden om een verdachte te neutraliseren.
De Dienst luchtsteun levert jaarlijks ongeveer 2.400 vlieguren verdeeld over naar schatting 1.500 opdrachten. De oudste Explorers zijn trouwens al van in 1997 in dienst, terwijl de jongste van de vloot ondertussen vijftien jaar oud is. Door het toegewijde onderhoud vormt de leeftijd van een helikopter geen probleem, maar toch is het stilaan tijd om te kijken voor een vlootvernieuwing. Volgens berichten in de media zou de politie kunnen gebruik maken van de defensie-aankoopprocedure voor de lichte helikopters.
Ook een C119 Flying Boxcar mocht niet ontbreken in dit overzicht van de opendeurdag. CP-10 is het eerste echt grote project waarmee het Documentatiecentrum van de 15 Wing van start ging in 1995. Over de Flying Boxcar verscheen met de opendeurdag een 496 pagina’s tellend boek van auteur Serge Verbeeck, met meer dan 1.000 foto’s en profielen het ultieme naslagwerk van deze vliegende legende. Meer over het boek later in een boekbespreking.
Gedurende het weekend waren er verschillende vluchten met gelukkige winnaars van een luchtdoop. Zo konden mensen over het hele land ook nog eens meegenieten van de opendeurdagen en een van de twee laagvliegende A400 spotten. Hier draait CT06 weg voor een van de laatste rotaties van de zaterdag. De multinationale eenheid is opnieuw enkele vlieguren dichter bij de full operational capability.