Grimbergen, 30 juni 2023. De eerste helikopter die in België werd geregistreerd was de Hiller 360 OO-MAT. De echtgenote van eigenaar Léon Bekaert doopte het toestel op 10 juli 1950 in Ukkel. Het zou dienst doen als vliegende reclame voor Beka-matrassen en voor transporten tussen de verschillende vestigingen van het bedrijf. Even zou de Hiller ook het gezelschap krijgen van een luchtschip. Een leuk verhaal over matrassen en luchtvaart.
Bekaert en Beka
Midden negentiende eeuw bezat Leonardus Bekaert in Zwevegem een kleine winkel waar men ijzerwaren en kerkbenodigdheden kon kopen. Na zijn overlijden in 1868 zette zijn vrouw samen met de kinderen de handel verder. Na het overlijden van de moeder nam de oudste zoon Leon Leander Bekaert (°1855, †1936) het voortouw. Leon Leander stapte in 1880 over van handel naar productie. Hij besloot om prikkeldraad te vervaardigen in Zwevegem en vele inwoners gingen hun brood verdienen in het bedrijf. Onder de leiding van zijn zoon Léon Bekaert (°1891, †1961) groeide het metaalverwerkend bedrijf uit tot een wereldspeler op vlak van staaldraad. Op 19 april 1924 werd de persoonlijke firma omgevormd tot de naamloze vennootschap Tréfileries Léon Bekaert, later ‘Bekaert’. Het bedrijf is nu een multinationale Belgische onderneming die niet alleen staaldraad vervaardigd maar ook tal van innoverende producten (www.bekaert.com/en/).
Bekaert was voortdurend op zoek naar vernieuwing. In de periode 1935-1936 werd de matras uit staaldraad ontwikkeld. Dat Beka-product kreeg een eigen legendarisch logo: drie slapende katjes. Beka werd in 1998 zelfs hofleverancier. In de 21ste eeuw kwam Beka in handen van de Recitel Group. In 2021 kocht de Portugese familie Aquino (de Aquinos Group) het matrassenbedrijf.
Begin jaren vijftig kon Beka best wat originele publiciteit gebruiken. Vermits Léon Bekaert een man was met een enorme interesse voor technologische vernieuwing, waren de mogelijkheden van helikopters hem niet ontgaan.
Aankoop
De Hiller 360, ook bekend als de UH-12, was de allereerste helikopter die in serie werd geproduceerd door het Amerikaanse bedrijf United Helicopter Inc. uit Palo Alto (Californië). In 1942 was dit bedrijf als Hiller Helicopters opgericht door de helikopterpionier Stanley Hiller (°1924, †2006). In 1966 zou het bedrijf samensmelten met Fairchild. Op zijn vijftien jaar ontwierp Stanley zijn eerste helikopter. De eerste modellen van de Hiller 360 waren beschikbaar in mei 1949. De toestellen konden voorzien worden van een externe draagberrie, vlotters voor operaties op water, een sproei-installatie voor de landbouw, … Een mooi promotiefilmpje kan je vinden op https://www.youtube.com/watch?v=ixhCB0dVggo.
De directe concurrent was de Bell 47 waar Sabena voor tekende. De eerste Bell 47 van Sabena kreeg de OO-UBA registratie op 17 augustus 1950, dus een week na de Hiller van Beka. In België kenden we ook de OO-APR (c/n 106 met publiciteit van de Compagnie des Propriétaires Réunis) en de OO-PUF (c/n 669), respectievelijk ingeschreven in 1952 en 1978). De Hiller UH-12 B/C N1023G, bouwjaar 1953, staat momenteel te koop in Sint-Truiden.
In juni 1950 bracht het schip ‘Washington’ van United States Lines, de Hiller van Bekaert in vier houten kratten van New York naar Le Havre. De tussenpersoon in Frankrijk was Helicop Air met finale bestemmeling Heraldis SA in België.
Op 8 juli 1950 inspecteerde het Belgische Bestuur der Luchtvaart de Hiller in vlucht. Er volgden later nog inspecties op het vliegveld van Grimbergen op 7 januari en 13 februari 1951. Tijdens een inspectie op 13 augustus 1951 op het vliegveld van Het Zoute, kreeg het toestel een hernieuwing van het luchtwaardigheidsbewijs tot 12 februari 1952.
De Hiller werd op 20 juli 1950 door Heraldis (Koningstraat 23 in Brussel) officieel verkocht aan Tréfileries Léon Bekaert, op een adres in Ruisbroek. De factuur is niet meer dan enkele handgeschreven lijnen op papier zonder gedrukte hoofding. Léon betaalt voor zijn Hiller 360 ‘Executive’, mét accessoires, 1.320.000 BEF inclusief 10% BTW.
Eigenaardig genoeg is de helikopter al tien dagen eerder in Ukkel ingehuldigd. Op maandag 10 juli 1950 rond 17 uur was het toestel er geland. Het was opgestegen op het vliegveld van Grimbergen met als passagier de Ukkelse burgemeester Herinckx.
Op het hockeyplein van Royal Uccle Sport zegende Boone, aalmoezenier van de luchtvaart, de Hiller met heilig water. De echtgenote van Léon Bekaert deed het nog eens kwistig na met champagne. Heel wat enthousiastelingen waren voor dat evenement opgedaagd, onder meer Albert van Cotthem, de deken van de Belgische luchtvaart. Léon Bekaert wou de helikopter vooral laten vliegen tussen de verschillende vestigingen van zijn bedrijf. In 1950 en 1951 zou hij het in België ook inzetten voor een opvallende reclamecampagne voor de Beka-matrassen.
Op 5 augustus 1950 deed Léon Bekaert de aanvraag om zijn toestel te laten registreren op het Belgisch register. Op de documenten staat als thuishaven Drogenbos, de plaats waar zich de productie-eenheid van Beka bevond. De officiële inschrijving volgde op 10 augustus. De Hiller 360 UH-12A (c/n 148) kreeg luchtwaardigheidsbewijs 849. Voor de aandrijving zorgde de Franklin 6V4-motor van 178 pk. Zowel links als rechts van de piloot kon een passagier plaatsnemen.
Voorzorgslanding
Het is duidelijk dat de Hiller al met de registratie OO-MAT vloog, nog voor hij het definitief Belgisch luchtwaardigheidscertificaat had ontvangen. Op 7 augustus 1950 maakte de Franse piloot Onde met de OO-MAT een voorzorgslanding langs de provinciale baan te Westrem. Hij was met het toestel om 17.28 uur vertrokken van Gent Sint-Denijs-Westrem naar Grimbergen en ondervond problemen wegens een breuk in het driehoekige motorframe.
Luchthavencommandant Fieremans van Grimbergen kreeg van het Bestuur der Luchtvaart de opdracht om aan de piloot te melden dat het toestel absoluut niet mocht opstijgen. Maar blijkbaar was die boodschap van hogerhand niet tot in Westrem geraakt.
Enkele vlijtige rijkswachters uit Oordegem gingen ter plaatse en zorgden voor een grondig verslag van de gebeurtenissen. Enkele passages uit hun pv zijn echt wel leuk om te lezen: “Wij begeven ons per rijwiel naar de gemeente Westrem en treffen er de genaamde Cosyns Julien, landbouwer, … die ons verklaart in de Vlaamse taal om 18.55 uur: “Er is hier inderdaad een vliegtuig geland, dit op ons klaverveld doch het is reeds terug vertrokken. Volgens de gezegden van de inzittenden hebben zij zich naar de garage De Corte te Massemen begeven. Het vliegtuig heeft bij de landing geen schade aangericht aan onze vruchten. Wel werd er wat klaver plat gelopen door de personen die het vliegtuig kwamen bezichtigen. Het veld waarop het vliegtuig geland is behoort toe aan mijn moeder.”
Onze plichtsbewuste rijkswachters trokken dan naar de garage De Corte waar zij inderdaad de helikopter aantroffen. Garagist Daniel de Corte verklaarde dat de inzittenden al rustig met de auto vertrokken waren en een dag later zouden ze terugkomen voor de nodige herstellingen. Eerst hadden ze contact opgenomen met het vliegveld van Sint-Denijs-Westrem. De helikopter stond dus ‘in de garage’. Volgens een mecanicien die een dag later toekwam, een werknemer van Léon Bekaert, was de Hiller opgestegen in Meenen voor een vlucht naar Sint-Denijs-Westrem, daarna moest er doorgevlogen worden naar Grimbergen. De Fransman Onde was vergezeld van piloot Penninckx die in opleiding was. Na wat kloppen en vijzen in garage De Corte, kon de Hiller opnieuw het luchtruim kiezen.
Reclame met de Hiller
Op 15 augustus 1950, ter gelegenheid van de plechtige Zeewijding, kwam de Beka-helikopter aan op het Maes en Boereboomplein in Knokke-Heist. Het publiek kreeg de kans om gratis mee te vliegen.
Commentator Victor Claeys ontving tijdens de Wereldkampioenschappen wielrennen in augustus 1950 in zijn commentaarpost op de grond rechtstreeks berichten van de helikopter die de koers vanuit de lucht volgde. Aan boord van de Hiller was een zender-ontvanger VHF Lear LT5A van 1,25 watt gemonteerd. ‘Een staaltje van technische vaardigheid van de Barco-medewerkers,’ noemde de journalist van het Brugsch Handelsblad deze prestatie. Voor de geïnteresseerden, Briek Schotte was de winnaar van de koers.
In oktober 1950 zette de Beka de goede Sint af op ’t Zand in Brugge. De Brabançonne weerklonk en directeurs van de warenhuizen Innovation en Bon Marché stonden erbij te glunderen, al denkende aan de stijgende verkoopcijfers van hun speelgoed.
Op zaterdagnamiddag 30 juni 1951 had de Beka-heli op ‘t Zand in Brugge moeten landen. Iets voor de landing boden zich twee illustere figuren aan bij de Beka-bedienden in de wagen die het radiocontact onderhielden met de helikopter. Ze stelden zich voor als vertegenwoordigers van de politie en grepen de microfoon. Het duo vroeg de piloot om direct terug te keren naar Het Zoute en die volgde de instructie ogenblikkelijk op. De piloot meende dat het dwingend bevel iets te maken had met het bezoek van Prins Boudewijn die dag aan Brugge. Achteraf bleek dat de commissaris en de gerechtelijke politie van niks wisten. Had een concurrent van Beka misschien een grap uitgehaald?
Op 9 september 1951 bracht de helikopter de bal naar het voetbalstadium van Sint-Niklaas voor de match tegen Club Brugge.
Verkoop
Overal in België konden organisatoren dus beroep doen op de Beka-Hiller, maar daar kwam toch vrij snel een eind aan. Op 22 oktober 1951 om 10.20 uur vertrok het met de Britse piloot Lord in Grimbergen richting Lille en daarna het Kanaal over om te landen in Lympne. Een dag later schrapte het Bestuur der Luchtvaart de Hiller uit het Belgisch register. Het kreeg de Britse registratie G-AMMY en ging vliegen voor Fison-Airwork Ltd in Bourn, Cambridgeshire. Het stortte tijdens landbouwwerkzaamheden neer op 20 november 1956 bij Grantchester, een drietal kilometer ten zuiden van Cambridge. De piloot kwam om. Volgens een artikel in Flight magazine van 30 november 1956 kon het ongeval toegeschreven worden aan een defecte aandrijfas.
Zodiac
De Hiller OO-MAT was niet de enige die reclame zou maken voor Beka. Het luchtschip Zodiac MBZ-31 F-BAIZ vloog in 1950 een tweetal weken met Beka-publiciteit over de voornaamste steden van België en over de kust. Kranten melden dat het op donderdag 15 juni van dat jaar te zien was op het vliegveld van Keerbergen. Het kwam van Frankrijk en maakte eerst een landing in Grimbergen. In Keerbergen organiseerde men voor de komst van de Zodiac een leuke receptie. Ook Albert Van Cotthem was er weer bij, niet verwonderlijk aangezien het toestel ook vloog in het kader van de Veertiendaagse van de Luchtvaart, twee drukke weken waarin de luchtvaart gepromoot werd. In de periode 10-25 juni 1950 vond in het Heizelpaleis tevens het Internationaal Luchtvaartsalon van Brussel plaats.
De ballonfabriek van August Riedinger in Augsburg (Duitsland) deed in oktober 1918 de eerste proefvluchten met een bestuurbare ballon voorzien van een gondel met daarin een motor. Het ontwerp kwam te laat om nog enig nut te hebben tijdens WOI. De Zwitsers pikten tien jaar later het idee van Riedinger en ze gebruikten drie ballons die sterk op deze van Riedinger geleken. Begin jaren dertig waren het de Fransen die het ontwerp weer uit de kast haalden. De firma Zodiac in Saint-Cyr gebruikt Caquot type ballonnen (https://fr.wikipedia.org/wiki/Caquot) om daaronder een gemotoriseerde gondel te hangen. Ze bouwen de MBZ-1, MBZ-2 en de MBZ-3 ‘Maréchal Lyautey’. De ballon van de MBZ-3 was zo’n dertig meter lang. De gondel met korte vleugels die met een tiental kabels onder de ballon hing, was gebouwd uit hout. De twee bemanningsleden zaten in tandem onder een doorzichtige kap. Vooraan in de gondel zat een Salmson-motor van 60 pk. Het luchtschip was vrij goed bestuurbaar. Bij windstilte had het een bereik van 350 km, haalde een snelheid van 70 km/h en kon vijf uur in de lucht blijven. Vooraan aan de gondel zat een neuswiel, het achterste deel rustte op een wiel dat bij de start werd achtergelaten.
Uit de reactie van het publiek bleek dat zowel de reclame met de Hiller als met de Zodiac een gigantisch succes was.
Dank aan Gilbert Allemeesch, Nadia Stubbe, Luc Wittemans, Jean-Pierre Lauwers, Peter Matthys
en het Algemeen Rijksarchief