Sint-Truiden, 2 april 2025. We kennen Ludo Vrancken al lang als een fervent zweefvlieger en als ‘de man op de tractor’ die tijdens de Old Timer Fly In van Diest Aero Club de rondritten tussen de vliegtuigen van commentaar voorziet. Maar Ludo is ook auteur van ‘De Geschiedenis van de Belgische Militaire Vliegerij, 1910-1918’ (1999) en ‘De weg naar Schaffen ziet men in de lucht’ (2016), geschiedenis van Schaffen, en hij schreef ook het hoofdstuk over Diest Aero Club in ‘Zweefvliegen in Vlaanderen’. En nu verscheen van zijn hand ‘De Aéronautique Militaire en de geschiedenis van de Belgische luchtverdediging tussen 1919 en 1940’.

In zijn inleiding stelt de auteur de vraag waarom er niet meer diepgaande lectuur over het onderwerp bestaat. Victor Houart, toch een auteur met enige faam, vond de periode oninteressant. Ook later begonnen sommige auteurs hun geschiedenis van de Luchtmacht met een prelude in de RAF. Als de periode voor de Tweede Wereldoorlog al aandacht kreeg, werd ze op enkele bladzijden afgelapt. Ludo Vrancken nam de moeite om de militaire luchtvaart in het interbellum van alle kanten te bekijken en kwam voor het eerst met een uitgebreide en coherente geschiedenis.
De auteur begon lang geleden aan zijn speurtocht om de geschiedenis van de Belgische militaire luchtvaart in het interbellum in kaart te brengen. Hij nam zijn tijd om alle mogelijk archieven te raadplegen en het materiaal samen te brengen. Het was dan ook een werk van lange adem en we kunnen ons niet voorstellen hoeveel uren en dagen hij in stoffige archieven doorgebracht heeft alvorens het schrijven van dit boek aan te vatten.
Hij onderscheidt vier grote periodes tussen de twee wereldoorlogen: van november 1918 tot 1926, 1926 tot 1936, 1936 tot 1939 en van 26 augustus 1939 tot 9 mei 1940. Deze vallen ongeveer samen met de belangrijke koerswijzigingen in de buitenlandse politiek van België. Voor elk van die periodes onderzoekt hij de evolutie van de Militaire Luchtvaart op het vlak van organisatie, infrastructuur, materiaal en personeel en de politieke beslissingen die daarbij aan de basis liggen. In de eerste periode komt ook SNETA aan bod aangezien de militaire en ontluikende burgerluchtvaart in het begin door elkaar liepen: de piloten waren (ex) militair en de vliegtuigen kwamen voor een deel uit militaire stocks. De administratie die de burgerluchtvaart regelde maakte trouwens aanvankelijk deel uit van het Ministerie van Oorlog. Verwacht echter geen gedetailleerde lijsten van de gebruikte vliegtuigen, de piloten of de ongevallen: deze komen soms aan bod doorheen tekst wanneer dit past in het breder plaatje maar voor een systematisch overzicht was er tijd nog plaats.
Het is een kanjer van een boek geworden, letterlijk en figuurlijk: 416 bladzijden op formaat 24 bij 31 cm, ongeveer 300 illustraties en 60 bladzijden eindnoten, dat alles in een harde kaft. In zijn inleiding schrijft de auteur dat er ‘absoluut niet zuinig omgesprongen (is) met voetnoten’ maar het geeft de lezer de kans om het document waarop hij zich baseert ‘terug te vinden, te consulteren en zelf te beoordelen’. Laat u dus vooral niet afschrikken door de 60 pagina’s eindnoten: het boek is zeer leesbaar zonder constant terug te moeten grijpen naar de eindnoten.

Zoals we in een vorige boekbespreking in deze rubriek al vermelden: publicaties over de militaire luchtvaart in het interbellum zijn schaars: we kennen er zelf slechts een handvol. Maar dit is toch een heel ander boek dat een belangrijke lacune opvult in de Belgische luchtvaartgeschiedenis. Het is beslist een ‘must have’ voor iedereen met interesse in dit onderwerp. Zonder verzendingskosten kost het boek 45 euro, met verzendingskosten 55 euro. Bestellingen kunnen geplaatst worden door het bedrag over te schrijven op de rekening BE78 0001 1787 3386 van Ludo Vrancken (e-mail ludovrancken@hotmail.com). Als u het boek per post wil ontvangen vergeet dan niet uw adres in de mededeling te vermelden. U kan uw exemplaar afhalen op de 23ste Antwerp Aviation Fair op zaterdag 26 april 2025 tussen 10u en 15u in Antwerp Airport-Main building. De betaling moet dan wel 24 april op de rekening staan. Toegang tot de beurs is gratis, voor parking moet u betalen.