Weinig bezoekers van het museum voor moderne kunst “Smak” weten dat onder de wandelpaden van het nabijgelegen Citadelpark een heuse commandobunker bunker zit.
Volgens Georges Antheunis (Stadsarcheologie Stad Gent) werd de bunker gebouwd in 1938-39, in de voornaamste provinciehoofdsteden moesten toen onderaardse provinciale commandoposten worden opgericht door het Algemeen Commissariaat van de Passieve Luchtbescherming. Vanuit de commandopost kon de overheid bij bvb. bombardementen de bevolking alarmeren door middel van een sirenenet, hulp organiseren en opdrachten geven aan interventie-eenheden. In 1940 werd hij bezet door de lO.Komp.Luftnachrichten von Belgien und Nord-Frankreich. In de daaropvolgende jaren werd deze dienst vervangen door door het Fluko lO/B.N Gent ( Flugmeldekompagnie voor het waarnemen van vijandelijke vliegtuigen). De versterking was ook een schuilplaats voor geallieerde bombardementen. Vanaf 1947 werd hij gebruikt door de Passieve Luchtbescherming en als commandopost voor het detecteren van radioactiviteit. In het begin van de jaren negentig kwam hij leeg te staan.
De bunker is vanaf 1993 eigendom van de stad Gent en niet publiek toegankelijk.De dienst Patrimonium van Gent gaf ons een uitzonderlijke toelating, ik werd rondgeleid door Jan Blomme. De man werkt voor de Gentse groendienst, die gebruiken een deel van de bunker voor hun materiaal. Jan is zeer goed geïnformeerd over de geschiedenis van dit bouwwerk, hij is terecht trots op dit stuk Gents erfgoed.
Nog voor de eerste grote stalen toegangsdeur bevindt zich de ruimte met een stroomaggregaat en een verdeelkast. De bunker is nog zeer goed onderhouden, vrijwel overal is elektriciteit en verwarming. Vergader- en communicatieruimtes zitten ongeveer 1,5 meter onder het straatniveau, dat is vrij diep gezien de ingang op de top van de heuvel in het park is gelegen. Tijdens oefeningen kon 30 man hier een maand worden afgezonderd. Jan toont ons het systeem dat voor de verse lucht moest zorgen, een motor haalt zuurstof uit een buis die zes meter diep in de grond zit. Op verschillende plaatsen merken we afgesloten nooduitgangen. In de ontspanningruimte is nog duidelijk te zien dat dit deel een onderdeel was van oude kazematten. Na de ondergrondse wandeling zien we in het Citadelpark de plaatsen waar de nooduitgangen uitmonden en waar de kokers voor de verluchting van de ondergrondse schuilplaats zitten.
Met Jan Blomme bezochten we in het Citadelpark nog kazematten die nu als opslagplaats gebruikt worden door de Groendienst. Merkwaardig zijn ook kazematten die met mortel werden omgetoverd tot grotten, inclusief druipstenen.