Gedurende de oorlog werd zwaar gevochten in de omgeving van het gehucht Hoge. Onder de vijandelijke posities werden mijnen tot ontploffing gebracht. De grootste explosie was deze die de ‘Hooge-krater’ veroorzaakte op 19 juli 1915, een ontploffing door de Britten teweeggebracht onder de Duitse stellingen. De cirkelvormige diepte rondom de Stone of Remembrance op Hooge Crater Cemetery verwijst naar de ‘Hooge krater’ en naar andere mijnkraters die in de omgeving werden geslagen.
Met de aanleg van Hooge Crater Cemetery werd in oktober 1917 gestart, toen Hoge bij het begin van de Derde Slag bij Ieper in geallieerde handen was gevallen. De begraafplaats bevatte 76 graven toen het tijdens het Duitse Lente-offensief van april 1918 opnieuw in Duitse handen viel. Na de wapenstilstand werd de begraafplaats uitgebreid met ongeveer 5.800 graven uit tien begraafplaatsen uit de regio. In totaal zouden er 5.922 militairen uit Australië, Canada, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk begraven of herdacht worden, waarvan er 3.578 niet geïdentificeerd konden worden. Op deze begraafplaats zijn er verschillende collectieve graven te vinden.
Piloot Lt John Yates Taylor, 4 Sqn RFC, sneuvelde op 6 juli 1917 toen zijn RE8 met serial A4313 werd aangevallen door vijf Duitse toestellen en brandend neerstortte in de buurt van Zillebeke. Zijn waarnemer Lt George Mutch sneuvelde eveneens en rust op Railway Dugouts Burial Ground (Transportation Farm). De overwinning werd opgeëist door Ltn Kurt Wolff van Ja11, het was zijn 32ste overwinning.
Piloot Lt Leslie Glendover Humphries, 4 Sqn RFC, sneuvelde tijdens een fotoverkenning op 16 september 1917 in zijn RE8 met serial A4728 in de buurt van Glengorse Wood (ten oosten van de Bellewaerde-vijver). Waarschijnlijk kon Humphries nog een noodlanding maken waardoor zijn waarnemer 2Lt F.L. Steben enkel gewond raakte.
Capt John Waldron Mathews, sneuvelde samen met zijn waarnemer 2Lt Wilbur Arnold John in hun DH9 met serial D2855 van 206 Sqn RAF op 1 augustus 1918. De overwinning werd opgeëist door de Duitse aas Ludwig Beckmann van Ja56, het zou zijn zesde overwinning zijn.
2Lt Francis Jack Chown, 1 Sqn RFC, sneuvelde aan boord van Nieuport 27 met serial B6755 op 20 september 1917. Zijn toestel werd door Lt Runge van Ja18 neergehaald in Zillebeke.
Lt Edward Barry Maule, 20 Sqn RFC, werd tijdens een fotoverkenningsvlucht met de FE2d (serial A38) door ObLt Von Esebeck van Ja8 in de buurt van Geluveld neergeschoten. De piloot, 2Lt Michael Edmund Woods, kon zijn toestel nog aan de grond zetten en werd gevangen genomen. Waarnemer Lt Maule werd getroffen in het hoofd en de buik en werd dood in het wrak aangetroffen.
De Sopwith 1 ½ Strutter met serial A1078, 45 Sqn RFC, werd op 23 januari 1917 tijdens een escorte van een fotoverkenningsvlucht in de buurt van Dadizeele neergehaald door Lt Konrad von Bülow van Jasta 18. De piloot 2Lt James Vernon Lyle en zijn waarnemer Acting Bombardier A. Harrison kwamen hierbij om het leven. 2nd Lt Lyle rust op het New British Cemetery te Harelbeke, zijn waarnemer Harrison rust op deze Hooge Crater Cemetery. Sommige bronnen beweren dat Garrison aanvankelijk gevangen genomen werd.
Op deze begraafplaats rust ook één niet geïdentificeerde militair van het Royal Flying Corps.
Bron: Inventaris Onroerend Erfgoed, CWGC, Steven Volckaerts.