Op de stedelijke begraafplaats van Blankenberge zijn 80 Commonwealth militairen begraven waarvan 14 niet geïdentificeerde. Acht van de geïdentificeerde graven dateren van de Eerste Wereldoorlog en 68 uit de Tweede Wereldoorlog waarvan respectievelijk 4 en 46 van Royal Air Force militairen. Een groot aantal van de gesneuvelden die hier begraven zijn, kwamen om het leven op zee waarna hun lichaam enkele dagen of weken later aanspoelde bij Blankenberge.
Royal Air Force gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog.
Lieutenant Cyril BRIGGS, overleden op 27 juni 1918, 218 Squadron (graf B.1). Op het graf staat vermeld “Believed to be”.
Lieutenant Briggs en zijn waarnemer Lieutenant William Henry Warner waren deel van een formatie van vier DH.9s van 218 Squadron op weg voor een bombardementsopdracht naar Zeebrugge toen ze aangevallen werden door jagers van de Duitse Marine Feldjasta II. Briggs dook met zijn DH.9 serial D5687 naar een Fokker D.VII maar daarbij werden de vleugels overbelast en die plooiden dicht. De DH.9 stortte in zee voor de kust van Blankenberge. Lieutenant Briggs is begraven in Blankenberge maar het lichaam van zijn observer spoelde aan bij Hamburg en is nu begraven of het CWGC-perk van het grote park-kerkhof van Hamburg-Ohlsdorf.
Lieutenant William Benson Craig DFC, overleden op 26 september 1918, 204 Squadron (graf B.3).
Lieutenant George Edwy Caldwell Howard, overleden op 26 september 1918, 204 Squadron (graf B.4).
Lieutenant Craig, aan boord van Sopwith Camel D3374, werd neergeschoten tijdens een luchtgevecht tussen Nieuwmunster en Blankenberge. Zijn vermoedelijke overwinnaar was Oberflugmaat Christian Kairies van Marine Feldjagdstaffel V die die dag zijn zevende en laatste overwinning claimde. Tijdens hetzelfde luchtgevecht werd ook Lieutenant Howard, met Camel C75, neergeschoten, mogelijk door Flugmaat Karl Engelfried van MFJ V.
Second Lieutenant Leslie Seymour Ross Jones, overleden op 7 oktober 1918, 65 Squadron (graf B.2, op de grafsteen is de datum blijkbaar vermeld als 6 oktober 1918).
2Lt Jones werd voor het laatst gezien boven Ieper rond 11u30 aan de stick van Sopwith Camel H7001. Mogelijk was hij het slachtoffer van Marine Feldjasta II’s Vizeflugmeister Scharon die een Camel claimde ten zuiden van Blankenberge op 7 oktober.
Royal Air Force gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog.
Op 9 juni 1941 voerde de Royal Air Force blijkbaar een experiment uit: zes Blenheims, drie elk van 18 en 107 Squadron, werden naar de Scheldemonding gestuurd op zoek naar Duitse schepen maar ook vier Wellingtons en 2 Stirlings werden uitgezonden voor een gewapende verkenning van de Noordzeekust. De zware bommenwerpers waren op klaarlichte dag een gemakkelijke prooi voor de jagers van 6./JG 26 van Maldegem. Ten noordoosten van Calais werden ze onderschept en ter hoogte van Zeebrugge viel het eerste slachtoffer, Wellington Ia R1758 van 9 Squadron. Even verder werd ook Wellington Ic T2640, eveneens van 9 Squadron, neergeschoten nabij Wielingen in de Scheldemonding door een schip van het Hafenschutzflottille Vlissingen.
Bij de bemanning van Wellington R1758 viel een dode en een vermiste. Wing Commander Roy George Claringbould ARNOLD MiD bleef achter de stuurknuppel en kwam om het leven bij de crash. Zijn lichaam spoelde aan bij Blankenberge en hij is nu begraven op het stedelijk kerkhof (rij A, graf 18). Warrant Officer Reginald Harry BARRATT is nog steeds vermist en wordt herdacht op het Runnymede Memorial in Englefield Green, Surrey.
De rest van de bemanning kon het vliegtuig met hun valscherm verlaten en werd krijgsgevangen genomen: Sgt James Murray Pinkham, F/O Dominic Bruce, Sgt Harold Arthur Wink en F/O Thomas Albert BAX.
Op vrijdag 10 juni 2005 was er een herdenking van Wing Commander Arnold op het kerkhof van Blankenberge waarbij enkele familieleden aanwezig waren.
Sergeant NORMAN BARON DFM was de piloot van Blenheim IV Z7499 van 139 Squadron. Op 20 juli 1941 voerden enkele Blenheims van 139 Squadron een aanval uit op een tanker voor de kust van Le Touquet, Frankrijk. Blenheim Z7499 werd neergeschoten door flak en stortte in zee. Zijn lichaam spoelde aan te Blankenberge op 6 augustus 1941 en hij is er ook begraven op het stedelijk kerkhof (rij A, graf 7).
De twee andere bemanningsleden, Sergeant Kenneth William HOPKINSON, observer, en Sergeant Robert Walter ULLMER DFM, radio-operator/boordschutter, rusten op Boulogne Eastern Cemetery.
Sergeant Tadeusz Lang (rij A, graf 21) maakte deel uit van de bemanning van Wellington II serial W5579 SM-L van 305 Squadron. Het toestel raakte vermist bij een opdracht naar Duinkerken, Noord-Frankrijk in de nacht van 16 op 17 oktober 1941. Waarschijnlijk spoelde het lichaam van Sgt Lang ergens op de Belgische kust aan. De rest van de bemanning is nog steeds vermist: Sergeant Stefan Hildebrandt, Flying Officer Marian Boleslaw Kosowski, Flying Officer Antoni Bryk, Sergeant Jan Hejnowski, Flying Officer Jan Lucki.
Sergeant John Frederick CRAWFORD, overleden op 12 mei 1942, 132 Squadron (rij A, graf 6).
Zoals we hoger aangehaald hebben, zijn heel wat van de graven in Blankenberge militairen waarvan het lichaam aanspoelde op de Belgische kust. Dat de stromingen in de Noordzee soms bizarre kronkels maken, kunnen we afleiden uit het feit dat Sgt Crawford vermist raakte in het noordelijke deel van de Noordzee rond de Orkney-eilanden. Op 12 mei 1942 werd een sectie Spitfires van 132 Squadron gescrambled van Skaebrea. In de wolken verloren ze mekaar uit het oog en bij de terugkeer werd vastgesteld dat Sgt Crawford (Spitfire Vb serial BL711) vermist was. Zoekacties leverden niets op. Zijn lichaam spoelde aan te Blankenberge waar hij begraven werd.
Flying Officer Lewis Charles LONG, overleden op 12 juni 1943, 431 RCAF Squadron (rij A, graf 13).
Op 12 juni 1943 ging Wellington X HE184 SE-A van 431 RCAF Squadron verloren bij een bombardementsopdracht naar Dusseldorf. Het vliegtuig viel in zee en weeral spoelde er een lichaam aan op het strand van Blankenberge: bommenrichter F/O Lewis Long. Een ander bemanningslid, boordschutter Sgt Bernard Hamilton Stephenson, werd gevonden te Oostende en is daar begraven terwijl de piloot P/O William Dunsmore Eaglesham te Vlissingen in Nederland begraven is. De twee resterende bemanningsleden, navigator Sgt Henry Tudor McAusland en radio-operator/boordschutter Sgt Joseph Howard Burrow RAFVR zijn nog steeds vermist en worden herdacht op het Runnymede Memorial.
Staff Serjeant JAMES BERNARD CECIL ELLIN, overleden op 18 september 1944, The Glider Pilot Regiment, A.A.C., 1st Wing, (rij A, graf 12).
Arie-Jan van Hees beschreef in zijn boek ‘Tugs and Gliders to Arnhem’ (eigen publikatie uit 2000, heruitgegeven in 2008) hoe Staff Serjeant Ellin op ongelukkige wijze aan zijn einde kwam.
Staff Serjeant Ellin was pilot van een Horsa-zweefvliegtuig op de tweede dag van Operatie Market-Garden. Getrokken door een Stirling en geladen met een jeep, twee trailers, twee zware motoren en vijf soldaten van 1st Parachute Brigade waren ze op weg naar Arnhem. Door motorproblemen van het sleepvliegtuig moesten ze de missie afbreken. Ze probeerden het opnieuw op 19 september 1944 maar boven de Belgische kust kwamen ze in een dichte mist terecht. De twee piloten van de Horsa konden de sleeper niet meer zien en haakten daarom af. Een van de metalen onderdelen aan het eind van de sleepkabel aan de kant van het zweefvliegtuig vloog door de cockpit en raakte Staff Serjeant Ellin aan het hoofd. De Horsa maakte een landing op zee en iedereen, behalve Serjeant Ellin, kon in de dinghy klimmen. Het is niet duidelijk of hij aan zijn verwondingen overleed dan wel verdronk. Op 2 oktober spoelde zijn lichaam aan bij Zeebrugge. Hij werd begraven op het stedelijk Kerkhof van Blankenberge.
Opvallend is het groot aantal RAF-manschappen met overlijdensdatum 7 november 1944, het resultaat van het zinken van HM LST 420, met Royal Air Force personeel aan boord, buiten de haven van Oostende. Het tanklandingsvaartuig maakte deel uit van een konvooi van vijf LST’s en was in zwaar weer op weg naar Oostende. Door het slechte weer mochten de schepen de haven niet invaren en keerde het konvooi terug naar Groot-Brittannië om in de Thamesmonding te schuilen en de volgende dag een nieuwe poging te ondernemen om Oostende binnen te varen. Nog in het zicht van Oostende liep LST 420 op een zware Duitse mijn. Het slechte weer bemoeilijkte de reddingsoperaties. Van de 54 bemanningsleden van de LST zijn er vier begraven in België en een in England; de rest zijn vermist. Aan boord waren 263 of 269 personeelsleden van No. 1 Base Signals and Radar Unit waarvan er minstens 237 om het leven kwamen. Ze zijn begraven in Oostende en Blankenberge maar ook meer noordelijk tot in Kiel, Duitsland. In totaal kwamen minstens 292, mogelijk 320, militairen om het leven.
De volgende militairen van No.1 Base Signals and Radar Unit zijn begraven op Blankenberge
Leading Aircraftman Thomas Irwin DAVIES 7/11/1944 (Rij B, Graf 2), Flying Officer Henry Dennis Elgar EBBS 7/11/1944 (Rij B, Graf 16), Leading Aircraftman Donald ARMSTRONG 7/11/1944 (Rij H, Graf 5), Leading Aircraftman Gregory James ASH 7/11/1944 (Rij G, Graf 7), Corporal George BATTYE 7/11/1944 (Rij H, Graf 9), Leading Aircraftman Thomas Kenneth BRUMPTON 7/11/1944 (Rij H, Graf 4), Sergeant Sydney Walter Briggs CANNELL 7/11/1944 (Rij B, Graf 27), Leading Aircraftman William CHAMBERS 7/11/1944 (Rij J, Graf 1), Leading Aircraftman Hammond CRAVEN 7/11/1944 (Rij B, Graf 17), Leading Aircraftman William Henry EDWARDS 7/11/1944 (Rij B, Graf 9), Leading Aircraftman Alexander BUCHANAN GOLD 7/11/1944 (Rij B, Graf 24), Aircraftman 1st Class Thomas GRAY 7/11/1944 (Rij B, Graf 25), Corporal William James HARVEY 7/11/1944 (Rij B, Graf 20), Aircraftman 1st Class Russell HILDITCH 7/11/1944 (Rij B, Graf 11), Corporal Frederick JOHNSON 7/11/1944 (Rij B, Graf 7), Leading Aircraftman Ivor Mansel JONES 7/11/1944 (Rij G, Graf 6), Leading Aircraftman Charles Henry JUDSON 7/11/1944 (Rij B, Graf 3), Leading Aircraftman Jack McGRATH 7/11/1944 (Rij H, Graf 2), Leading Aircraftman William MADDISON 7/11/1944 (Rij B, Graf 4), Leading Aircraftman James Albert MIDDLEMISS 7/11/1944 (Rij G, Graf 10), Leading Aircraftman Harold MOFFETT 7/11/1944 (Rij B, Graf 23), Sergeant John Alexander MOORE 7/11/1944 (Rij B, Graf 6), Leading Aircraftman Reginald David NICHOLLS 7/11/1944 (Rij B, Graf 18), Leading Aircraftman Jack Cyril VIVIAN 7/11/1944 (Rij B, Graf 12), Corporal Michael PHILLIBEN 7/11/1944 (Rij G, Graf 2), Leading Aircraftman Patrick John Ednic PHIPPS 7/11/1944 (Rij B, Graf 22), Corporal Benjamin PIPE 7/11/1944 (Rij H, Graf 8), Leading Aircraftman Francis William ROBINSON 7/11/1944 (Rij B, Graf 13), Leading Aircraftman Robert Birkley Grenville ROWLEY 7/11/1944 (Rij B, Graf 10), Leading Aircraftman Percy Herbert SEAMAN 7/11/1944 (Rij J, Graf 4), Leading Aircraftman Alan John SMITH 7/11/1944 (Rij B, Graf 15), Leading Aircraftman George Edward SPARKES 7/11/1944 (Rij B, Graf 5), Corporal John SWEENEY 7/11/1944 (Rij G, Graf 11), Leading Aircraftman Leslie Norman THOMPSON 7/11/1944 (Rij B, Graf 8), Leading Aircraftman Alan THORBURN 7/11/1944 (Rij B, Graf 26), Leading Aircraftman Frederick WARD 7/11/1944 (Rij B, Graf 14), Aircraftman 1st Class Arthur WHITTAKER 7/11/1944 (Rij H, Graf 7), Leading Aircraftman Sydney WHITTLE 7/11/1944 (Rij G, Graf 9), Corporal Ronald WYLDE 7/11/1944 (Rij H, Graf 6).
Bij de crash van Lancaster I HK683 A4-M van 195 Squadron in de Scheldemonding kwam de volledige bemanning om het leven. De zee gaf alleen het lichaam van de piloot Flying Officer EDWARD DAVID LEVENS, 195 Squadron (Rij H, Graf 3) terug. De rest van de bemanning is nog steeds vermist en wordt herdacht op het Runnymede Memorial.
De andere bemanningsleden waren: Flight Sergeant Sym DARROCH, Flight Sergeant Joseph Artur ETHERIDGE, Sergeant Edward Thomas Joseph KEAY, Flying Officer Peter Frank MCDONALD, Sergeant Richard Hartleburry MORRIS, Sergeant Thomas Malcolm WARD.
Voor Leading Aircraftman Sydney James VEAL, overleden op 24 september 1945 kennen we de omstandigheden van zijn overlijden niet. Hij zou deel uitgemaakt hebben van 123 Wing en is begraven op rij F, graf 8.