Op de begraafplaats van het Schoonselhof te Antwerpen rust Celestin Kleinberg, soldaat bij het 22e Linieregiment, gesneuveld op 28 september 1918 te Jonkershove bij Houthulst. Op zijn graf (Joods perk, perk J, rij A) is ook een gedenkplaat aangebracht voor zijn broer Georges Kleinberg, geboren te Antwerpen op 9 januari 1913 als jongste van vijf kinderen en vermist sedert 23 juni 1943.
Georges Kleinberg studeerde rechten en werkte een tijdje op het kabinet van Minister Marcel-Henri Jaspar. Deze was minister van Verkeerswezen (1936-1937) en Volksgezondheid (1939-1940). Georges Kleinberg melde zich als vrijwilliger voor de RAF en werd erin opgenomen op 19 maart 1941. Hij volgde een opleiding als bommenrichter en kwam terecht in 207 Squadron. Deze eenheid was uitgerust met Lancasters.
In de nacht van 22 op 23 juni 1943 werd zijn Lancaster I ED692 neergeschoten bij een raid naar Mulheim. Het vliegtuig stortte neer bij Keulen en de volledige bemanning kwam om het leven. De lichamen van slechts twee bemanningsleden konden teruggevonden worden, ze werden begraven op het Rheinberg War Cemetery. De rest van de bemanningsleden is nog steeds vermist en hun namen worden herdacht op het Runnymede Memorial. Bij de vermisten is Flying Officer Georges Kleinberg.
De bemanning bestond uit: F/O Philip Gerard Herrin (piloot, 125471), F/O William Henry Flatt RCAF (navigator, J/13419), F/O Georges Kleinberg (bommenrichter, 130501), Sgt Peter Mills (boordwerktuigkundige, 572504), Sgt Stanley Payton (radio-operator, 1272044), Sgt Ronald Bradshaw (boordschutter, 1480790), Sgt Gerald Arthur Harold Male (boordschutter, 1315218). Alleen Sgt Male en Payton hebben een gekend graf in het Rheinberg War Cemetery in Duitsland.