Gedenkplaat voor vroegere Amerikaanse begraafplaats van Fosses-la-Ville

Op 8 september 1944 werd de Amerikaanse begraafplaats te Fosses-la-Ville in gebruik genomen. De begraafplaats lag op de heuvel « Campagne du Chêne ». Op het eerste Amerikaanse kerkhof in België werden 2199 Amerikaanse militairen begraven met nog eens 56 Franse, Engelse, Poolse en Tsjechische graven. Iets verderop lag nog een Duits kerkhof met ongeveer 1600 graven. Vanaf 1945 werden er jaarlijkse herdenkingen gehouden. Op 12 juli 1948 werd het kerkhof gesloten en ontruimd. Een deel van de graven werd overgebracht naar het Ardennes American Cemetery and Memorial in Neuville-en-Condroz, het American War Cemetery in Henri-Chapelle terwijl een deel van de gesneuvelden werd gerepatrieerd naar hun thuisstad in the Verenigde Staten.

Op Fosses-la-Ville werden enkele piloten en bemanningsleden begraven. Enkele van hen zijn terug te vinden in deze database: 2lt William C. Schiefen, 1 september 1944, P-38J serial 43-28408/9D-Z, 370 FG, 401 FS, Philippeville) en de bemanning van B-26G serial 43-34404, 322 BG, 449 BS, 12 december 1944, Han-sur-Lesse (1Lt George P. Harris, piloot, 2Lt Roy G. Gibson, co-piloot, 2Lt Howard G. Foreman, bommenrichter-navigator, T/Sgt Russell E. Richardson, Sgt Clifton J. Reed, Sgt Francis A. Soracca.

Op dit kerkhof werden ook de bemanningsleden begraven van twee Halifaxen die net over de Belgische grens in Frankrijk neerkwamen. In de nacht van 17 op 18 december 1944 vlogen Halifax III serial LV818 code ZA-F van 10 Squadron en Halifax VII serial NP699 code QO-O van 432 Squadron uit voor een bombardementsopdracht naar Duisburg. Boven Rocroi in Noord-Frankrijk kwamen ze met elkaar in botsing en stortten neer op het grondgebied van de gemeente Taillette. De enige overlevende was de piloot van NP699, F/O Max Krakovsky RCAF (pil) (J/26685); hij kon uitspringen en landde in het Belgische Bruly.

In Halifax LV818 kwam de volledige bemanning om het leven: F/L Geoffrey D. Body (piloot, nog steeds vermist) (100086), F/L Noel C. Tatam (co-piloot) (39695), Sgt Esmond Nicholson (boordwerktuigkundige) (1057527), F/O John H. Waldron (navigator) (156776), P/O William H. Leese RCAF (bommenrichter) (J/92069), F/O Douglas J. Mole (radio operator) (168506), Sgt Kenneth F. Matthews (boordschutter) (1065498), Sgt William E. Mawson (boordschutter) (2210542).

De lichamen van P/O Leese, Sgt Matthews, Sgt Mawson en F/L Tatam warden onmiddellijk gevonden en begraven op het Amerikaans militair kerkhof van Fosses-la-Ville bij Namur. In 1947 werden ze overgebracht naar Leopoldsburg. In 1945 werd het lichaam van F/O Waldron met twee bemanningsleden van NP699 en nog een niet geïdentificeerd bemanningslid gevonden. Waldron werd begraven te Taillette en ook F/O Mole werd daar begraven toen zijn lichaam in 1948 ontdekt werd.

De bemanning van Halifax NP699 bestond uit: F/O Max Krakovsky RCAF (piloot) (J/26685), P/O Michael J. Boylan (boordwerktuigkundige) (187754), F/O Robert L. Cann RCAF (navigator) (J/36389), F/O Gordon D. Wilson RCAF (bommenrichter) (J/37726), P/O Alfred G-W. Blayney RCAF (radio-operator) (J/90837), F/S Stanley E. Zadorozny RCAF (boordschutter) (J/95483), F/S James W. Green RCAF (boordschutter, nog steeds vermist) (J/95292).

De lichamen van P/O Blayney en P/O Boylan werden bijna onmiddellijk gevonden en begraven, net zoals die van LV818, begraven te Fosses-la-Ville en in 1947 overgebracht naar Leopoldsburg. Begin 1945 werden ook de lichamen van F/O Cann, F/O Wilson en een niet geïdentificeerd lichaam gevonden en begraven te Champigneul, Marne region, France. Ze warden later overgebracht naar het Canadeese kerkhof van Dieppe. In 1951 werd het lichaam van F/S Zadorozny gevonden te Sévigny-la-Forêt, ten zuiden van Taillette en begraven te Choloy, Meurthe-et-Moselle, France.

Op 9 februari 1945, 20 minuten na het opstijgen van Melsbroek voor een bombardement op Geldern in Duitsland, botsten twee Mitchells van 320 Squadron met elkaar in de omgeving van Tienen. Wrakstukken van de gecrashte Mitchells kwam verspreid over een grote afstand ten noorden en oosten van Tienen terecht. Van de negen bemanningsleden, vier in de ene Mitchell en vijf in de andere, waren er slechts twee overlevenden.

Aan boord van Mitchell II FR165 NO-K was 2Lt Vl Wnr Johannes Hendrikus ‘Jan’ Maas (piloot), 2Lt Wnr Gerard Claasen (copiloot), Sgt Vltg Sch Dirk Herman Jacob Born (boordschutter) en Sgt Vltg Sch Hendrik Harsevoort (boordschutter). De twee piloten konden nog uitspringen met hun parachute; de twee boordschutters overleefden de crash niet.

In de andere Mitchell II FW212 NO-J was de bemanning: Off Vl 2kl Adriaan Manschot (pilot), Off Vl 3kl August Karel ‘Guus’ Knapp (copiloot/navigator), Off Zwnr 2kl Thijs Martinus Emous (navigator/boordschutter), Sgt Vltg Telegr Armand Lodewijk Diets (radio-operator/boordschutter) en W/O Robert Maxwell Wilson (Gee-H operator). De volledige bemanning kwam om het leven. Piloot Manschot kon zijn vliegtuig nog met een parachute verlaten maar werd dood teruggevonden met zijn parachute niet volledig geopend.

De overleden bemanningsleden werden oorspronkelijk begraven op de Amerikaanse begraafplaats van Fosses-la-Ville. Na de oorlog werden de meesten overgebracht naar Nederland. Diets, Harsevoort en Knapp hebben een grafsteen op het Nationaal Ereveld Loenen, ten zuiden van Apeldoorn. Hun grafstenen dragen de vermelding ‘In memoriam’ wat blijkbaar uitzonderlijk is en waarschijnlijk betekend dat het geen graven zijn maar memorials. De bommenwerpers hadden een volle bommenlading aan boord en van minstens een wordt de crash beschreven als een explosie bij de inslag.

Manschot en Emous werden herbegraven op de Algemene Begraafplaats Rusthof te Amersfoort (waar ook F/O Gendebien van 349 Squadron begraven is).

Sergeant Vliegtuigmaker schutter Dirk Born en W/O Robert Wilson werden overgebracht naar het Leopoldsburg War Cemetery van de CWGC (graven VIII.B.1 en 2).

Via deze link kan u nog veel meer en gedetailleerde informatie terugvinden over deze twee vliegtuigen en hun bemanning:

http://aircrewremembered.com/1945-02-09-loss-of-mitchells-fr165-maas-and-fw212-manschot.html

Beelden: © JC Dispaux, J-C Lecocq, 24/08/2002
Datum gebeurtenis:
08/09/1944
Datum registratie:
20/08/2006
Locatie:
Gedenkplaat voor vroegere Amerikaanse begraafplaats van Fosses-la-Ville
Adres:
Op het kruispunt van de Rue du Chene, de Rue Laide Basse en de Rue du Pré Standart, Fosses-la-Ville
Lengtegraad:
4°41’17.2″E
Breedtegraad:
50°23’47.4″N

FEEDBACK

[pencilang nl_BE='Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid.' fr_BE='Ce site utilise des cookies pour optimiser votre expérience utilisateur. En continuant à surfer sur Internet, vous acceptez notre politique de confidentialité et d’utilisation de cookies.' /] [pencilang nl_BE='Accepteren' fr_BE='Accepter'/] [pencilang nl_BE='Lees meer' fr_BE='Lire Plus'/]

[pencilang nl_BE='Deze website maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren. Door verder te surfen, stemt u in met ons Privacy & Cookie beleid.' fr_BE='Ce site utilise des cookies pour optimiser votre expérience utilisateur. En continuant à surfer sur Internet, vous acceptez notre politique de confidentialité et dutilisation de cookies.' /] [pencilang nl_BE='Accepteren' fr_BE='Accepter'/] [pencilang nl_BE='Lees meer' fr_BE='Lire Plus'/]