Jean Henri Marie Offenberg, geboren te Laken op 3 juli 1916 en overleden 22 januari 1942 te Blankney Head, Groot Brittannië.
Op 20-jarige leeftijd vervult hij zijn dienstplicht bij het 3e Regiment Aéronautique. Hij krijgt een opleiding als waarnemer en verlaat het leger met de graad van sergeant. Maar hij tekent bij voor twee jaar en wordt toegelaten tot de 77e Promotie als leerling-piloot. Met zijn vliegbrevet op zak komt hij terecht bij het 4e Escadrille, IIe Groupe, 2e Régiment (4/II/2Aé) te Nijvel. Hij vliegt er eerst op Fairey Firefly IIM maar de eenheid ontvangt kort voor 10 mei 1940 de eerste Fiat CR.42s. Op de eerste dag van de oorlog behaalt hij een overwinning op een Do 17. Na enkele dagen trekt zijn eenheid zich terug in Zuid-Frankrijk. Op 19 juni 1940 vliegt hij met Alexis Jottard twee Franse Caudron Simoun vliegtuigen van Merignac naar Montpellier en verder via Corsica naar Noord Afrika. In Oujda, Marokko, vervoegen ze de Belgische Militaire Vliegschool die zich daar teruggetrokken had. Samen met een groep leerling-piloten gaan ze aan boord van een schip met bestemming Gibraltar en om uiteindelijk op 16 juli 1940 in Liverpool aan te komen. Twee dagen later maken ze deel uit van de Royal Air Force.
Met de rang van Pilot Officer begint hij een opfrissingscursus bij 6 OTU en komt daarna bij 145 Squadron in Drem, Schotland, terecht. Op 10 oktober verhuist de eenheid naar het Zuiden en komt in volle Battle of Britain terecht. Hij behaalt er verschillende bevestigde en waarschijnlijke overwinningen. Op 17 juni 1941 gaat hij over naar het befaamde 609 Squadron. Maar op 22 januari 1942 slaat het noodlot toe wanneer hij betrokken is bij een botsing in vlucht met Sgt Renzi van 92 Squadron. Geen van beiden overleefde de crash. Hij werd begraven op het kerkhof van Scopwick, ten zuiden van de stad Lincoln, maar zijn lichaam werd in 1949 overgebracht naar België. Toch bleef op het kerkhof van Scopwick een gedenksteen liggen op de plaats waar vroeger zijn graf was.
De bijnaam van Jean Offenberg was “Pyker”, een naam die vermoedelijk afgeleid was van het Brussels dialect waar “ne pei” of “e peike” “een (oude) man” betekent. “Pyker” Offenberg is zonder twijfel een legende binnen de Belgische piloten in de Royal Air Force. Tijdens zijn korte carrière in de RAF behaalde hij 6 bevestigde en 5 waarschijnlijke overwinningen en beschadigde 6 Duitse vliegtuigen. Dit alleen al maakte hem tot een ‘aas’ en we kunnen alleen maar gissen naar wat zijn totaal aan het einde van de oorlog had kunnen zijn indien hij niet vroegtijdig aan zijn einde zou gekomen zijn. Na de oorlog kreeg de basis van Florennes de naam Base J. Offenberg. Raymond Lallemant, een andere grote Belgische naam uit Royal Air Force, gaf zijn Miles Gemini OO-RLD de naam ‘Pyker’ uit respect voor zijn landgenoot. Frank Ziegler, intelligence officer van 609 Squadron, schreef een prachtig gedicht met de titel ‘Epitaph to Pyker’. Na de oorlog publiceerde Victor Houart een boekje gebaseerd op de dagboeken van Jean Offenberg met als titel ‘Les Carnets d’Offenberg’, en ‘Le guerrier solitaire’, ook verschenen in het Engels als ‘Lonely Warrior’.