Op 17 oktober 1944 vloog de 8th Air Force Mission 681 en stuurde 1338 bommenwerpers, geëscorteerd door 811 jachtvliegtuigen, naar Keulen. Doelwitten waren vooral de rangeerstations rond Keulen. Onder deze 1338 bommenwerpers bevond zich ook de ‘Betsy Ross’, een Boeing B-17G Flying Fortress met serial 44-6083 van de 398th Bombardment Group, 603rd Bombardment Squadron (rompcode N7-V). Na een vlucht van ongeveer 3 uur werden de bommen gedropt boven Keulen. Kort daarna werd de Flying Fortress geraakt door luchtafweer waarna motor nummer 2 vuur vat. Het vuur kregen ze onder controle maar de schroef kregen ze niet in vaanstand. Door het verlies van de motor en de luchtweerstand van de draaiende schroef verloren ze snel hoogte. De bemanning gooide alles wat los zat overboord in een poging om het vliegtuig lichter te maken en tot Engeland te geraken. Uiteindelijk vloog de schroef eraf en beschadigde ook motor nummer 1, de neus en de cockpit van de B-17. De navigator gaf aan dat ze nu boven bevrijd gebied vlogen en daarom gaf de piloot het signaal om uit te springen. De parachute van navigator Lt John Hancock was vroegtijdig opengegaan in de romp van het vliegtuig maar hij wou wel springen met de geopende parachute; piloot Perry Powell stond zijn eigen parachute af. Copiloot 2Lt Samuel Walker besliste om bij piloot Powell te blijven en samen het beschadigde vliegtuig aan de grond te zetten. Ze probeerden een noodlanding te maken met uitgelaten landingsgestel maar de grond langs de Schelde was zo drassig dat onmiddellijk de wielen in de grond zakten en het vliegtuig gleed verder op zijn buik. De tweede bombardementsmissie van de Powell-crew eindigde daarmee in een drassige weide op de linkeroever van de Schelde. De piloten kwamen heelhuids uit hun vliegtuig.
De bemanning van de ‘Betsy Ross’ bestond uit 2Lt Perry E. Powell Jr (piloot), 2Lt Samuel T. Walker Jr (copiloot), 2Lt Bruce E. Phelps (bommenrichter), Lt John K. ‘Jack’ Hancock Jr (navigator), T/Sgt Robert H. ‘Bob’ Colgan (radio-operator), T/Sgt Clarence H. ‘Bud’ Harper (boordwerktuigkundige), S/Sgt Marvin Y. Luckie (zijluikschutter), S/Sgt Thomas A. L’Estrange Jr (staartschutter), S/Sgt Kenneth R. ‘Ken’ Smith (buikkoepelschutter). De zeven die uitsprongen kwamen allen ongeschonden neer in de buurt van Gijzegem. Ze verbleven enkele dagen op het Kasteel van Wieze dat op dat moment door een Canadese eenheid gebruikt werd. Bij hun terugkeer in Engeland, werden ze herenigd met piloten Powell en Walker die waarschijnlijk kort na hun landing al terug naar Engeland keerden. Het vliegtuig zelf was onherstelbaar en nadat alle bruikbare onderdelen (motoren, instrumenten, radio, bewapening, …) verwijderd waren, werd het al op 19 oktober 1944 als ‘salvaged’ verklaard, wat betekende dat het geen nut meer had en achtergelaten werd. Zoals wel meer gebeurde met grote noodgelande vogels, bleef het lege karkas nog lange tijd ter plaatse. De plaatselijke bevolking haalde er dan alles uit wat niet te heet of te zwaar was en gebruikte het om kleine of grote gebruiksvoorwerpen mee te maken.
De bemanning hervatte hun bombardementsvluchten vanaf 30 oktober 1944. Tijdens hun 24ste missie, op 3 februari 1945, hadden ze niet zoveel geluk als 17 oktober 1944. Bij een missie naar Berlijn botsen de vliegtuigen van 1Lt Powell (B-17G 43-38697) en 1Lt John R. McCormick (602 BS, B-17G 42-97387). Bij de bemanning van Powell kwamen 8 van de 9 bemanningsleden om het leven. Het was niet helemaal dezelfde bemanning als op 17 oktober 1944, enkele bemanningsleden vlogen in andere vliegtuigen en werden vervangen door S/Sgt Joseph D. Bancroft (staartschutter) en S/Sgt Albert J. Aleksyn (buikkoepelschutter). Bancroft was de enige die het overleefde; hij bleef de rest van de oorlog in een krijgsgevangenenkamp. Ook in de andere B-17 vielen slachtoffers: 7 overleefden het niet, twee werden krijgsgevangen genomen.
In 2020 verschenen twee boeken over de crashlanding van de Betsy Ross. Allebei werden ze geschreven door Kristof De Geyter, Dirk Praet en Paul Van den Hende op basis van het onderzoek en de nota’s van Marcel Janssens, die zich een leven lang verdiept had in deze gebeurtenis. Het ene boek, ‘B-17 Betsy Ross, crash landing in Wichelen-Berlare’, is een verkorte versie (212 blz) van het andere boek, ‘Perry Powells Crew’ (450 blz).
Op 31 augustus 2024 werd, als onderdeel van de Bevrijdingsfeesten 2024, te Wichelen een gedenkteken ingehuldigd voor de bemanning van de Betsy Ross. Het gedenkteken vond een plaats tegenover het Sociaal Huis Wichelen op de Scheldepromenade die een jaar daarvoor ingehuldigd werd. De twee grote bronzen pilootfiguren zijn van de hand van kunstenares Nadine De Meester uit Merelbeke. De Koninklijke Nationale Strijdersbond Schellebelle die het initiatief nam voor dit gedenkteken, wou de figuren zo levensecht mogelijk. De gemeente Wichelen kende aan de Strijdersbond een behoorlijke subsidie toe om de vervaardiging van de beelden te betalen. De zoektocht naar allerlei attributen zoals uniformen en uitrusting die als model konden dienen, vertraagde de vervaardiging en dus de inhuldiging van het gedenkteken. Maar we kunnen er meteen aan toevoegen dat het wachten de moeite waard was want het is een zeer origineel en geslaagd gedenkteken geworden.