Bij de Duitse inval op 10 mei 1940 werden de Belgische, Britse en Franse legers meteen in het defensief gedrongen. Het Duitse Leger probeerde via Maastricht door de stoten naar Tongeren en had daarvoor de bruggen over de Maas en het Albertkanaal nodig. Met een verrassingsaanval met luchtlandingstroepen konden een handvol Duitse soldaten het fort van Eben-Emael het zwijgen opleggen en de bruggen over het Albertkanaal in Vroenhoven en Veldwezelt veroveren.
Op 11 mei probeerden de Belgische Fairey Battles de bruggen te bombarderen maar de Belgen waren daarvoor noch getraind noch uitgerust. Deze missie was een nutteloze opoffering van bemanningen en vliegtuigen.
De Fransen en Britten deden dit op 12 mei 1940 nog eens over. De Franse Breguet 693s vielen de Duitsers op de wegen in de regio Maastricht – Tongeren – Liège – Waremme – Sint-Truiden aan maar leden eveneens enorme verliezen. De RAF stuurde zijn Fairey Battles naar de bruggen over het Albertkanaal en zijn Bristol Blenheims naar de streek rond Maastricht.
Het Duitse overwicht in de lucht was echter groot, constant vlogen Duitse jachtvliegtuigen boven de bruggenhoofden terwijl oprukkende colonnes vergezeld waren van veel mobiele luchtafweer. Er vielen dan ook heel wat Franse en Britse vliegtuigen; we telden 8 Breguet 693, 5 Battles en 13 Blenheims in de provincies Limburg en Liège terwijl nog enkele andere toestellen elders in België en Nederland neerkwamen en de bemanning van één Blenheim nog steeds als vermist genoteerd staat.
Een van deze vliegtuigen was Blenheim IV P6912 van 15 Squadron. De vliegtuigen van 15 Squadron waren vertrokken vanop Alconbury, in Groot-Brittannië, dit in tegenstelling tot het grootste deel van de RAF-vliegtuigen die boven België opereerden vanaf vliegvelden in Noord-Frankrijk. De bemanning van P6912 bestond uit piloot Pilot Officer Claude R. Frankish, observer Sergeant Edwin G. Roberts en boordschutter Leading Aircraftman Ernest W.L. Cooper. De piloot was afkomstig uit Nieuw-Zeeland, de twee andere bemanningsleden waren Britten. Hun opdracht bestond uit het bombarderen van de Duitse kolonnes ten westen van Maastricht.
Ook Blenheim P6912 werd het slachtoffer van de Duitse luchtafweer of Duitse jagers en stortte neer op het gehucht Kattevennen van Genk. De bemanningsleden werden door de bevolking ter plaatse begraven in een collectief graf. Op het graf kwam een kruis en errond plaatste men een omheining. De plaatselijke schrijnwerker Ramaekers verzorgde gedurende enkele jaren hun graf. Op 19 september 1946 werden ze herbegraven op de Commonwealth-begraafplaats van Leopoldsburg.
In Heidebloemeke nummer 3 van 1988 verscheen een artikel van de hand van Lucien Bogers over de crash maar blijkbaar was men deze gebeurtenis uit mei 1940 al grotendeels vergeten toen iemand recent aan het stadsbestuur de vraag stelde waar het kruis naartoe was dat ooit op de crashplaats gestaan had. Dirk Thielens, die de vraag op zijn bord kreeg, ging ermee aan de slag. Samen met Jef Habex, Jan Lantmeters en Peter Stams zocht hij uit waar de exacte plaats van de crash was. Aan de hand van een oude luchtfoto konden ze die met precisie bepalen. Het eindresultaat van de zoektocht was de inhuldiging van een gedenkteken voor de bemanning van Blenheim P6912 op vrijdag 5 juli 2024. Ze kregen daarvoor de medewerking van het stadsbestuur Genk, Ecru erfgoedvereniging, The Blenheim Society, Koninklijke Aeroclub Limburgse Vleugels, vzw Taskforce Liberty (Dirk Thielens) en de vereniging Vliegveld Asch (Jan Lantmeters).
Een bijzondere gast op de inhuldiging was Mevrouw Chris Baker, de dochter van Flying Officer P F « Red » Eames. Haar vader was het langst overlevende lid van 15 Squadron en hij nam ook deel aan de missie van 12 mei 1940. Hij heeft die overleefd en hij overleefde ook Wereldoorlog 2. Na de oorlog is hij een aantal keren in België geweest om zijn gevallen makkers te herdenken.
De inhuldiging werd overvlogen door de enige nog luchtwaardige Blenheim G-BPIV die speciaal voor de gelegenheid uit Groot-Brittannië was overgevlogen. Het vliegtuig werd oorspronkelijk gerestaureerd tot Blenheim Mk. IV maar werd enkele jaren geleden omgebouwd tot Mk. I met een originele neus. Een werknemer van de bouwer Bristol had de neus ooit tot een elektrisch autootje omgebouwd en nu keerde de neus terug tot zijn oorspronkelijke functie. De Blenheim bleef nog gans het weekend op Zwartberg voor de bezoekers van de fly in.
Na de ceremonie kon ook een kleine tentoonstelling over het vliegtuig en zijn bemanning bezocht worden op het vliegveld van Zwartberg met o.a. enkele oude foto’s van het wrak en van het graf van de bemanning. Blenheim G-BPIV stond buiten opgesteld en ook de bezoekers van de fly in van Limburgse Vleugels te Zwartberg konden op zaterdag 6 en zondag 7 juli de tentoonstelling bekijken. Ze konden er o.a. door middel van een VR-bril zich inleven in de missie van de Blenheim-bemanning. Deze VR-toepassing zou ook later beschikbaar blijven voor bijv. schooluitstappen.
Het gedenkteken staat op de plaats van de crash, langs het fietsroutenetwerk en zal dus op veel belangstelling kunnen rekenen. Het is gemakkelijk bereikbaar vanaf de parking van Kattevennen. Parkeer niet onmiddellijk op de eerste parking die je tegenkomt (vooral bedoeld voor de ruiterschool) maar rij door tot helemaal achteraan (indien er plaats is). Je kan omzeggens van de parking op het fietspad dat je te voet op enkele minuten bij de plek van het gedenkteken brengt.
Op het gedenkteken werden ook twee QR-codes aangebracht: de ene QR-code laat toe om de simulatie die je via de VR-bril kan bekijken, ook op je smartphone te bekijken. De andere code brengt je naar de website van Taskforce Liberty met info over het vliegtuig, zijn bemanning en de crash. De info op de website kan ook via de volgende link geraadpleegd worden:
https://www.taskforceliberty.be/genk-de-blenheim-van-kattevennen-12-mei-1940/.
Hartelijk dank aan Dirk Thielens.